Bij de start van de voorstellingen bevinden we ons in een Egyptisch museum met 3 gidsen. Een speciaal museumstuk hier is een beeld van Joseph. Deze Joseph komt tot leven, de museumbezoekers verkleden zich, en we bevinden ons ineens in de Bijbelse oudheid, in het land van Kanaà¤n. We zien Jacob met zijn 12 zonen, waarvan Joseph het lievelingetje is. Dat levert hem privileges op bij zijn vader. Joseph is een dromer, jong en onwetend van de gevoelens van zijn broers, en juist die dromen, die impliceren dat hij speciaal is en de rest niet, zorgen dat de broers steeds meer haat jegens Joseph ontwikkelen. Dat escaleert als de jongen een prachtige jas krijgt (die uit de musicaltitel). Ze willen hem achterlaten in een diepe put, maar als toevallig een slavenhandelaar voorbij komt, wordt zijn lot bezegeld. Hij belandt in Egypte, waar zijn fantasie hem helpt carrière te maken, terwijl zijn naïviteit deze opmars weer aardig om zeep helpt. Zal de dromer zijn dromen uit kunnen laten komen?
De musical is de allertweede musical van Andrew Lloyd Webber en Tim Rice (de eerste is verre musicalhistorie, in tegenstelling tot de opvolgers Jesus Christ Superstar en Evita) en heeft een score als een radioprogramma van Hilversum 3, toen er nog alles kon. Het is een bonte mix van muziekstijlen, met als gemene deler dat de songs erg aanstekelijk zijn. Het bronmateriaal is inmiddels bijna 50 jaar oud, maar klinkt over het algemeen tijdloos.
Het zal niemand die de zaal betreedt ontgaan dat we in een Egyptische omgeving zitten. De podiumlijst staat vol hiëroglyfen, en aan weerszijde, bij beide ingangen, staat een fraaie obelisk. Het decor is verder vrij sober, zodat de aandacht volledig gericht kan worden op de spelers en de vaak grappige attributen. Zoals de handzame schapen die uit een houten kleuterspeelgoedpuzzel lijken te zijn gehaald, of de fraaie kameel die uit jute zakken is opgebouwd. De kostuums zijn prachtig, en zorgen dus voor een goed fundament.
De musical is vooral een muzikaal prentenboek. Er zitten geen diepgaande dialogen in, en de karakterontwikkeling blijkt vooral uit de handelingen, en uit wat de drie vertelsters allemaal te melden hebben. Uiteraard moet de handeling, houding en gezichtsuitdrukking wel kloppen, maar de musicaldisciplines zang en dans zijn hier extra belangrijk. De dansen in deze voorstelling zorgen voor prachtige plaatjes. Je zou ze, op het moment dat de broers vieren dat ze Joseph kwijt zijn, wel iets meer podium en ruimte gunnen. Vocaal is het ook prima in orde. De rol van vertelster, nu gedeeld door 3 vrouwen (Mieke Steinmetz, Melanie Comperen en Nathalie Ooms) wordt prachtig gezongen, of dat nu solo is of met z’n drieën, of ondersteund door een achtergrondkoor. Allen stralen op het podium. Dat kan zeker ook gezegd worden van Hugo Buylinckx als Joseph. Zijn zang en intonatie lijkt sterk geïnspireerd op Freek Bartels, maar in zijn mimiek zien we meer de verwondering terug van een jongen die (door omstandigheden) de wereld ontdekt. Sterk is ook Flor Theeuwes als de farao, die muzikaal zijn vertrouwde omgeving verlaat met songs in het Elvis Presley genre. Net als vele andere kleinere rollen weet hij in zijn spel de juiste, vooral komische, snaar te raken.
De tijdsprong, met mensen uit het heden, die een rol vertolken, geeft een mooie aanleiding tot grappen. Anachronismen, zoals de broer die in zijn enthousiasme aan Jacob vertelt dat Joseph nu bij Jezus is. (Vertelster; “Dit is het oude testament!!!”). Of een praktisch probleem, zoals het meisje dat op een gegeven moment de butler van de farao aan haar jasje trekt omdat ze moet plassen. Het gedrag van de vrouw van Potifar, die in een heerlijke scene Joseph verleid, krijgt een eigentijds waardeoordeel. En het praktische probleem van musicalverenigingen, dat er meer vrouwen dan vrouwenrollen zijn, is hiermee ook mooi opgelost. Sommige broers worden zonder nadruk door vrouwen gespeeld. Als Joseph echter bezoek krijgt van een bakker en een butler, en de vertelsters over deze mannen willen zingen, wordt hen wel even duidelijk gemaakt dat ze geen heren zijn. Met aangepaste tekst zingen ze verder en een zichtbare bevestiging volgt als het juiste geslacht wordt bezongen.
Joseph and the Technicolor Dreamcoat is, mits goed vertolkt, een feestje. Deze versie van Spot! is zo’n feestje, waarbij de tijd voorbij vliegt. Een musical waar de makers, op het podium, ervoor of erachter, buitengewoon trots mogen zijn.
Het is leuk om te zien hoe groot het contrast tussen voorstellingen kan zijn. Jane Eyre, de productie van het vorig jaar, was een prachtig drama, en dit jaar staat er een voorstelling zonder enige dramatische diepgang, maar die volop amuseert, swingt en rockt. Een prachtig muzikaal plaatjesboek vol humor. In welke categorie de volgende zal vallen? Zondag 15 oktober wordt de opvolger bekend gemaakt; we zijn al heel benieuwd.
Spot! Theater’s Joseph and the Amazing Technicolor Dreamcoat speelt nog tot en met 15 oktober in C.C. Jan van Besouw in Goirle. Er zijn nog kaarten, al zal het ons niet verbazen als dat door de mond op mond reclame van het premierepubliek niet lang meer het geval zal zijn. Zij waren wild enthousiast, en als de groep deze kwaliteit weet vol te houden, zal dat bij de komende bezoekers zeker ook het geval zijn.