Interview

In gesprek met Doris Baaten

Doris Baaten is nu te zien in de musical Droomvlucht in Theater de Efteling. Wij spraken met haar over deze productie, over het hernemen van rollen en keken ook al wat vooruit.

Je weet je volgende rol ook al. Je speelt in “Je gelooft in mij”, de André Hazes musical. Sta je daar weer net zo blanco voor als voor de musical Droomvlucht?
Ja. Ik weet nog dat ik auditie heb gedaan voor de musical Droomvlucht, en toen speelde ik ’s avonds Hycinth Bucket. En dat is dan op dat moment nog bijna te veel. Ik moet die Bucket nog even van me afschudden. Dat is ook gelukkig gebeurd. Dat kan ik ook wel, maar dat is wel een heel bewust ding. Ik ben er ook best trots op dat ik een heel uiteenlopend CV heb. Niet daar-komt-ze-weer-met-hetzelfde-dingetje, wat je af en toe wel ziet. Ik vind het ook echt een avontuur om elke keer wat anders te doen. Elke keer denk ik wel: “Kan ik het wel?”, daar begint het mee. Ook met Hyacinth Bucket vorig jaar, toen dacht ik: “hoe ga ik dit in Godsnaam doen?” En dat is heel succesvol geworden. Het was ook leuk om te doen, en het voelde goed. En dat is dit ook weer.
Wat ik volgend jaar met de schoonmoeder van André Hazes moet, ik heb geen idee. Dat is weer een uitdaging. Dat heeft weer niets te maken met wat ik hiervoor gedaan heb. De meeste mensen die zullen haar uiterlijk kennen. Zij was degene waar de mensen het over hadden als ze de Hazes-documentaire “Zij gelooft in mij” hadden gezien. Ze is iemand die met zonnebrillen, veel goud en in strakke pakjes rondliep. Met zulke hakken, veel make-up en enorm (zonnebank)bruin. En roken.

Je hebt in de musical Droomvlucht een aantal verschillende kleindochters Lila, die allemaal hun eigen manier van spelen hebben. Zijn er vaste dingen die je vooraf nog doorneemt met elkaar?
Ze hebben inderdaad allemaal hun eigen manier van spelen, en dat is alleen maar leuk. Dat laat ik ook gewoon gebeuren. Ze ontwikkelen zich ook alle vier op hun eigen manier. Ze spelen natuurlijk allemaal wat vaker nu, en sommigen hebben wat meer ervaring, en anderen helemaal niet. Maar iedereen ontwikkelt zich toch. Dat houdt mij scherp, dat vind ik leuk.
Soms is het wel eens tricky, bijvoorbeeld als Lila erg langzaam praat. In het begin van de voorstelling heb je mijn lied, een couplet en een refrein, en dan een stukje tekst. En dan gaat het lied weer verder. Dus je moet zorgen dat je in die muziek dat tekstje zegt. Het laatste wat ik dan zeg is: “Justin Bieber, zit die bij je in de klas.” Dan hoor je als het mee zit nog twee maten, en dan zing ik:”Hoor ik om me heen, drukte en lawaai.” Maar vorige week praatte ze zo langzaam dat ik op het laatst zeer snel zie: “Justin-Bieber-zit-die-bij-je-in-de-klas-hoor-ik-om-me-heen-drukte-en-lawaai.” Toen dacht ik: “Oeps.” Dat moet ik dan zelf meer sturen en wat meer tempo maken.” Ik ben het die het die dat moet oplossen; ik kan haar niet gaan opjagen. Ik moet dan de dingen die ik speel (en misschien wel altijd speel en vanuit een bepaalde gedachte) laten schieten. Dat is een kwestie van op tijd ingrijpen. Ik ben de professional hier. (Doris lacht). Die kinderen zijn helemaal te gek. Die zijn zo goed; dat had ik op hun leeftijd echt niet voor elkaar gekregen. Ik had ook nooit verwacht dat ik het zo leuk vind om met kinderen te spelen. Het is leuk om met kinderen te werken en ze om je heen te hebben, maar ik speel toch 90 % samen met dat kind, dus het is wel belangrijk dat het leuk is. Ik vind het echt een fantastische gewaarwording.

Heb je in deze voorstelling nog momenten onder tijdsdruk?
Nee, ik heb totaal geen spoeddingen. Wat dat betreft wordt het naarmate ik ouder wordt steeds relaxter. Ik heb ooit in “Sweeney Todd” gespeeld. Daar speelde ik een bedelares en er was één flashback scène op het balkon. Dat wordt altijd over de hele wereld gespeeld door iemand uit het ensemble, maar dat wilde ik niet. Ik was helemaal geschminkt met zwarte tanden, vuil en rode vlekken, en dan moest dat binnen drie minuten helemaal schoon, andere make-up, pruik op, witte jurk aan, en dan weer terug en al die vegen. Dat vond ik een sport. Het is mijn personage, ik wil voelen hoe dat is geweest. Want ik speel de consequentie van wat er toen gebeurd is. Juist dat dramatische stukje zou dan een ander spelen. Ik kan dus een hoop lol hebben in die haastdingen, ook met make-up. Want ik ben daar heel handig in, ook als het theaterschmink is. Hier slof ik van het ene punt naar het andere, en plof eens uit een luik, en dat is het dan. (red: Doris vergat te vermelden dat dit luik luid openklapt op 2 meter van de zitplaats van de auteur, die zich halfdood daarbij schrok).

Je hebt nooit een rol hernomen, waar dat bij “Mamma Mia!” bijvoorbeeld had gekund. Nu wordt “Blood Brothers“ opnieuw gespeeld. Zou je dat willen doen?
“Blood Brothers” misschien wel, want daar ben ik in een later stadium ingekomen. Die voorstelling heb ik niet zo heel veel gespeeld. Maar over het algemeen, nee. Wat ik heb gespeeld, heb ik gedaan. En nu is het aan een ander. Wat ik heb gemerkt toen “Les Miserables” terugkwam is dat er mensen waren, die er heel erg op gebrand waren de rollen van toen weer te spelen, waar ik me afvroeg waarom. Wij zijn nu 20 jaar ouder. Geef het aan de mensen die 20 jaar jonger zijn. Jij hebt het al gedaan, waarom zou je het nog een keer doen.
Bij “Mamma Mia!” ook, iedereen begon me te vragen. “Ga je het weer doen?”, maar ik pieker er niet over. Ik vond het wel een enige tijd, en als ze me vragen wil je het nog één keer doen om wat voor reden dan ook, dan zeg ik wel ja. Een paar jaar geleden, toen mr. Pieter van Vollenhoven 70 jaar werd, heeft hij zelf een avond mogen samenstellen. De nieuwe “Mamma Mia!” was toen al bezig, maar hij wilde absoluut Simone Kleinsma, Dominique van Vliet en mij voor die avond. Toen hebben we de hele finale weer opnieuw ingestudeerd. Je had me moeten zien. “Die pasjes heb ik toch nooit gedaan.” “Jawel.” Ik moest weer van voren af aan beginnen. Geweldig. Ik vond het echt een superrol, maar wat je gedaan hebt heb je gedaan, en je moet gewoon uitdagingen zoeken in iets nieuws.

Je staat nu in het theater van de Efteling. Heb je daar nostalgische gevoelens bij?
Nee, want als kind kwam ik niet in deze omgeving. Ik ben opgegroeid in Maastricht, en keek bijvoorbeeld ook weinig Nederlandse televisie, wel veel Duitse. Ik ben er wel eens geweest, maar het is niet zo mijn interesse. Maar het is natuurlijk geweldig, misschien juist als je wat ouder bent. Een kinderlijk gevoel dat je overkomt, en zeker nu met kerstmis. Kijk eens waar ik naar binnen stap, echt geweldig.
15 December 2011
N.v.t.
Kaatsheuvel
Theater De Efteling
http://www.efteling.com
interview, Doris Baaten, Droomvlucht, mamma mia!, Blood Brothers, Sweeney Todd, Evita, Chicago

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen