Reportage

Op auditie bij Oorlogswinter

Afgelopen weekend was de eerste ronde audities voor de hoofdrollen in Oorlogswinter. Wij spraken tijdens deze dagen met twee van de auditanten, en de regisseur van het stuk.

Afgelopen weekend waren de audities voor de hoofdrollen in Oorlogswinter. Wij spraken met twee van de auditanten, en de regisseur.

Het waren twee lange dagen voor het auditie-commitee afgelopen weekend. Van ’s ochtends tot ’s avonds waren er audities voor de openstaande rollen voor de voorstelling Oorlogswinter, en voor de understudies van de rollen die inmiddels al ingevuld zijn; de piloot (Timo Descamps), de barones (Janke Dekker) en oom Ben (Dieter Troubleyn). Musicalworld kreeg de uitnodiging hierbij te zijn, en sprak met auditanten Paul Walthaus en Hans Lemmen over deze auditie, en audities in het algemeen. Ook spraken we met regisseur Rogier van de Weert over de audities, en de productie die Oorlogswinter moet gaan worden.

Audities zijn natuurlijk heel intiem. Veel acteurs doen auditie, en slechts enkelen krijgen de rollen. Hoewel het toebedelen van de rol vooral gaat om het juiste plaatje, zowel uiterlijk als stemgeluid en een afwijzing geen oordeel is (of hoeft te zijn) van je kwaliteiten zullen velen hun deelname niet graag over het www zien slingeren. Hans Lemmen (o.a. Mamma Mia!) en Paul Walthaus(o.a. Joseph & the Amazing Technicolor Dreamcoat) zijn langsgekomen om auditie te doen voor de rol van oom Ben en hadden geen bezwaar om Musicalworld te woord te staan. Ik kreeg zelfs de gelegenheid om de daadwerkelijke auditie van deze twee acteurs bij te wonen. Je voelt je een vreemdeling in een heiligdom, en ik heb dan ook deels gebruik gemaakt van de spiegelwand om enig direct oogcontact en zo de beïnvloeding van de auditie te voorkomen. Tenslotte gaat het om hem en de auditiecomissie bestaande uit Rogier van de Weerd(regisseur), Janke Dekker (vocale leiding), Eefke Heitbrink (choreografe) en Joanna Woud(producent). Omdat ik niet op zoek ben naar Oom Ben kon ik de optredens over me heen laten komen, en beide heren hebben een enorme indruk achtergelaten. Maar voordat dat zover was sprak Musicalworld met beide heren.

Jullie zijn hier om auditie te doen voor de rol van oom Ben. Waarom juist die rol?
Hans: Ik ben voor die rol ingedeeld. Ik melde mezelf aan om wat van mezelf te kunnen laten zien omdat ik voor het NJMT nog nooit had gewerkt. Dan is het de vraag waar ze je voor casten, en of je überhaupt mag komen.
Paul: En een heel duidelijk beeld hebben ze waarschijnlijk ook niet, want je zit hier tegenover een blond en een donker iemand. Dus ik denk dat ze zoekende zijn. Ik heb me aangemeld via audities.nl, ook omdat ik nog nooit voor hen had gewerkt. Ik had me aangemeld voor een aantal rollen. Je kijkt wat ze zoeken. Voor een aantal rollen val ik gewoon af want ik ben geen 18 meer.  [Hans: Misschien als je je scheert…] Toen hebben zij gekozen voor oom Ben.

Hoeveel voorinformatie krijg je dan over de rol? Geven ze aan wat ze ervan verwachten.
Paul:  Nee, maar dit is nog maar een eerste ronde. Misschien dat er nog een tweede of misschien een derde komt en dan zul je waarschijnlijk opdrachten krijgen, teksten of een scene, dat is in ieder geval gebruikelijk. Nu moet je een monoloog laten zien en een liedje.

En in de keuze daarvan zijn jullie volledig vrij geweest?
Hans: Ja, je krijgt de opdracht om een monoloog voor te bereiden van ongeveer drie minuten, en een liedje.
Paul: Ik heb nog wel nagevraagd wat voor stemsoort ze voor de rol zochten. Het antwoord was dat ze een bariton met een licht stemgeluid zochten, dus ik denk dat ik mijn koffers al kan pakken.
Wetend dat ze een lichtere stem willen; heb je je auditienummer daarop ook aangepast?
Nee, maar het nummer wat ik ga zingen zing ik wel wat lichter dan ik normaal doe. Dus ik probeer wel die kant te laten horen. In dit geval moet je je eigen band meenemen; vaak werk je met een pianist en moet je bladmuziek meenemen. Maar daardoor ben je ook gebonden aan nummers waar je de muziek van hebt. Ik gebruik nu Anthem uit Chess, wat een heel klassiek nummer is, maar dan gooi ik het iets meer in het nasale en meer bovenin.
Hans: Maar je moet natuurlijk wel trouw blijven aan je eigen stemgeluid. Het heeft geen zin om te auditeren voor iets wat je niet bent. Als ze een tenor zoeken hoef ik niet te auditeren, want ik ben geen tenor. Je moet trouw blijven aan je eigen stemgeluid.
Paul : je moet binnen de grenzen blijven die je zelf aankunt.
Hans:  Zo’n casting en auditie is niet mijn favoriete hobby.
Paul: Het is eigenlijk een tweede vak. Het ligt er ook aan wat de anderen, de collega’s, tijdens de auditie doen. Staat er een donker of een blond meisje, of eentje met rood haar. Ook plaatjes zijn belangrijk.

Hoe gaan jullie om met die geluidsbanden. Wil je iets doen en ga je daar naar op zoek? Of verzamel je die in de loop van de tijd?
Paul: Die verzamel je in de loop van de tijd. Je doet wel eens een schnabbeltje hier of daar. Of je wisselt wat uit met collega’s.  Zo krijg je wel een bestand met mp3-tjes.
Hans: Voor mij is dat hetzelfde, of ik laat het door een vriend van mij inspelen. Vaak wil je een lied zingen, maar is het lastig om daar begeleiding van te vinden. En om nou een karaokeband te gebruiken, dat is niet erg gebruikelijk.
Paul: Als je op een auditie komt en er is een pianist, dan kun je je eigen tempo bepalen. Met een goede begeleider kun je alles in een auditie leggen, voor zover de stressfactor van zo’n auditie dat toelaat. Je kan dan van tevoren met die begeleider en de bladmuziek wat je wilt. Dit is het tempo, daar zit die verandering, kun je daar mij volgen. Dat soort dingen. Met een goede pianist heb je dat in een minuut afgesproken, dan ga je staan, neem even tijd en zing je je lied. Met een band kun je je niet de vrijheid veroorloven om het daar wat langer en daar wat korter te doen. Dat is het nadeel ten opzichte van een band. Het voordeel is natuurlijk dat je het thuis met die band kunt oefenen en klaar.
Hans: Maar je kunt natuurlijk ook een slechte pianist hebben die het een beetje voor je verkloot, en dat je denkt, o nee.
Paul: In dat soort gevallen is het ook niet verstandig om Sondheim mee te nemen.
Hans: Dan moet je het vooral niet te moeilijk houden.
Paul: Maar met een pianist vind ik doorgaans fijner dan met een band. Dat is toch je vak. Ook op toneel is het leuker met een live-orkest. (Red: afgaand op eerdere producties zal Oorlogswinter wel met een band werken). Ik heb met Romeo & Julia ook met een band gewerkt en dat kan heel goed. En in deze tijden moet je ook een beetje creatief zijn.

De monoloog die jullie gaan doen. Is dat zwaar, licht, komisch of wisselt het?
Paul: Je past het natuurlijk aan aan de productie waar je voor auditeert. In dit geval is het een serieus stuk, dus ik heb ook voor een zware monoloog gekozen. Niet een oom, maar wel een zoon die een gesprek heeft met zijn vader. Maar de achterliggende gedacht is wel dat er zwaarte in zit, er zit afscheid in, er zit frustratie pijn en onmacht in en dat zijn emoties die in een musical als Oorlogswinter zeker terugkomen. Als je voor Oorlogswinter gaat auditeren lijkt het me niet verstandig om met een André van Duin sketch te komen.
Nu is oom Ben (naar ik aanneem) een groot deel van het stuk een vrij joviaal karakter, wat de keus misschien wat moeilijker maakt?
Hans: Je moet kijken naar wat voor productie je gaag auditeren en daar stem je je monoloog op af. In dit geval is het toch belangrijk dat je een wat zwaardere serieuze kant laat zien.


Hoe staan jullie tegenover de opleidingsvorm van deze productie.
Hans: Ik neem aan dat de audities op de rollen van gisteren en vandaag een aantal ervaren acteurs oplevert. Zij kunnen die ervaring dan weer doorgeven aan de jongeren en ik denk dat dat heel goed is. Het is goed dat dit soort initiatieven er zijn, om jongeren aan te sporen bezig te zijn met musical, zingen dansen en acteren in wat voor vorm dan ook.

Hebben jullie in jullie jeugd het boek Oorlogswinter gelezen?
Hans: Ik wel. Volgens mij was ik een jaar of tien toen.
Paul: Ik niet, ik heb wel de film gezien. Maar ik ben pas op latere leeftijd begonnen met lezen. Ik had een hekel aan lezen, en nu hou ik er van. Is het een mooi boek?
Hans: Het is natuurlijk een eeuwigheid geleden, maar in mijn verbeelding kwamen al die beelden bij het zien van de film wel weer terug. In het boek heb je je eigen fantasie, en bij het zien van de beelden denk je soms, Nee, dat heb ik helemaal niet zo gelezen. Maar ik vond het wel een mooie film.


>>> In gesprek met de regisseur.

17 April 2011
N.v.t.
Zaandam
NJMT studio
audities, oorlogswinter, rogier van de weerd, paul walthaus, hans lemmen

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen