Iemand die met enige regelmaat naar het theater gaat, kent ze wel. De mededelingen vooraf over het maken van foto’s en dergelijke, en dat het orkest onder leiding staat. Zelden zullen deze mededelingen grappiger zijn gebracht als bij deze voorstelling. De tweeling, die ze brengt als wetten, met bijvoegsels, pakt het heel geestig aan. Als vervolgens de eerste tonen te horen zijn van een prachtige openingssong zijn de verwachtingen ineens heel hoog. Het visuele aspect is wat bedrieglijk. Jongeren met helmen met badeendjes erop en met ballonzwaarden suggereren een dolkomische voorstelling in de hoek van Spamalot. Dat is deze voorstelling zeer zeker niet. Het uitgangspunt blijft misschien iets onderbelicht. Koning Uther is uit vechten, en de kinderen verzamelen zich op Camelot, waar ze bescherming kunnen verwachten. Deze blijft echter uit. Al snel zijn er serieuze problemen, zoals woningnood onder de arme klasse, en moet er een leider komen. Uiteraard verwacht de adel dat deze uit hun gelederen komt, maar het tegendeel blijkt. Het is Arthur, geen dappere stoere held, maar ook geen onverstandige jongen. Een jongen, die door engelen te vondeling is gelegd? Elke keer als hij vreemde ontmoet, moet hij de vraag beantwoorden of dat waar is. Een vraag waar hij geen antwoord op heeft. Merlijn zou het kunnen zeggen, maar die communiceert hoegenaamd niet met hem. Hij noemt hem zelfs Pierre, alsof hij zijn echte naam niet kent, en toch, af en toe helpt hij hem toch. Zoals met de subtiele hint, die hem het zwaard oplevert. Als Gwynevere, deel van de adel, zijn protestspeech overneemt, is hij zelfs een beetje pissig. Maar toch klikt het tussen de twee. Als de Franse Lancelot ten tonele verschijnt, ontstaat tussen hem en Arthur een hechte vriendschap, maar er broeit ook iets met Gwynevere. En dan gaan er overal dingen mis. Zeker als de adellijke Mordred verschijnt, die Arthur’s recht betwist, omdat hij destijds de kans niet had.
De Ridders van de Ronde Keukentafel heeft twee gezichten. Voor de pauze is het vooral pais en vree, en gebeurt er eigenlijk weinig. Het geeft het publiek de kans om aan alle karakters te wennen. De tweede akte is vooral duister, al is de inleiding op een bizarre Broadway-manier vrolijk. Inspiratiebronnen zijn er legio. De show van Broadway, een typisch Boyband-nummer met de bijbehorende bewegingen, en uiteraard kent de voorstelling, gebaseerd op het boek van Mark Tijsmans, vele personages uit de Arthur legende. Soms wordt het allemaal even te veel. De introductie van Mordred aan het begin van de tweede akte is al laat, maar als ook nog eens Parcival halverwege de tweede akte wordt geïntroduceerd, vragen we ons echt af wat het doel is, anders dan weer een talentvolle speler (Quinto Vanroose) wat spelminuten te gunnen. Zijn zoektocht naar de graal voegt verder weinig toe aan de essentie van de voorstelling.
De voorstelling is in de markt gezet als gespeeld door 1 volwassene, en verder alleen maar kinderen. Hier is wel een beetje met de waarheid gesmokkeld. Zoals ook in het programmaboek wordt aangegeven spelen er een viertal young professionals mee, in het ensemble, en twee met tevens een rol. Ze spelen deze, Mordred (Rick van den Belt) en Viviane (lady of the lake, Emelien Raats), uitstekend. Bij de jeugdige acteurs valt vooral het enorme charisma van de tweeling (Remi de Smet en Nolle de Kock) op. Ook de spelscenes tussen Tristan (Thomas Servranckx) en Isolde (Charlotte Boudry) zijn sterk, en de bekende driehoek uit de Arthur-verhalen, tussen Arthur (Kobe Verdonck), Gwynevere (Leonie Savaete) en Lancelot (Francis Geeraert) is interessant om naar te kijken. En de kleine Pellinore (Tito Orlando) weet je hart al snel te veroveren. De rol van Merlijn, die van het begin tot het einde vaag blijft, wordt lekker vreemd gespeeld door Ludo Hellinx, al is wel duidelijk dat hij van zanger zijn beroep niet moet maken. Een vrijwel overbodig nummer over kippen braden hoort tot de weinige zwakke momenten van de voorstelling.
De voorstelling wist tijdens de Cultuurmarkt in Antwerpen het meest interessante voorsmaakje te geven. Toen was al wel duidelijk dat het een serieus verhaal ging. Wat toen niet helder was, is de vele parallellen tussen dit verhaal en het magistrale Lord of the Flies.
De Ridders van de Ronde Keukentafel zou zomaar de beste nieuwe score van 2017 kunnen hebben. Ook het spel, de zang en dans van de jongeren is fijn om te zien en te horen. De gedachte achteraf, ‘wat heb ik nu eigenlijk gezien?’, levert voer voor gesprek en discussie, maar ik vraag me af of er veel mensen zijn die ook tot een conclusie komen. Wie dat geen onoverkomelijk probleem vindt, moet vooral komen kijken en luisteren.
De voorstelling wordt gespeeld in ’t Eilandje, en heeft hiermee een zaal met een ruim podium voor de spelers, en ruime zitplaatsen voor het publiek. Een fijne entourage, al moet je iets buiten het centrum zijn.
De Ridders van de Ronde tafel is nog tot en met 12 november te zien.