Perspresentatie

Sweet Charity - perspresentatie

De nieuwe Sweet Charity beloofd een eigentijdse en wat realistischere kijk op de musical te worden. De setting is 2005 en het milieu, die van de prostitutie. Volgens regisseur/ choreograaf Craig Revel Horwood zal zijn interpretatie zich afspelen in de goot en niet in de wereld van musical-komedie.

De presentatie
De presentatie was tot mijn verheuging een variatie op de standaard. Bij binnenkomst hing er al een postitieve energie in de ruimte, omdat de cast op de vloer bezig was. Er waren geen lange preken, maar wel enkele sterke nummers. Geen alternates, wel een super getalenteerde cast. Geen taart, wel een groot gesigneerd doek dat op Valentijnsdag verloot zal worden. De opbrengst hiervan zal naar de hartstichting gaan.

Deze Charity krijgt een geheel nieuwe look en sound. Een voorbeeld hiervan is het overbekende ‘Hey, Big Spender’, dat getransformeerd is tot paaldansnummer. De 8 getalenteerde dames, geleid door Sophia Wezer en Esther van Boxtel, gaven een voorproefje hiervan, maar dan zonder palen want die waren er nog niet.

Hierna was het de beurt aan hoofdrolspeler Lone van Roosendaal om het nummer ‘Als je zelf kon zien’ hartverwarmend aan de vleugel ten gehore te brengen. Dit werd gevolgd door een dansnummer van het ensemble: ‘Rich Man’s Frug’. Met groot ontzag heb ik van dit spektakel genoten. Het is bijna niet te geloven dat ze dit in een week hebben ingestudeerd.

‘Frug’ (10 minuten lang) is een commentaar geworden op de hedendaagse clubcultuur van drugs en geweld en is nu al een ‘tour de force’ van de regisseur/ choreograaf en het ensemble. Hier en daar zijn er wat Bob Fosse (de oorspronkelijke regisseur/ choreograaf) accenten te herkennen. Net als bij Fosse is Craig’s werk een spannende mix van ‘darkness’ en humor, maar zonder de elementen van vaudeville en burlesque.

Horwood beschrijft de Fosse-stijl als ‘minimalist’ en die van hem als een combi van mini- en maximalist. Het is de donkere kant van het verhaal dat Horwood (die mij deed denken aan Hugh Jackman in The Boy from Oz) aantrok en dat is zeker in dit nummer terug te zien. Tony Neef: “Het wordt geen platte komedie. Daar hebben we Jon van Eerd voor. Hij kan het veel te goed. Laten we daar maar niet aan komen.”

Perry Dossett, die de oplichter van een predikant Big Daddy speelt en ook in de ‘Frug’ meedanst zegt: “Bob Fosse is niet te evenaren.” Perry kijkt er vooral naar uit om hun eigen ding ervan te gaan maken. Hier is Sophia Wezer, die de pittige Helene en hartsvriendin van Charity speelt, het roerend mee eens: “Bob Fosse kan je niet verbeteren, die man was gewoon geniaal. Maar ik moet zeggen dat wat Craig hiervan maakt…wij staan er gewoon versteld van. Hij haalt gewoon weer een heel andere kant van je kunnen naar boven. Ik denk dus dat we heel erg in de buurt komen.” 

Sweet Charity
De musical is gebaseerd op de, met een Oscar bekroonde, film “The Nights of Cabiria” (1957) van Federico Fellini. In 1966 bewerkte Fosse het tot een musical voor zijn vrouw, de legendarische Gwen Verdon, die een van haar vele Tony Awards voor de rol won. De musical is eigenlijk een lange tragikomische zoektocht van prostitue Charity Hope Valentine naar de liefde. Tony: “Als ik deze musical moet samenvatten dan is het de tegeltjesspreuk: zonder leven is er geen hoop en zonder hoop geen leven.”

Alhoewel de titelrol door veel grote namen is vertolkt (Verdon, Shirley MacLaine, Jasperina de Jong en Simone Kleinsma) voelt Lone zich niet geintimeerd om in deze voetsporen te treden. Het wordt namelijk een totaal nieuwe productie, geen kopie van de Fosse-versie en de choreografie wordt helemaal op haar gemaakt.

Simone Kleisma heeft Lone verteld dat het een van de zwaarste rollen is die ze ooit heeft gespeeld. Ter voorbereiding heeft Lone zich dan ook 4x in de week uit de naad gewerkt in de sportschool. Dit heeft zijn vruchten al afgeworpen. Tijdens de eerste repetities merkte ze tot haar genoegen dat enkele dansers buiten adem waren en zij niet. Ze voegt er snel aan toe: “Bij hun zag het een stuk beter uit, daar niet van”.

Ik vroeg Lone of Charity niet een erg suf personage was in een tijd van sterke vrouwen. Hier was ze het helemaal niet mee eens. Lone: “Ze is een sterke vrouw! De combinatie van het onschuldige met het volledige niet vooroordelende over anderen is spannend om te spelen.” Als het aan haar ligt wordt het personage niet afgeschilderd als een slachttoffer. In de zeurderige en huilerige MacLaine-interpretatie van de film heeft ze totaal geen zin.

Oscar
Tony Neef had in eerste instantie helemaal niets met Sweet Charity totdat hij gevraagd werd voor het stuk en research is gaan doen. “Ik ben erachter gekomen dat het in het rijtje The Sound of Music en West Side Story hoort. Alle facetten van een musical komen in dit liefdesverhaal voor.”

Als ik Tony vraag zijn personage, Oscar, te omschrijven zegt hij: “In de Gaykrant staat dat ik een saaie kantoorpik speel. Ja, dat ben ik wel.” De rol is echter wel een uitdaging want “het is heel moeilijk om saai te spelen!” Met deze musical hoopt Tony heel wat meer over acteren te leren. Dankzij acteercoach Hajo Bruijns leert hij niet precies te spelen wat er staat, maar om naar de subtekst te zoeken. “Ik hoop dat ik na deze musical terecht kan schrijven: Tony Neef, zanger/acteur.”

Het personage van Oscar heeft nauwelijks nummers. Dit vond Tony in het begin best wel een beetje jammer. “Ik zei eerst tegen Mark Vijn: kan er geen nummer bij of zo. Maar toen dacht ik, onzin. Mijn uitdaging ligt in het spelen.”

Is Nederland niet klaar voor een zwarte Charity?
Al in 1986 speelde Debbie Allen (Fame), als Afro-Amerikaanse, de titelrol op Broadway. Mark Vijn werd tijdens de presentatie luid geapplaudiseert omdat hij niet voor een BN’er in de hoofdrol was gegaan. Ik had het echter nog spannender gevonden als hij voor gekleurde hoofdrolspelers was gegaan. Ik vroeg dan ook aan de supergetalenteerde Sophia Wezer, “waarom niet Sophia als Charity en Perry Dossett als Oscar?” Een vraag die een blanke journalist nooit zou stellen, omdat die er waarschijnlijk simpel weg niet bij stil staat. Sophia snapt gelijk wat ik bedoel: “Die vraag stellen Perry en ik ons ook altijd. Zeker nu we ons in een zeer multiculturele samenleving bevinden en wij eigenlijk elk seizoen weer zitten van zal er een stuk komen waar een zwarte man of vrouw in voorkomt?”. Ze heeft 2x mogen proeven aan color blind casting, iets wat in Amerika en Londen al meerdere jaren normaal is (bv. Adrian Lester in Company, Denzel Washington in Julius Caesar, Audra McDonald in Henry IV). Ze speelde Rizzo in Grease en volgde Pia Douwes op in Chicago. “Ik weet echt niet wat de angst is. Het is wel iets waar je tegen opbokst en dat is niet altijd fijn. Het is nog steeds van de zotte dat als er staat dat er een ‘moeder’ moet worden gespeeld dat daar automatisch een blanke vrouw voor wordt gecast. Ze zeggen wel discriminatie is voorbij, maar voor mij is het nog steeds voorbij met aanhalingstekens.”

Dezelfde vraag stelde ik ook aan Perry, die in de musical de geweldige showstopper “The Rhythm of Life” gaat brengen. “Het is een beetje mijn hekelpunt dat je als kleurling altijd in bepaalde stereotypes wordt gestopt. Dat vind ik wel heel jammer. Je hebt geen ruimte om door te groeien.”

Sophia is niet met musicals opgegroeid. Het was geen onderdeel van haar cultuur. “Ik kende The Sound of Music niet eens totdat ik naar de dansacademie ging. Al zit ik al lang in het vak, ik kan nog steeds niet de zware stukken zien. Ik vind The Phantom of the Opera heel mooi, maar ik krijg het er benauwd van. Het is allemaal zo hoog. Het voelt voor mij niet natuurlijk.” Haar ontzag voor Chita Rivera (West Side Story, Chicago, Kiss of the Spiderwoman) heeft echter haar liefde voor musicals doen groeien en ze is dan ook erg blij dat ze Rivera’s rol uit de filmversie op toneel mag gaan vertolken.

Scepsis overwonnen
Mijn eerste reactie op een revival van Sweet Charity was, “Nee, he, niet weer zo’n suffe, nostalgische musical!” Na het horen van de regisseur zijn plannen en het zien van de fantastische danskunsten van het ensemble ben ik toch wel erg nieuwsgierig geworden naar het eindresultaat. Zelfs met de kennis dat het boek van Neil Simon, hier vertaald door Coot van Doesburgh, nooit bekend heeft gestaan als een van de beste in de business.

Het nummer “There’s Gotta Be Something Better Than This” is voor Lone de grootste uitdaging, omdat het een echt pittig dansnummer is. “Ik wil er straks gewoon rete strak uit zien. Ik wil gewoon dat je denkt, “Oh, ik wist helemaal niet dat ze kon dansen.”

19 September 2005
N.v.t.
Amsterdam
Focus
Officiële website

Lone Van Rosendaal, Tony Neef, Sophia Weze, Esther van Boxel, Mark Vijn Theaterproducties