Recensie

De Nieuwe Kleren van de Keizer: Een voorstelling zonder kleerscheuren ⭐⭐⭐⭐

Een prettig debuut voor Langhout Theaterproducties: dat is de nieuwe voorstelling voor de hele familie, De Nieuwe Kleren van de Keizer

Dat het rommelt in de Nederlandse theater- en musicalwereld zal weinig mensen ontgaan zijn. De reprises van voormalige successen vliegen je om de oren, subsidies voor talentvolle gezelschappen of avontuurlijke projecten worden vaker niet dan wel toegekend, en aandacht voor je product als je geen grote naam bent gaat moeizaam. Het valt in die omstandigheden dan ook te bewonderen dat je in deze ambiance als theaterproducent een voet aan de grond probeert te krijgen en dat is precies wat Langhout Theaterproducties doet.

Wie informatie zoekt op het internet zal misschien niet meteen geprikkeld worden door de bijbehorende website. Deze oogt nogal sober en simpel, en staat mijlenver van de drukke wereld waar onze jeugd heden ten dage deel van uitmaakt. Een cast zonder bekende namen, een verhaal zonder een bijbehorende populaire televisieserie; er is niet gekozen voor de meest gebruikelijke manieren om publiek te trekken. Al is de keuze voor een titel die alle generaties wel wat zegt, een redelijk bekend sprookje van Hans Christian Andersen, ook weer niet de grootste sprong in het duister natuurlijk. Maar laat je vooral niet weerhouden door deze mogelijke drempels, want ‘De Nieuwe Kleren van de Keizer’ is wel een heel leuke voorstelling, niet alleen voor kinderen, maar zeker ook voor volwassenen.

Het spelplezier druipt van het podium af (al kan dat af en toe ook een zweetdruppel zijn, bijvoorbeeld van keizer Alfons), en voor elke leeftijdscategorie zit er veel humor in de show. Deze voorstelling is misschien zelfs wel het allerleukste voor volwassenen. Zo wordt het wat ondeugend als er bij een panty-fetish wel erg hard wordt gekreund, en is er een knipoog naar de huidige maatschappij bij de manier waarop de minister aan zijn job is gekomen, of bijvoorbeeld als grootmoeder geen roomboterkoekjes wil vanwege haar hoge cholesterol; de oplossing is dan wel weer een wonderlijke product-placement. Veel fysieke humor is er voor alle leeftijden, en voor de jongsten zal het verhaal zelf waarschijnlijk weer het meest boeiend zijn.
Als de voorstelling begint zien we de jonge Alfons, teddybeer in zijn hand, bespot worden door twee jongeren als hij mee wil doen met hun basketbalspel. Hij heeft namelijk niet de juiste hippe kleding. (Al gaat het vooral om het merk, de knipperlichtjes in de schoenen zijn wel supervet; red) Uiteindelijk wil hij zelf ook niet meer dit door de rijke ouders vast verwende tweetal spelen, maar dat weerhoudt hem niet te fantaseren hoe het is als ook hij een onbeperkte hoeveelheid middelen had. En zo belanden we in een fantasiewereld, waarin iedereen Alfons van dienst is. Hij wordt koning (‘Ik ben toch geen prins’) en vervolgens keizer, ‘Dat is nog hoger’. Natuurlijk heeft hij een kamerheer in dienst, even ook een onderwijzer, maar die wordt al snel geschrapt, en een minister van financiën, die hem van geld voorziet voor alle noodzakelijke dingen, zoals snoep, en mooie kleren. En tevens is er een leuk speelkameraadje, in de vorm van Roodkapje. Maar al snel blijkt de schatkist niet bodemloos, en blijkt de ongebreidelde zucht naar snoep en nieuwe kleren een keerzijde te hebben. Er is geen geld meer; niet voor Roodkapje, die wel héél graag naar Justin Bieber wil, maar ook niet voor een nieuw kostuum voor Alfons, voor Keizertjesdag. Maar als er twee vreemdelingen, waarvan wij weten dat het ontsnapte gevangenen zijn, plotseling voor hem staan en hem een prachtige nieuwe outfit voorspiegelen, spreekt hij toch het noodpotje aan. En zo ontvouwt zich het verder bekende verhaal van het sprookje. Natuurlijk krijgt het publiek uiteindelijk ook een rol, die van het volk, en is er zelfs een jonge gastactrice die de keizer er op wijst dat hij toch echt in zijn onderbroek staat.

Waar in deze tijd de kinderrollen steeds vaker ook daadwerkelijk door kinderen worden vertolkt, worden ze hier gespeeld door volwassenen. Een begrijpelijke keuze voor een beginnend producent met een speellijst van zo’n 50 voorstellingen, met echte kinderen zit je meteen aan meerdere casts vast, al is de keuze om Alfons door een vrouw te laten spelen een wonderlijke. Het zorgt ervoor dat er enige vrouwelijke vormen moeten worden verhuld, wat onder haar kostuum toch tot een waar zweetbad moet leiden. Niets ten nadele overigens van Sabrine Hallewas, die de rol uitstekend speelt, en je, ondanks haar verwende gedrag, toch goed meeneemt in haar verhaal. Quinty Appel als Roodkapje is een fijne tegenspeelster. Ook wel wat verwend (‘ik ben vorige week al bij oma geweest’) en manipulatief (‘Huilen als ze haar zin niet krijgt’) ,maar desondanks nog steeds wel aimabel. Ze doet een leuke Bieber-imitatie, als Alfons geen idee heeft over wie ze het heeft. Het slechte duo (Kà¤the Staallekker en Brian Verhagen)heeft een belangrijke komische rol. Dat begint al een beetje aan het begin van de voorstelling, als ze als pestkoppen een wel heel creatieve bewoordingen kiezen als beledigingen, en het wel erg duidelijk is dat de jongere broer vooral een meeloper is, zonder ook maar enige vorm van besef waarom hij zo naar zou moeten doen. Als kleermakersduo gaat het tweetal verder, als de sluwe Engelien steeds de juiste dingen verzint, terwijl de dommige Huupke dan in al zijn enthousiasme volledig doordraaft en alles enorm uitvergroot. Van grootse choreografieën is in deze productie met beperkte cast natuurlijk geen sprake, maar met name de dansjes van met name dit tweetal zien er erg leuk en goed uit. De wat meer volwassen humor ligt bij de entourage van de keizer. De slissende minister van financiën (Roland Posthuma), die zijn functie toch vooral te danken heeft aan vriendjespolitiek, en de nichterige, gedienstige kamerheer (Hans Langhout), die zelf ook wel van mooie dingen houdt. Het zijn enige figuren, uitvergrotingen van types mensen of mensbeelden die we allemaal wel kennen of ons kunnen voorstellen. De kleinere rollen rusten op de schouders van één persoon, Jorgen Veninga. De luie wachter, de kok, de oma van roodkapje, en in zijn eentje ‘het volk’, tevens een momentje van zelfspot van de producent (een grotere cast kon hij zich niet veroorloven), met een prachtige bijbehorende shopper tas. De ene rol is wat functioneler, de ander biedt meer ruimte tot humor, of om een lied te kunnen zingen. Tenslotte is er de beschouwende rol van de overleden moeder van Alfons (Mascha Bakker), die de hele voorstelling aan de zijkant van het toneel zit toe te kijken en commentaar geeft, en waarmee Alfons af en toe contact zoekt. Ze is zeker kritisch op wat Alfons laat zien, vooral zijn egoïsme, terwijl hij met dat geld ook veel goede dingen voor anderen zou kunnen doen,  maar met een liefdevolle motivering. Kinderen zullen haar ‘gezeur’ waarschijnlijk wel herkennen, terwijl ouders haar woorden ongetwijfeld anders interpreteren.
De kostuums zien er prachtig uit, een klassieke vormgeving met veel glitter en glamour. Natuurlijk is dit alleen bij de rollen waarbij dit ook past, Roodkapje oogt gewoon als een prototype Roodkapje (al heeft ze wel ook een kroontje), en het louche tweetal ziet er armoedig maar toch ook weer mooi uit. Het hoedje bij het kostuum van Huupke maakt meteen duidelijk dat hij de pias van het tweetal is. Het decor is nogal sober, en bestaat voornamelijk uit een strakke, grote troon, die op zichzelf ook niet erg uitbundig is. Er is zelfs geen kitscherig wolkje waar moeder op zit, zij zit gewoon op een kale verhoging. Met rekwisieten wordt een ruwe ambiance gecreëerd, die verder met fantasie kan worden aangevuld.

Zoals nagenoeg elke voorstelling heeft ook deze wat zwakke punten. Deze zitten hier vooral in de liedjes. Bij een musical horen er natuurlijk een boel in te zitten, maar in twee gevallen lijken deze toch vooral bedoeld te zijn om iedereen ook een kans te geven wat te zingen. Zo heeft de moeder een lied dat het moederlijk sentiment uit, wat voor de jongere bezoekers een ver-van-mijn-bed-show is, en ook qua tempo niet echt in hun belevingswereld past. Echt een moment dat vooral gericht lijkt op het sentiment de volwassen bezoeker, maar waar de onrust onder de jongere zichtbaar toeneemt. De andere is een vrolijk lied dat de kok zingt, een aanstekelijk nummer dat sommigen mee naar huis nemen en zingen als ze weer ‘aan tafel’ gaan, maar ook een lied dat verder geen enkele functie in het verhaal heeft. Het doet in die zin denken aan het koffie-lied in ‘How to succeed in business without really trying?’, een leuk nummer dat ook alleen in de voorstelling lijkt te zitten als vrolijk sfeernummer. Ook is er hier en daar een enkele, overig weinig storende, inconsistentie, bijvoorbeeld in de betalingseenheid, is dat nu euro’s of gouden dukaten.

Niet nieuw, maar wel leuk is de kleurwedstrijd die aan elke voorstelling is verbonden. De winnaar krijgt live op het podium direct aansluitend op de voorstelling, een prijs van de keizer, en wel eentje die hem erg dierbaar is. Vervolgens gaat de cast met het publiek naar de foyer, waar iedereen de kans krijgt met hen op de foto te gaan. Ze zijn dan wel niet Bob de Bouwer of Mega Mindy, de cast in deze fraaie kostuums is zeker leuk genoeg om als herinnering mee naar huis te nemen, of, meer van deze tijd, te delen met vrienden en bekenden op internet.

Met ‘De Nieuwe Kleren van de Keizer’ klopt Langhout Theaterproducties nadrukkelijk op de poort van de Nederlandse theaterwereld. Ze bieden een voorstelling die echt de hele familie een leuke middag bezorgt. Er wordt een leuke, eigen draai gegeven aan een sprookje, dat desondanks wel herkenbaar blijft. Deze voorstelling mag dan de eerste stap zijn, maar wel duidelijk één in de juiste richting.

09 October 2016
Première
Purmerend
De Purmaryn
http://langhout-theater.nl/voorstelling/de-nieuwe-kleren-van-de-keizer/

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen