Reportage

Ramses: hoog William kijk omhoog

Op donderdag 1 december ging de musical Ramses in première in Den Haag. Musicalworld.tv's gefilmde impressie van de première en gesprekken met Hans Hoes, William Spaaij en Cindy Bell en de recensie.

Als je een musical maakt op basis van bestaand materiaal ben je al een stap op de goede weg als dit materiaal goed is. Bij deze musical Ramses zit dat wel goed: het repertoire van Ramses Shaffy mag er zijn, met klassiekers als ‘Sammy’ en ‘Laat me’, maar ook veel relatief onbekend goud materiaal.  Deze nummers zijn dan nog eens extra fraai door het eigen stemgeluid dat hij had, zeker in zijn jonge jaren. Dit laatste maakt het reproduceren in een musical lastig: niemand doet hem dit na, ook William Spaaij, die de jonge Ramses vertolkt, niet. Hoe goed deze voorstelling ook is: voor wie het karakteristieke stemgeluid essentieel is, moet deze voorstelling dus overslaan en de nummers thuis in de oorspronkelijke versies beluisteren.

In de musical Ramses maken we kennis met de oude Ramses. Hij zit in de recreatieruimte van het Sarphatihuis, waar hij wordt verzorgd door zuster Edith. Door vele jaren overmatig drinken lijdt hij aan Korsakov. Als publiek beleven wij zijn waanideeën, het bezoek van zijn jongere zelf, Liesbeth List, en geliefde Joop Admiraal. Hij praat met zijn jongere ik, probeert hem zelfs te sturen. We zien de lijdensweg die hij zijn vriend Joop aandoet. Zelf wil hij vrij zijn, bijvoorbeeld naar Rome trekken en daar leven van de wind, terwijl Joop liever hier blijft, bij de katten. We zien de band die ontstaat tussen hem en Liesbeth, beiden getraumatiseerd door hun jeugd, waarin ze in de steek zijn gelaten. Een band, die nooit vleselijk wordt, ondanks dat de homosexuele Shaffy zeker niet vies is van sex met vrouwen. Een man die geen gebrek had aan aandacht en daarvan genoot:  ‘God wat is er veel van me gehouden’. Maar ook een man voor wie liefde beangstigend was. Als kind door zijn Egyptische vader in de steek gelaten, en als zevenjarige door zijn Russische moeder op de trein naar Nederland gezet. Waar hij vervolgens uit een kindertehuis is gehaald door zijn liefdevolle adoptiemoeder.
Hoewel de voorstelling wel over Ramses gaat krijgen we ook wel wat mee van het leven van Liesbeth List. Uiteraard de band die de twee hadden, maar ook haar verhouding met Cees Nooteboom, en hoe deze kapot ging. Liesbeth bleek toch niet helemaal het engeltje waar Ramses haar voor had gehouden.
Hans Hoes is prachtig als de oude Ramses. Alles lijkt te kloppen: het plaatje, de stem (waaronder ook de zangstem die behoorlijk te lijden heeft gehad) en de manier van doen. William Spaaij speelt de jonge Ramses vol overgave, weet wel een gedeelte van de intonatie in zijn zang te krijgen, maar mist zoals eerder gezegd wel zijn karakteristieke klank. Dit wil niet zeggen dat zijn vertolkingen slecht zijn. Integendeel. Hoogtepunt is ‘De een wil de ander’, wat met een enorme passie en energie wordt vertolkt, en hem een terecht ovatie oplevert. Ook zien we hem zingen en pianospelen. Cindy Bell speelt Liesbeth List zoals wij haar ons voorstellen.  Ook als ze zingt weet ze haar uitstekend te benaderen. Bij Joop Admiraal heb ik geen echt goed beeld, maar de manier waarop Thomas Cammaert de vriend van Ramses speelt is intrigerend. Waar Ramses door zijn gedrag niet altijd even veel sympathie opwekt, doet Joop dat wel. Je voelt zijn pijn. Ook zijn vertolking van Anastacia, Ramses’ echte moeder, is indrukwekkend. Lidewij Benus vertolkt als Edith geen bekende persoon, maar overtuigt als een liefhebbende zuster.
Natuurlijk zitten de bekende nummers in de voorstelling. Laat me, Sammy, Zing vecht huil bid lach werk en bewonder, Brussel, We zullen doorgaan en Pastorale, ze zitten er allemaal in. De Shaffy cantate komt er in de voorstelling wat bekaaid af, maar dit wordt gelukkig nog goed gemaakt aan het slot van de voorstelling; eigenlijk dus ook precies op de plek waar deze tekstloze klassieker thuishoort.
Het decor is vrij eenvoudig. Twee schuifdeuren, en de inrichting van een recreatiezaal, dus stoelen en tafeltjes, en een piano. Meer is ook niet nodig in dit stuk, dat leunt op het sterke spel van de spelers. Wel een beetje vreemd is het gebruik van woorden tegen de achterwand. ’t Is Stil in Amsterdam wordt getoond, Zing vecht… en aan het slot strofen van Laat me. Hoewel de gedachte hierachter waarschijnlijk de warboel in zijn hoofd is — in twee van de drie gevallen komen alle woorden naar beneden en wordt het merendeel dus weer omhoog gehaald, waarna de tekst blijft staan - komt het nogal arbitrair over waarom dit nu juist bij deze drie nummers gebeurt.
De voorstelling komt wel wat traag op gang. Pas als Joop Admiraal verschijnt komt er wat meer pit en vaart in de voorstelling. Ook het fragmentarische concept van de voorstelling vergt even tijd om te wennen. Het maakt dat de eerste akte ondanks de boeiende delen voelt als een lange zit. Dit wordt in de tweede akte volledig wordt goedgemaakt met meer vaart, heftigere emoties en heel sterk acteerwerk. Het totaaloordeel over deze voorstelling valt dan ook positief uit. Wie Ramses Shaffy niet goed kent zal een boeiende avond hebben; wie hem en Liesbeth List beter kennen zal een aantal opmerkingen (zoals die van Ramses naar Liesbeth dat ze Theodorakis maar moet bellen) beter snappen.

30 November 2011
Première
Den Haag
Koninklijke Schouwburg
http://www.musicalramses.nl
ramses, shaffy, albert verlinde, william spaaij, hans hoes, cindy bell, thomas cammaert, jeroen dona, frans wollrabe, huib schat