Interview

In gesprek met Suske en Wiske

Suske Niels en Wiske Liesbeth spreken onder andere over Schanulleke in de wasbak, Nederlandse staande ovaties en type-casting.

Het is inmiddels al weer even geleden dat de musical Suske en Wiske — De Circusbaron in Antwerpen in première is gegaan. Voor een doorloop van de voorstelling in Hengelo sprak Musicalworld met de vertolkers van Suske en Wiske, Niels Destadsbader en Liesbeth De Wolf

Tevens kunnen we voor de resterende voorstelling een leuke aanbieding doen, 2 voor de prijs van 1. Zie onder aan het interview de details.

De musical speelt inmiddels alweer een tijdje. Hoe bevalt het?
(L) Het is natuurlijk leuk om te doen. De figuren zijn leuk om te spelen en het is heel goed om met dit ensemble te mogen samenwerken. Het is een ervaring op zich en een droom die voor mij is uitgekomen. En ik denk voor Niels ook….
(N) Ja, het is de eerste musical dat ik speel en voor Liesbeth ook en dat was wel wennen. Wat ik vooral het interessante vind is dat je heel veel verschillende theaters doet en dat maakt het elke keer weer een beetje anders, en dat is dan toch spannend. Het is heel tof om te doen.

Zit er veel verschil tussen de Vlaamse en Nederlandse theaters en het publiek?
(N) Ik vind dat het Nederlandse publiek wat toegankelijker is. Voor ons Vlamingen is het enorm wennen dat op het einde van de voorstelling een altijd een staande ovatie komt. Bij ons gebeurt dat bijna nooit. Dan moet het echt zeer, zeer goed zijn. Dat is voor ons natuurlijk wel leuk; het is een soort van respect dat je dan krijgt.
Nederlanders zijn ook wat opener, wat minder gereserveerd. Na de voorstelling zeggen ze veel meer wat ze er van vonden, achteraf bij de handtekeningensesssie. Als je het in Vlaanderen wilt weten moet je echt vragen aan iemand wat hij er van vond.
(L)Dat is natuurlijk een cliché wat bestaat over de Nederlanders en de Belgen. Belgen zijn gereserveerder.
Om één of andere reden is Suske en Wiske in Nederland populairder dan in Vlaanderen. In Vlaanderen kennen ze het wel, maar hier geeft het meer een hype. Het is natuurlijk wel leuk voor een volle zaal te spelen in ons buurland en dan een staande ovatie te krijgen. Dat is wel een ervaring op zich.

Betekent dat ook dat meer Nederlanders het verhaal van de musical al kennen?
(L) Dat ze het meer kennen zou ik niet durven zeggen. Suske en Wiske is hier wat hipper, terwijl bij ons de mensen het meer gewoon zijn dat de albums regelmatig uitkomen. Hier zijn ze echt laaiend enthousiast dat ze Suske en Wiske in levende lijve zien.
(N) Ik merk wel op dat in Vlaanderen heel veel mensen zijn die niet het verschil weten tussen Suske en Wiske en dat is in Nederland ook een stuk minder. Over het algemeen weten ze wel wie Suske en wie Wiske is.
(L) Maar ook in Nederland komt het wel voor dat ze op me afkomen en zeggen:””Hé Suske”.

Als jullie achteraf signeren, doen jullie dat dan als jezelf of als Suske en Wiske?
(L) Dan signeren Suske en Wiske. Dan behoud je magie van de show.
(N) Soms ben je na de voorstelling best moe, en dan moet je nog signeren. Maar dan zie je zo’n eerste gezichtje en dan is het meteen weer zo leuk.
(L) De eerste opdracht ongeveer die we kregen was om een goede handtekening te vinden. We zijn alletwee op zoek gegaan en hebben dingen uitgeprobeerd en die weer voorgelegd aan de oudere collega’s die langer in het vak zitten. Zo is er dan nu voor elk van ons een leuke handtekening gekomen.
(N) Bij haar handtekening wordt de letter W haar strikje en bij mij staat er op de eerste S een kuifje. En zo heeft iedereen wat speciaals. Lambik schrijft zijn naam dikwijls verkeerd, de J van Jerom is een spierbal.

Voor de Nederlandse voorstelling zijn er een paar veranderingen gedaan. Verwijzingen naar bekende Vlamingen zijn nu naar Nederlanders. Hoe zijn die wijzigingen tot stand gekomen?
(L)Er zitten moppen in de voorstelling die verwijzen naar de actualiteit. Daar we in Vlaanderen over Koning Albert spreken gaan we hier naar de koningin verwijzen. En zit er hier een grap in die naar Paul de Leeuw verwijst. Dat is om het voor de Nederlanders leuk en begrijpelijk te houden.
(N) Maar verder is er toch voor gekozen om het toch zo Vlaams mogelijk te houden. Er is wel even twijfel geweest of we dingen als “ge moet” zouden vervangen door “je moet”, maar we merken dat altijd bij Nederlandse mensen dat dat net een beetje de charme is van Suske en Wiske. (red: Bij dit interview hebben we deze aanpassing wel gedaan).  Dat het Vlaams is. Uiteraard zijn de woorden die Nederlanders echt niet zouden begrijpen wel aangepast.
(L) Ik heb het één keer aangedurfd om een vernederlandsing te gebruiken, maar daar had ik totaal geen reactie op in de zaal. Dus heb ik het maar bij het Vlaamse gehouden.
(N)Sommige dingen moet je ook gewoon uitproberen. Je kan nooit weten hoe het publiek reageert.

Ook bij de videoprojecties is sinds de première in Vlaanderen wat aangepast?
(N) Er is daarin inderdaad een aanpassing geweest. Op een gegeven moment speelt zich een act af van Suske en Wiske in het circus. In Vlaanderen was dat met beelden van ons. Dat was opgenomen met blue key en zo. Om het toch nog wat meer strip te maken heeft de regisseur bij de premiere in Nederland en daarna gekozen om de stripfiguren uit het boek te nemen. Ik vind dat wel een goede keuze, want het is moeilijk om zo’n act echt na te spelen en dat even spectaculair te laten zijn als in het boek.
Het is niet ongebruikelijk om dingen uit je werkomgeving mee te nemen in je dagelijks leven. Uitdrukkingen of zo. Zijn er dingen in de show die je thuis ook gebruikt?
(L) Wel, er is het bekende verhaal van Liesbeth die Schanulleke een badje geeft. Soms komt het voor dat ik Schanulleke mee naar huis neem omdat we nog een optreden hebben of zo.  Dan zeg ik: “Ik bekommer me wel om mijn popje.” En ik vond dat ze er wel enorm vuil uitzag en ik heb haar toen een badje gegeven. Dus ik stond met Schanulleke in de gootsteen en ik schrok eigenlijk van mezelf. Ik zag mezelf daar zo staan. Dus vervolgens heb ik er een foto van genomen, omdat het zo grappig was en me thuis gewoon helemaal Wiske voelde. Omdat ik een pop aan het wassen was en dat vroeger met mijn eigen poppen echt nooit heb gedaan. Ik heb echt een nauwe band met Schanulleke gekregen. Als iemand anders haar vastpakt of er mee begint te gooien of zo dan kom ik er wel bij en zeg: “Dat is wel mijn popje en je gaat die met respect behandelen”  Door Schanulleke heeft mijn moederhart zich wel getoond.
Voor de rest zeggen ze dat wij getypecast zijn.  Ik kan ook wel als Wiske spontaan en jaloers zijn.
(N) En ik ben dan een wat rustiger type. Ik kan wel de kat uit de boom kijken en zij is wat impulsiever en is altijd heel enthousiast. Die karaktereigenschappen maken het ook wel makkelijker om de rollen te spelen.
(L) Het is ook zo dat als er gevaar is dat ik zou zeggen: “Ga eens kijken en ik zal wel volgen.”
(N) We hebben in het echt ook een hele goede band en dat maakt het ook heel leuk om zulke rollen te spelen.

24 January 2009
Repetitie
Hengelo
Rabotheater
Music Hall - Suske en Wiske
Suske en Wiske, Jerom, Lambik, SIdonia, musical, interview, de circusbaron, Niels Destadsbader, Liesbeth De Wolf

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen