Recensie

Krabat: familiemusical voor gevorderden

Met Krabat brengt M-lab zijn derde kersttitel Als vanouds een familieproductie, al is de doelgroep toch wat ouder dan voor de voorgaande twee Inclusief gefilmde reportage MusicalWorld.TV.

De voorstelling Krabat — Meester van de zwarte molen is gebaseerd op het boek van Otfried PreuàŸler uit 1973. Het verhaal is echter gebaseerd op een sage, die eeuwen ouder is. Het boek en verhaal werd meermaals in andere vormen gepresenteerd, toneelstukken, opera’s, een tekenfilm. In 2008 werd er een speelfilm,van gemaakt, en nu, in 2010, heeft het met deze M-lab voorstelling een Nederlandse theaterbewerking gekregen.

Krabat is een wees, en zwerver. Door berichten in zijn dromen wordt hij gelokt naar een molen, waar hij aan de slag kan gaan als molenaar. Het blijkt echter geen gewone molen. Dat blijkt bijvoorbeeld als Krabat, als hij bijna neervalt onder de zware arbeid, na een hand op zijn schouder, weer nieuwe kracht krijgt. De meester van de molen blijkt de zwarte magie te beheersen, en de 12 jongens die in de molen werken krijgen hier van hem les in. Maar zij betalen ook een prijs; elk jaar moet er één van hen plaats maken voor een nieuwe molenaarsleerling, en laat door een “val van de trap” het leven. Niet alle jongens uit de groep zijn elkaar goed gezind; meesterknecht Tonda is te vertrouwen, maar Lyschko doet uit lijfsbehoud alles om in een goed blaadje te blijven, en schroomt niet terug voor een potje verraad. De meester eist totale gehoorzaamheid van de jongens, en een van de grootste fouten die een jongen kan maken is verliefd te worden op een meisje. Dus als Krabat het “meisje dat kan zingen” ontmoet en verliefd wordt raakt hij in groot gevaar.

In de voorstelling is het verhaal van het boek enorm vereenvoudigd. Dit maakt dat het verhaal met vijf acteurs te vertellen is, maar het zorgt ook wel voor onduidelijkheden. De Peetoom die jaarlijks langskomt heeft duidelijk macht over de meester, maar wat de botten nu in het verhaal doen blijft vaag, evenals de noodzaak van het jaarlijkse sterfgeval.

De voorstellingen in het vierde jaar M-lab zijn tot nog toe apart geweest. Deze kerstvoorstelling is daarop geen uitzondering. Budget zorgt in dit theater altijd voor een abstracte vormgeving, en dat kan ook gezegd worden van deze voorstelling. Maar muzikaal is deze ook zeker apart. De voorstelling Krabat valt duidelijk onder de noemer muziektheatervoorstelling. De muziek is vaak underscore-achtig, en echte liedjes zijn er ook nauwelijks te ontdekken. Het soort muziek mag qua klank bijzonder genoemd worden, maar is weinig memorabel en weet een enkele keer zelfs op de zenuwen te werken.

Eerdere M-lab kerstvoorstellingen hadden ook kinderen in de hoofdrol, maar Krabat is duidelijk een ervaring van een ouder kind dan de Geheime Tuin of de Gebroeders Leeuwenhart, en hiermee wat hoogdrempeliger. Het fantasy verhaal, zoals we deze sage sinds de Harry Potter en Lord of the Rings-hype maar zullen noemen, is ook een stuk complexer dan de voorgaande verhalen. Omdat veel niet kan worden getoond moet er door de acteurs vrij veel worden verteld. Dit lijkt soms tot wat lange verhandelingen. Als tijdens een verhaal dan ook nog eens door twee andere spelers de vloer van de molen met het bijbehorend geluid als een puzzel wordt neergelegd worden we ook nog eens flink afgeleid van dit verhaal en blijkt dus een minder geslaagde keuze. Waar de scenes over het algemeen sterk en krachtig zijn, lukt dat niet altijd met de muzikale. Vooral het visjes blafka pufka duurt te lang en voegt weinig toe. Deze tijd had beter kunnen worden benut, bijvoorbeeld om de ontwikkelingen aan het eind van het verhaal duidelijker te maken.
Voor de vereenvoudiging van het verhaal zijn originele keuzes gemaakt, waarvan een visuele mooi uitpakt. Negen van de twaals molenaarsleerlingen worden uitgebeeld door een paar schoenen, en krijgen we verder in het geheel niet te zien, op één moment na. Ze worden wel in een lied genoemd, maar de stortvloed aan namen gaat het ene oor in en het andere weer uit. Omdat ze geen rol hebben in deze vertelling is dat ook geen enkel bezwaar.

De tirannieke meester van de molen wordt gespeeld door Bart de Vries. Hij is als een vis in het water als deze engerd (die ook gek kan doen in een waterrijke droom), die zelfs als hij vriendelijk is toch iets dreigends houdt. Jeroen Voorhorst is uitstekend als de gewone Krabat, die verliefd wordt en werkt, en zich staande moet houden tussen vriend (Tonda) en vijand (Lyschko).  Roos van der Waerden speelt het meisje en laat horen dat ze inderdaad kan zingen. Haar uitbundige uitstraling konden we in Daendels al zien, maar ze blijkt nu ook mooi te kunnen spelen. Rogier van Erkel is de vriendelijkheid zelve als de aantrekkelijke (stoer, sterk, wijs en een mooi plaatje) Tonda, maar kan ook nog even zijn hufterige kant laten zien in de opening van het stuk, als hij samen met een andere zwerver Krabat aan zijn lot overlaat. Twee zeer overtuigende optredens. Verrassend is de rol van Niels Jacobs, die door zijn jonge engelachtige uiterlijk vaak een jong en kwetsbaar personage speelt. Lyschko is echter een gladde wezel; een rol die hij met glans neerzet. Met galm in zijn stem blijkt hij als de Peetoom zelfs nog enger.

Krabat is een interessante voorstelling met een aantal fraaie spelscènes, mooie decorstukken (de molen van fietswielen en hout, en de eenvoudige ring met kraaien) en een interessant, spannend verhaal. Zoals het meisje een aantal keer in de voorstelling zegt: “Soms weet je meer dan je weten kan.” In dit geval is het verstandig voor het goed kunnen volgen van de voorstelling om je van te voren wat in te lezen, ondanks dat dit stuk zijn vrijheden heeft genomen met het verhaal. Krabat heeft zijn enge momenten, maar de gestelde leeftijdsgrens van 8 plus lijkt me niet te laag. Ondanks dat het verhaal met horten en stoten wordt verteld, en het muzikaal een stuk pakkender had gekund is het voor de liefhebber van een spannend verhaal een bezoekje wel waard.

11 December 2010
Première
Amsterdam
M-Lab
http://www.m-lab.nl
krabat, meester van de zwarte molen, m-lab, jeroen voorhorst, niels jacobs, roos van der waeren, bart de vries, rogier van erkel, muziektheater, recensie, premiere