Recensie

La Belle et la Bàªte

Na Mamma Mia vorig jaar is er nu opnieuw een grote Nederlandse productie die in Antwerpen een reprise krijgt, en wel met een nagenoeg volledig Vlaamse cast. De vele promotie vooraf heeft zijn doel niet gemist. Het aantal verkochte kaarten overstijgen nu al de 45.000. Beauty & the Beast blijkt al een hit voordat de officiële première is geweest. Maar twijfelaars kunnen gerust zijn; ook op deze première zijn de reacties buitengewoon enthousiast.

Het verhaal en de show:
Belle en het Beest is natuurlijk 1 van de bekendste Disneyfilms. Er zullen maar weinig mensen zijn die het verhaal van de in een beest verandere prins in zijn betoverde kasteel en het meisje dat anders is dan de anderen in het dorp niet kennen. Regisseur Glenn Casale zegt echter voor deze versie uit te zijn gegaan van de achttiende-eeuwse novelle. Echt duidelijk zal dat de gemiddelde kijker niet worden. Die herkent heel duidelijk de karakters en de verhaallijnen uit de film terug. Er wordt wel meer nadruk gelegd op de zorgen van de mensen in het kasteel. De vloek zorgt er namelijk voor dat zij steeds minder menselijk en meer ding worden. Het drama dat hierdoor ontstaat blijft echter ?light?. De nadruk van de regie ligt toch voornamelijk in de humor.

De vergelijking met Nederland.
Een nieuwe versie van een bestaande show: dan is vergelijken een logische zaak. Gelukkig kan deze Vlaamse versie de vergelijking met de Nederlandse prima aan. Sterker nog, ze is zelfs iets beter. Waar in de Nederlandse versie de show al vanaf het begin, maar zeker naar het eind toe een wedstrijd leek te worden wie er het leukst was op het podium lijdt de Vlaamse versie niet aan dit euvel. Hoewel het drama, in tegenstelling tot wat regisseur Glenn Casale suggereert, nog steeds veel te weinig tot uitdrukking komt, raakt deze versie iets vaker de gevoelige snaar. Toch blijft het hopen dat de elementen die er voor zorgen dat dit in de Duitse ‘Disney’s Die Schone und das Biest’ wel lukt ook nog in de show verwerkt kunnen worden. Dan is de balans tussen drama en ontspanning pas echt perfect geslaagd.

De spelers en hun rollen
Je kunt je afvragen of Ann van den Broeck eigenlijk niet wat te oud is voor de rol van Belle, maar eigenlijk komt die gedachte pas aan het slot van het stuk naar boven. Ze speelt en zingt de rol voortreffelijk. Niet te bijdehand, maar ook niet bleu; ergens kun je je wel voorstellen dat het dorp haar een beetje raar vindt. Haar emoties komen puur en oprecht over en ze neemt het publiek goed mee in haar avontuur.
Een goede vertolker voor het beest vinden blijft echter een probleem. In Nederland was er veel kritiek bij de optredens van Stanley Burleson en Bastiaan Ragas, en ook Jan Schepens’ vertolking zal niet breed bejubeld worden. Hij is veel te weinig een echt beest. Soms lijkt zelfs zijn schreeuw met een bandopname aangevuld te worden om het nog wat te laten lijken,maar tevergeefs. Hier staat echter wel tegenover dat de emotie die bij de rol hoort erg goed wordt neergezet. Zijn lijden en vertwijfeling is puur en zijn zang is zeker voldoende, daar waar de kleine uitglijertjes makkelijk te wijten kunnen worden aan de emotie die bij de rol hoort.
René van Kooten speelt Gaston alsof hij nooit anders gedaan heeft. Was hij in de Nederlandse serie al 1 van de uitblinkers, hier is hij dat weer. Het is wel duidelijk dat het samenspel met Lefou nog wat moet wennen, maar de basis die nu staat is een goed fundament.
Steve Beirnaert speelt deze sullige Lefou, sloofje van Gaston, en raakt wel de juiste toon. Een beetje maf, behoorlijk dom, maar toch een heel menselijk figuur. Je krijgt af en toe zelfs medelijden met deze sul, die continu (letterlijk) in de hoek zit waar de klappen vallen.
Maurice, de vader van Belle, is een vrij kleine rol, gespeeld door Koen Crucke, die vrijwel iedereen in Nederland kent van zijn rol in Samson en Gert.Zodra je hem hoort praten is dit ook meteen duidelijk, maar verder lijkt de ingetogen wijze waarop hij Maurice neerzet op geen enkele wijze op de uitbundige Alberto. Om ‘gekke, oude Maurice’ iets meer waarheidsgetrouw te maken zou er wel een klein schepje bovenop mogen. Niet te veel, want hij moet wel de beminnelijkheid houden die hij nu heeft.
En dan de kasteelbewoners:
Peter van der Velde is Lumière. Mocht iemand aan zijn acteerkwaliteiten twijfelen; Piet Piraat is nu in geen velden of wegen te bekennen. Deze Lumière is net zo expressief en ranzig als de Nederlanders hebben mogen ervaren met Carlo Boszhard. Tegenspeelster Babette (Goele de Raedt) laat zo duidelijk merken dat ze maar in 1 ding is geïnterresseerd dat dit duo regelmatig op het randje balanceert.
Het spel met Tickens is echter voortreffelijk. Marc Lauwrys is af en toe zelf geestig, maar tevens een goede aangever voor Lumière. Zijn wat hysterische en bezorgde karakter zorgt het ene moment voor een lach, maar op het andere moment maakt het pijnlijk duidelijk dat ze in een niet te benijden situatie zitten. Ook mevrouw Pot, gespeeld door Hilde Norga, weet de gevoelige snaar te raken als zij vertwijfeld toch de moed er in houdt.
La Commodia is maar een kleine rol. Toch laat Kirsten Cools het publiek lachen als ze een jurk voor Belle uitzoekt en blaast ze vervolgens hetzelfde publiek diep in de zetels als ze begint te zingen.

De vertaling.
De oorspronkelijke vertaling van Martine Bijl riep felle en tegenstrijdige reacties op. Van razend enthousiast tot supernegatief. Wie verwacht dat de hertaling door Els de Schepper controversiële zaken als het verschrikkelijke ‘meis’ aangepakt zou hebben komt helaas bedrogen uit.
Zelfs het (komisch bedoelde?) fout Nederlands heeft zijn plekje behouden. De inconsequente manier waarop Gaston zijn Frans beheerst heeft dat eveneens.(Hij kan ‘rendez-vous’ niet uitspreken, maar ‘je ne sais quoi’ levert bijvoorbeeld geen problemen op.) De uiteindelijke aanpassingen zijn minimaal, op 1 uitzondering na: Lefou spreekt plat Antwerps -  maar pakken wel goed uit; de show heeft er toch een eigen Vlaams tintje door gekregen. Zo is bijvoorbeeld de discussie over de uitspraak van papier tussen Lumière en Tickens geestig.

Het visuele aspect.
Als je het ‘plaatje’ Beauty & the Beast zou moeten karakteriseren komt onmiddellijk de uitdrukking kitsch naar boven. De achttiende-eeuwse Romantiek komt daarin zeker wel tot uitdrukken, hoewel een enkel decorstuk zeker wel weelderiger had gekund. Het totaalplaatje is desondanks wel 1 geheel. De kostuums zijn over het algemeen prachtig, met uitzondering van die van mevrouw Pot, dat op alle punten een verschrikking is. Het is precies dat ene vliegje dat op een verder schitterende suikertaart is gaan zitten.

Met Beauty & the Beast staat er een productie in de Stadsschouwburg die velen zal behagen. Een vermakelijke voorstelling die weliswaar weinig diepgang heeft, maar toch een lach op je gezicht weet te toveren en je met een goed gevoel het theater doet verlaten.Voeg daar nog een vertederend klein kind aan toe en je hebt een gegarandeerd ‘aaaaaaah’ moment op het moment dat hij op komt hollen. Beauty & the Beast is dus precies het type show waar veel vraag naar is, een feel-good, en die vraag is duidelijk bevredigd. Dat wordt deze avond dan ook bevestigd door het lange applaus dat de sterrencast na afloop krijgt. En terecht. En als sommige onwennigheden die nu af en toe nog in het samenspel zitten verder verdwijnen zal de show er alleen nog maar beter op worden.

Première
Antwerpen
Stadsschouwburg
Officiële website

beauty and the beast, antwerpen, joop van den ende, rené van kooten, Marc Lauwrys, Hilde Norga, Jan Schepens, An van den Broeck

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen