Interview

Frank Groothof

Wij zouden onze kinderen veel meer van die verhalen moeten vertellen, misschien zou de mallemolen waarin ze nu leven wat begrijpelijker voor ze worden.

Frank Groothoof speelt en vertelt het verhaal — gebaseerd op de fantastische Griekse mythe van de Minotaurus — over de eeuwige schijnbaar gesloten cirkel van bedrog, wraak en geweld die het oude Griekenland beheerst. Over een monster dat een hele bevolking in zijn greep houdt en over de jonge held Theseus die de moed heeft om dat monster te bestrijden.
Op basis van een aantal van Bachs’ geniale melodieën maakt Frank Groothof samen met een voor deze gelegenheid samengestelde popband van zeer ervaren popmusici een bewerking voor gitaar, bas, keyboard en slagwerk.

De productie wordt geproduceerd door Stichting Vrije Val. Waar staat deze voor?
Frank:Stichting Vrije Val staat voor een theaterwerkplaats die jaarlijks onder mijn artistieke leiding een aantal muziektheatervoorstellingen voor jongeren ontwikkelt en uitvoert.

Hoe is jullie samenwerking ontstaan?
Marjet: We hebben elkaar vier jaar geleden ontmoet bij een voorstelling van Frank in de Stadsschouwburg in Utrecht. We werken allebei voor Sesamstraat (Frank als acteur en ik als schrijver) en Frank had daarin een liedje van mij gezongen (Oma Jansen). Daar sprak ik hem over aan. We raakten aan de praat en ik zei dat ik ook graag voor theater schreef. Toevallig zocht hij net iemand en hij riep dat hij me ging uitproberen. Ik heb toen een paar losse dingetjes geschreven en een aantal liedteksten uit ‘Porgy en Bess’ voor hem bewerkt. Toen vroeg hij me voor de liedteksten van ‘Gilgamesh’ (2002/2003), ‘De broertjes en de strijd om de ring’ (2003/2004) en ‘Het monster van het Labyrint’ (2004/2005). Momenteel zijn we bezig met het schrijven aan ‘Orpheus en de hellehond van de Hades’. We raken zo ondertussen aardig op elkaar ingespeeld.

Wat is het mooie aan voorstellingen voor jonge volwassenen maken?
Frank: Dat je gedwongen wordt om die ingewikkelde wereld van volwassenen voor kinderen begrijpelijk te maken. Voor jongeren moet je de hoofdlijn duidelijk maken en al die zijlijnen weglaten en dat werkt ook voor mij als theatermaker heel verhelderend.

Zijn er essentiële verschillen in theater voor volwassenen maken?
Marjet: Eerlijk gezegd maakt het mij niet zoveel uit of ik voor volwassenen schrijf of voor kinderen. Ik houd er ook maar ten dele rekening mee. Of misschien doe ik het wel automatisch omdat ik altijd al met en voor kinderen heb gewerkt. Maar ik ga niet op m’n hurken zitten, ik schrijf gewoon het lied dat bij het verhaal en op de muziek past. De voorstellingen van Frank zijn ook meer familievoorstellingen dan speciaal jeugdvoorstellingen. Er zitten meer lagen in en daarom is het aantrekkelijk voor verschillende leeftijden. Wat ik wel leuk vind is dat kinderen veel directer en enthousiaster reageren op een voorstelling dan volwassenen. Anderzijds denk ik dat de volwassenen meer van de liedteksten genieten dan de kinderen, die dat soms maar een saaie onderbreking van het verhaal vinden. Mede daarom probeer ik wel de liedteksten spannend te houden, met niet teveel herhaling. Ik probeer ook de liedteksten bij te laten dragen aan het verhaal, in die zin dat ze ook het verhaal verder vertellen.

Waarom juist nu de Griekse mythe van de Minotaurus als onderwerp van de nieuwe voorstelling?
Frank: De Grieken voedden hun kinderen op door ze verhalen te vertellen. Verhalen over helden waarmee kinderen zich kunnen identificeren. Het waren eigenlijk levenslessen die hen leerden wat de consequenties kunnen zijn van de keuzes die je in het leven moet maken. Het verhaal van de Minotaurus is bijvoorbeeld zo’n verhaal. Het gaat over de eeuwige, schijnbaar gesloten cirkel van bedrog, wraak en geweld. Wij zouden onze kinderen veel meer van die verhalen moeten vertellen, misschien zou de mallemolen waarin ze nu leven wat begrijpelijker voor ze worden.

Vindt je het belangrijk dat jongeren de klassiekers kennen en waarom?
Frank: Nou ja, veel kinderen (maar ook volwassenen) hebben een vooropgezette mening over klassieke muziek en vinden het “ouwe sokkenmuziek.” Misschien komt het omdat ze er niet mee opgegroeid zijn. Er is ook zoveel concurrentie met pop en house-muziek die de hele dag overal te horen is . Maar hun muziek is wel uit de klassieke muziek voortgekomen, klassieke muziek is ons culturele erfgoed. Dus ik vind dat die muziek op z’n minst een eerlijke kans moet krijgen en dat het zo aan jongeren aangeboden moet worden, dat ze zelf de keuze kunnen maken of ze er iets aan vinden of niet. En dan heb ik de ervaring dat veel jongeren die muziek juist wel mooi vinden, ook muziek van modernere componisten zoals Stravinsky en Moussorgski, als je die muziek maar toegankelijk voor hen maakt door er bijvoorbeeld een spannend verhaal bij te vertellen. Want je moet natuurlijk niet aankomen met een opera van twee en een half uur waar dames en heren staan te gillen in een taal die ze niet kunnen verstaan.

Hoe is het idee ontstaan om de mythe aan de muziek van Bach te koppelen?
Frank: Ik liep al een tijdje rond met het idee om kinderen te laten horen hoe geweldig barokmuziek kan zijn. En de grootste barokcomponist is natuurlijk J.S. Bach, dus waarom die dan niet genomen? Een goed verhaal, daar was ik nog naar op zoek. Tot mijn dochtertje thuis van school kwam en aan tafel met rode wangen het hele verhaal van de Minotaurus wist te vertellen. Dat had een stagière die ochtend in haar klas voorgelezen. Bingo, duidelijk een verhaal dat tot de verbeelding van kinderen spreekt, hoe absurd bepaalde ontwikkelingen in dat verhaal ook zijn. Tsja, en Bach voor jongeren….. dit was mijn kans om ze enthousiast te maken dus het moest meteen raak zijn. … Waarom niet met een popband! Dat het werkt blijkt uit de talloze reacties. En het was ontzettend inspirerend om die acht of negen verschillende stemmen uit een muziekstuk terug te brengen tot maar drie stemmen: de bas, de tweede en eerste stem, en te horen dat de kracht van Bach’s muziek nog volledig overeind bleef . Zelfs als ze gespeeld wordt op gitaar, keybord en slagwerk. Ik heb door dit project nog meer ontzag voor het genie van Bach gekregen.

Hoe hebben jullie de verhaallijn uitgewerkt?
Marjet: Het verhaal is gebaseerd op de Griekse mythe van Theseus en Ariadne. Die hebben we eerst allebei gelezen en er omheen gelezen en erover gepraat. Frank had ondertussen de muziek van Bach uitgezocht en kwam met een synopsis van het verhaal. Daarin verwerkt waren de titels van de muziekstukken van Bach, met daarbij aanduidingen als: ‘liefdeslied van Theseus en Ariadne’; ‘boze Poseidon’. We hebben ze samen doorgeluisterd en vervolgens ben ik met die muziekstukken aan de slag gegaan. Terwijl ik met de liedteksten bezig was hebben we elkaar af en toe ontmoet om de synopsis verder uit te werken. Dat waren altijd heel inspirerende sessies met veel gelach en salades geitenkaas. Toen ik de liedteksten afhad heeft Frank alles achter elkaar gezet en de rest van de tekst geschreven.

Wat is de functie van de nummers in de voorstelling?
Marjet: De functie van de liedteksten is bepaalde elementen van het verhaal uit te diepen. Door de muziek, samen met de gezongen tekst, komt er een dimensie bij.

Hoe was het om teksten op de muziek van Bach te schrijven?
Marjet: Ik vond het heerlijk om te doen, want ik hou van Bach. Vaak dacht ik als ik die heerlijke muziek op had staan: wauw, dit is m’n wérk! Ik heb het leukste werk van de wereld! Maar ja, ik zat natuurlijk ook wel eens vast. Op een keer kwam ik ‘s ochtends met een chagrijnige kop aan de ontbijttafel terwijl radio 4 aanstond. Er werd Bach gedraaid en de presentator zei opgeruimd: ‘ik zeg maar zo: geen dag zonder Bach!’

Wat waren de obstakels?
Marjet:Het lastige vond ik soms dat de teksten op de gezongen stukken van Bach veel herhalingen bevatten of lettergrepen die over heel veel noten uitgerekt worden. Daardoor heb je niet echt een liedtekststructuur. Erg leuk vond ik het om tekst op koorstukken te schrijven. Dat had ik nog nooit gedaan en daar had ik echt de bladmuziek bij nodig om te kijken hoe het allemaal in elkaar zat.
Wanneer wist je dat het zou werken?
Marjet:Ik weet meestal wel of het werkt als ik het schrijf. Ik schrijf grotendeels zingend dus dan weet ik al hoe het gaat klinken. Maar soms werken dingen wel sterker of minder sterk dan ik gedacht had als je het uiteindelijk op het podium ziet. Bijvoorbeeld bij de eerste try-out van ‘Het monster van het Labyrint’ raakte ik zelf ontroerd van het duet dat Frank en Janneke zongen (als ouderpaar dat zijn kind moet afstaan). Dat heb ik bijna nooit, maar ze zongen zo mooi samen dat het me echt verraste. Maar het lied van Poseidon kwam toen juist helemaal niet uit de verf. Bepaalde delen waren onverstaanbaar en dan werkt de tekst dus ook helemaal niet. Dat is gelukkig later wel weer goed gekomen.

Was het moeilijk om uit het repertoire van Bach te selecteren en hoe heeft de uiteindelijke selectie plaats gevonden?
Frank: Bach heeft ’n enorm repertoire van geniale melodieën, dus het was niet zo moeilijk om daar een keuze uit te maken. Ik wilde verschillende genres wereldlijke - en kerkelijke muziek door elkaar laten horen, maar het moesten wel melodieën zijn die zo goed in het gehoor lagen, zodat iemand, die ze voor het eerst hoorde, meteen verkocht zou zijn. Ik had natuurlijk een aantal favorieten op mijn lijstje staan, zoals de Mattheus — en Johannes Passie, een Brandenburgs Concert , iets uit het Wohltemporierte Klavier, Air enzo, maar de uiteindelijke keus werd gemaakt door de sfeer van de scènes waar ze bij gebruikt moesten worden.

Het Monster van het Labyrint is nog het gehele seizoen door heel het land te zien. Voor speeldata en meer informatie over Stichting Vrije Val zie http://www.frankgroothof.nl