Interview

Droomvlucht als werk: een interview

Een interview met een aantal van de castleden van de musical Droomvlucht, die te zien is in Theater de Efteling.

Musicalworld sprak in de afgelopen periode met een aantal leden van de cast van de musical Droomvlucht over de voorstelling. We spraken met het elfenkoningskoppel Rosalie de Jong en Christo van Klaveren (die de met een virale hersenontsteking weggevallen Hugo Haenen verving en inmiddels weer is vervangen door Rein Kolpa), met Danny Houtkooper (Fladderedatsj) en ensembleleden Remy Koffijberg en Lisette Eising.
Een interview dat in twee delen plaats heeft gevonden; het eerste deel op de Elfendag, 11 november, en het tweede deel vlak voor de kerstvakantie.
Een interview dat nu in twee delen wordt geplaatst. Het leuke gesprek dat we met Doris Baaten hadden volgt zeer binnenkort.


Rosalie de Jong en Christo van Klaveren.
Rosalie de Jong studeerde aan de Frank Sanders’ Akademie voor Musicaltheater. Ze speelde onder andere in “Wat zien ik?”, “All Shook up” en “Petticoat”, en bracht het ver in de televisiezoektocht Op zoek naar Mary Poppins. Christo van Klaveren speelde een flink aantal toneelstukken bij het NNT, waaronder “Othello” en “Importance of Being Ernest”. Hij was casting director bij de musical Droomvlucht, en werd benaderd om de rol van Oberon op te vullen toen Hugo Haenen ziek werd.

Hadden jullie vroeger gedacht ooit een elf op een podium te zullen spelen.
Rosalie: Ha, nee. Je droomt er wel van, als je Julia Roberts ziet in “Hook”, het meest sexy elfje vind ik, dan is dat iets wat ieder meisje wel wil. Voor vrouwen is het wel een soort van kinderwens, een soort van Barbie-effect, met alles erop en eraan. Met krullen tot aan mijn kont toe.
Christo: Ik heb al elf gespeeld, in “Midzomernachtsdroom”. Dit was voor mij wel anders, geen droomrol. Ik was op vakantie en ik werd gevraagd of ik wilde inspringen. Ik had dus geen voorbereiding; ik ging even helpen. Maar het is leuk om te zien hoe de kinderen er helemaal in opgaan en je een droomfiguur mag spelen.

Christo, Je bent dus twee weken van tevoren begonnen; dat klinkt als een soort stoomcursus. Waar ligt dan de focus?
Rosalie: tekst. Puur sec tekst. En het verhaal, waar gaat het over.
Christo:  En de mise-en-scène, waar moet ik staan. En we gingen al vrij snel met kostuums spelen.
Rosalie: Meteen, want de week erna gingen we het theater in. En het zetten, de staging, het decor.
Christo: Eigenlijk was het gewoon overleven tot aan de première.
Rosalie: Ik heb eigenlijk een half jaar een andere man gehad. In januari waren de laatste audities en eind februari heb we de eerste lezingen gehad. Dat was puur het script lezen, en toen moest er nog giga veel aan veranderd worden. Een soort van workshop was dat, en een maand erna weer. Toen weer veranderd; toen hebben we het ook gepresenteerd aan de Efteling en Stage Entertainment. En toen de repetitieperiode, en IJsland.

Is dit de eerste keer dat je zo van begin tot het eind bij het maakproces van een productie betrokken was
Rosalie: Bij Petticoat was ik ook vanaf het begin betrokken, alleen de eerste lezing niet, maar daarna heb ik wel alle dingen meegemaakt. Soms heb je dan leuke dingetjes die sneuvelen, waarvan je op dat moment denkt “Nee!”. Dat een jaar later denkt: “Weet je nog, dat zat nog in.” Uiteindelijk klopt het gewoon. Dus dit is de tweede keer dat ik dat heb mogen meemaken.
Christo: Dat is wel leuk hoor. Normaal heb je van die kant-en-klare dingen waar je jouw versie van gaat maken, maar echt iets maken is wel leuker.
Rosalie: Ik heb nog nooit in een kant-en-klare productie gestaan.
Voor jou was dit een wel een soort kant-en-klare productie?
Christo: Semi, want Hugo is er in de repetitieperiode maar een paar weken geweest. Dus je zit half in het maakproces. E r waren momenten dat ik vroeg: “hoe doet Hugo dat?” en zij zei: “Dat weet ik niet precies, want dat hebben we nooit gedaan.” Dus het was wel prettig dat ik ook nog dingen kon aanbrengen, en niet gewoon de track van Hugo moest doen. Want dat is wat de understudy nu wel moet; de dingen doen die er zijn afgesproken.”
Jullie spelen een mensenstel en een elfen(konings)paar. Wat is lastiger?
Christo: Het functionele aan de rol, het koning of koningin zijn, staat natuurlijk een stuk verder van je af. Een ruzie onderling, zoals de ouders, die ken je natuurlijk wel. Niet tussen ons twee natuurlijk, maar van de thuissituatie (lacht).Daar leg je meer persoonlijkheid in. Ik ben nooit een koning geweest.
Rosalie: Ik wel… (lacht — in een van de Droomvlucht-recensies werd ze koning Titania genoemd).

Rosalie, je was als eerste aangekondigd. Waren de anderen toen al wel bekend? En hoe ben je bij de musical Droomvlucht terecht gekomen
Rosalie: Heel lang geleden, bij de workshop van Petticoat, toen had ik net de live-shows van Mary Poppins gedaan. Toen werd ik wel benaderd en vertelden ze dat ze bezig waren met dit project. Toen was er nog sprake van een rol in het stuk, die van een oma naar een jong meisje zou transformeren. Ze vroegen zich af hoe ze dat zouden doen en toen dachten ze, we vragen Rosalie want die kan en als oma coveren, maar ook iets jongs hebben (Godzijdank kan ik dat ook nog wel). Dus ze vroegen of ik daar interesse in had. Natuurlijk, te gek, spannend. Maar gaandeweg hebben ze toch besloten om het echt door een meisje en door een oma te laten spelen. Maar ze wilde mevrouw de Jong toch wel iets laten doen. Maar ik heb wel gewoon auditie moeten doen voor Titania. Dat was heel spannend, maar ze hebben uiteindelijk voor mij gekozen. Ook omdat er een klik was met Hugo. Toen dat op tv door Erwin (van Lambaart) werd gemeld dacht ik: “Oeh,ok, ik weet het zelf net een dag. Maar wel leuk.” Het is natuurlijk promotie, maar als je de beelden op tv terugziet zie je me ook een soort verwonderde blik geven.

Je bent ook understudy voor de rol van oma. Moet je dan ook zwaar in de schmink?
Rosalie: Ik heb met de kap en grime afgesproken dat ik geen 67 ga worden. Dat gaat niet lukken. Dat zie je ook niet eens aan Doris af. Ze hebben dan ook een pruikje gemaakt, dat niet zo wit is, dat het geen karikatuur wordt. Dat je met een rollator opkomt of zo. Het is een beetje een Oud Zuid oma. Je ziet wel dat ik grijs ben. Je hebt ook vrouwen die vooral oud worden in hun nek. Daar zal wel wat aan gebeuren. En ik zal het voornamelijk met mijn spel moeten doen. Snel reageren kan ik natuurlijk niet. Doris zal wel heel boos worden nu, maar ik zag haar laatst opstaan vanaf de grond, en dat doe ik dus net iets sneller dan zij. Op dat soort dingen moet ik dan gaan letten. De pruik en kleding zal daarbij helpen, maar ze zullen geen wallen en vlekken op me doen. Toen ik voor Marjolein Touw in Petticoat inviel, hebben ze dat wel gedaan, en dat was best wel scary. Zo zie ik er uit over dertig jaar. Voor de musical Droomvlucht vinden ze dat dat niet hoeft.
Maar ik moet die rol nog repeteren, ik moet nog een doorloop doen, en dan weet je eigenlijk ook alleen maar wat de afspraken zijn. Ik ben erg blij dat ik bij Doris lekker veel kan afkijken, en daarvan leer. Als ik daar dan mijn eigen draai aan kan geven is dat mooi. Maar eerst nog maar even door met Titania.

En hoe vaak krijg je zo’n doorloop?
Rosalie: Eén keer. En dat moet je dan zelf bijhouden. Bij Petticoat had ik zeven covers; dat doe ik dus nooit meer. Waarvan drie dameshoofdrollen. Het was te gek, maar soms ben je iets aan het doen en dan schrik je ineens: “Ken ik die tekst nog wel?” Je wilt nooit mensen teleurstellen. Mensen betalen veel geld voor een kaartje, sparen misschien wel heel lang, dus die wil je een waanzinnige voorstelling geven. Dan is die druk eigenlijk wel pittig. Nu is het wel te doen hoor.

Het coveren van rollen is iets wat in de toneelwereld niet veel gebeurt.
Christo: Nee, maar het grote verschil is de zang en dans. Als iemand heel ziek is kan je nog wel acteren. Als je je benen verstuikt, kun je, ook al loop je moeilijk, wel spelen.
Rosalie: Dat is wel waar bij ons. Heb je iets aan je stem, kun je eigenlijk niets meer.
Christo: Ik heb ook wel een keer met 40 graden koorts gespeeld, omdat je weet dat is niemand anders is. Dan gaat de voorstelling niet door. Alleen in heel uitzonderlijke gevallen wordt er een voorstelling gecanceld. Soms kan het ziek zijn je zelfs helpen in je rol. Dan gebruik je een ander soort energie en dan heb je geen pijn meer. Dan kom je van het toneel af, en dan voel je het weer.

Ensembleleden Remy Koffijberg en Lisette Eising en Fladderedatsj Danny Houtkooper
Lisette Eising studeerde in 2006 af, en was onder andere eerder te zien in the Wiz en een aantal producties van Studio 100. Remy Koffijberg studeerde vorig jaar af, en was tijdens zijn studie al wel te zien bij onder andere Kus voor Jou en André van Duin. Beiden studeerden af aan dansacademie Lucia Marthas. Beiden spelen in het ensemble. Danny Houtkooper studeerde af aan de Frank Sanders’Akademie voor Musicaltheater en was eerder te zien in het ensemble van Kuifje en, en als Schlomo in de Engelstalige Fame. Hij speelt de vleermuis Fladderedatsj, spion in dienst van trollenkoning Furius.

(lees verder op de volgende pagina)

15 December 2011
Reguliere voorstelling
Kaatsheuvel
Theater De Efteling
http://www.efteling.com
droomvlucht, musical, efteling, rosalie de jong, danny houtkooper, Remy Koffijberg, Lisette Eising, christo van klaveren

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen