Recensie

De Zevende Hemel ⭐⭐⭐

Een musical-achtige film is in Nederland niet gangbaar. Met De Zevende Hemel zien we een film in de traditie van The Passion.

Is het nu een musical of niet. De promotie rond de film is wat vaag, en hoewel de meeste media het een musical noemen, is dat wel begrijpelijk. Een echte musical kan de film niet worden genoemd. De overeenkomst met het jaarlijkse The Passion-spektakel is groter: De Zevende Hemel is een vertelling waar bekende en wat minder bekende bestaande liedjes aan zijn toegevoegd.
De keuze is opvallend veelzijdig. Top 2000-klassiekers als Avond (Boudewijn de Groot) en Mag ik dan bij jou (Claudia de Breij) worden vergezeld van bijvoorbeeld Ik wil je (De Kreuners/Guus Meeuwis), Zevende Hemel (De Dijk) en Ken je mij (Trijntje Oosterhuis). Het nagenoeg vergeten Altijd wel iemand (I.O.S) in een film met Nederpopklassiekers Is dit alles (Doe Maar) en Ik leef niet meer voor jou (Marco Borsato).
De film begint met troubadour Huub van der Lubbe, die film opent met eerder genoemd I.O.S-nummer en min of meer afsluit, en verder geen rol in het verhaal heeft. Dat gaat over de familie Rossi. Ze bestieren een restaurant, de Zevende Hemel. Mater familias, Maria (Henriëtte Tol) komt er vlak voor de jubileumviering van het restaurant achter dat ze ongeneeslijk ziek is, maar besluit dit tot aan de viering aan niemand te vertellen. Dochter Eva (Halina Reijn) zal het restaurant gaan overnemen met haar man Bart (Ruben van der Meer), die de keuken bestiert.  Maar vader Max (Huub Stapel) heeft moeite de boel los te laten. De houding van Max heeft al geleid tot een breuk met zoon Paul (Thomas Acda), die een foodtruck heeft met zijn vrouw Silke (Tjitske Reidinga). Natuurlijk wil Maria graag dat Paul naar het jubileum komt, maar hij wil er niets van weten. Als je het vervolgens via Silke probeert loopt de spanning nog verder op. Dan is er nog een zoon, Matthijs (Jan Kooijman), een wat labiele jongen en kunstenaar, die een relatie heeft met ballerina Julia (Noortje Herlaar). Zij is in de running om een belangrijke dans te doen in de volgende voorstelling. En blijkt ze ook nog eens zwanger.
Een sterrencast dus, vooral bestaand uit niet-professionele zangers. De liedjes zijn dan ook veelal goed genoeg, zonder echt indruk te maken. De mensen die ook professioneel zingen (Thomas Acda en Noortje Herlaar bijvoorbeeld) pik je er onmiddellijk uit, bij anderen is het veelal niet onverdienstelijk, en zit de kracht meer in de emotie die door het lied klinkt, dan de vertolking zelf.
Het verhaal mag dan niet heel origineel zijn, het weet je wel mee te slepen. De ruzie tussen vader en zijn kinderen, de wil van moeder om het gezin weer compleet en een te maken, de vertwijfeling rond een zwangerschap en abortus,  rond het al dan niet verbreken van een relatie die niet goed voelt. Het zijn thema’s die van alle dag zijn, en dus ook in deze film terugkomen. Grappig is wel dat er bepaalde ontwikkelingen en situaties zijn die lijken te leiden naar ongeloofwaardige verhaallijnen, maar die worden gelukkig niet gevolgd. Zo wordt Matthijs niet alsnog snel professioneel danser om zijn vriendin te hulp te schieten, en blijkt het homokoppel ook niet in de film geschreven om de zwangerschapsverhaallijn op te fleuren met hun heimelijke kinderwens.
Voor de regelmatige musicalbezoeker is de film ook een soort Where’s Waldo. In de kleinere rollen zijn veel mensen te zien die normaal het musicalpodium bevolken. Doris Baaten zien we bijvoorbeeld aan het begin en einde van de film, Dook van Dijck (genomineerd voor de Musicalworld Award voor Doorbraak/Revelatie van het jaar 2015) werkt in de restaurantkeuken en Esmée van Kampen is de truttige schooljuf. Maar ook in kleinere, cameo-achtige rollen zien we onder meer Ruud van Overdijk, Kok Hwa-Lie, Roel Dirven en John ter Riet.
De vraag blijft of het experiment nu echt geslaagd is. Het verhaal is pakkend en weet je wel mee te slepen, zonder echt een originaliteitsprijs te winnen. De liedjes worden voor niet-professionele zangers goed vertolkt, wat genoeg is bij een doorsnee song als Julia van Nick en Simon.  Maar de echt goede songs als ‘Zeg me dat het niet zo is’ doen je weldegelijk terugverlangen naar het origineel van Frank Boeijen of de cover van Liesbeth List. Ook zijn ze niet zodanig in het verhaal verweven dat ze het gevoel geven dat ze er horen.  Het antwoord op de vraag zal dus nee zijn. Maar dat maakt deze De Zevende Hemel, in tegenstelling tot de gelijknamige film met Urbanus en Renée Soutendijk, geen slechte film. Zeer onderhoudend, bij vlagen grappig, vaak op een beetje grimmige manier en bij vlagen ook sentimenteel en meeslepend , vooral dankzij het prachtige spel van Henriëtte Tol. Een puur verhaal dat geen 3D techniek nodig heeft.

23 November 2016
Film (preview)
Gouda
Cinema Gouda

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen