Musicalreport

Romeo & Julia in Parijs

Romeo en Julia is géén Aida. Al was het alleen al om de vaak onterechte bombast van de Franse musical tegenover de oprechte soberheid van Aida.

Nu ik steeds vaker reclameboodschappen zie voor de Nederlandse tour van Romeo en Julia, heb ik een tocht naar de bibliotheek ondernomen om de dvd van de oorspronkelijke Franse versie te bekijken. Zo kan ik binnenkort beslagen ten ijs naar de Nederlandstalige opvoering kijken.
Romeo en Julia is natuurlijk van William Shakespeare, dat weten we allemaal en na eeuwen nog steeds geprezen en nagespeeld. In 2000 werd een moderne, groots opgezette musical op poten gezet in Parijs. Omdat wij Nederlanders meer de blik naar het westen richten, kan het zijn dat ik pas vorig jaar over de musical hoorde. Toen Radio Tour de France heel vaak de hit ‘Les rois du monde’ draaide.
Nu ik eenmaal gewend ben musicals onmiddellijk te vergelijken met mijn oermusical, mijn ‘ijk’-musical (nu Aida, daarvoor was dat Jesus Christ Superstar), zal ik meteen onthullen: Romeo en Julia is géén Aida. Al was het alleen al om de vaak onterechte bombast van de Franse musical tegenover de oprechte soberheid van Aida.

Romeo en Julia gaat over een verboden liefde, niet dat liefde verboden is, maar omdat de beide families in een hevige vete met elkaar verwikkeld zijn. Het zijn de Middeleeuwen, het is het rijke Verona. De stad heeft een vorst met goede bedoelingen, maar de rijke, twistzieke families Montague en Capulet hebben de touwtjes in handen. Niet alleen de vorst, maar ook Lady Montague en Lady Capulet kijken met lede ogen toe hoe de allesverterende haat deze tijden van welvaart overschaduwt. Ook de liefde van Romeo en Julia, die gewoon niet mag plaatsvinden. Jaloezie leidt tot een dom handgemeen tussen de verliefde Romeo en zijn tegenstanders, waarbij helaas messen getrokken worden. Romeo wordt in de ban gedaan en verlaat de stad. Julia verricht een wanhoopsdaad en het verhaal krijgt een tragische climax. De strijdende families zien de zinloosheid van hun strijd in, maar het is te laat voor ons liefdespaar.
Dan nu de moderne musicalversie. De nadruk ligt hier op modern. De muziek is een gelikte mix van pop en ballad, van bombast en torch song. Die keuze was al een keer eerder een geslaagde gebleken, toen Leonard Bernstein in de jaren vijftig een voor die tijd hippe bewerking maakte met West Side Story. In de Franse musical herkennen we heel wat moderniteiten, zoals in het openingsnummer Vérone de venijnige percussie uit She Drives Me Crazy van The Fine Young Cannibals, The Winner Takes It All in Et voilà  qu’elle aime en Phil Collins’ In The Air Tonight in J’Sais Plus, het nummer dat straks onze vriend Ben Cramer gaat zingen. Van meer dan de helft van de liedjes was ik echt onder de indruk. Het swingende openingsnummer Vérone brengt ons in één klap midden in het stuk en zijn problematiek en als meteen daarop het tweede nummer komt waarin de vrouwen van beide families in een hartstochtelijk duet hun afkeer tegen de ruzies in de stad uiten, dan voel je dat je terecht bent gekomen in een musical die zijn publiek een eerste halfuur geduldig laat wachten op de mooie dingen die komen gaan, maar in staat is de toeschouwers onmiddellijk bij de kladden te grijpen. Pakkend, ontroerend, je begrijpt waarom in Frankrijk er mensen zijn geweest die de musical wel honderd keer gezien hebben.

Dan hebben we het over wel vijftien liedjes. Voor veel musicals is dat bijna het hele repertoire. Niet voor Romeo en Julia en dat is jammer. R&J heeft niet minder dan dertig nummers en dat is toch echt te veel. Er is ook nauwelijks tijd voor dramatische scènes zonder muziek en als die er zijn, dan zijn dat haastige dialogen waarin steevast naar Romeo gezocht wordt. Als in de tweede akte alweer wordt geroepen ‘waar is Romeo? ga Romeo zoeken!’, dan vraag je je echt af waar de scenarioschrijver mee bezig is. De spelers. Juliette wordt gespeeld door Cécilia Cara en die is geloofwaardig als de vijftienjarige die Julia toch echt is. Haar mooie, zuivere zangstem is een zegen. Damien Sargue geeft Romeo met zijn lange donkere haar een Chippendale-uitstraling. Misplaatst voor de tiener die Romeo is. Hij acteert ook meer met zijn mooie uiterlijk dan met zijn oogopslag of motoriek, maar Sargue is een uitstekende zanger. Een van de betere sterren is Réjane Perry die Julia’s voedster speelt. Zij heeft een observerende rol, zij ziet haar oppasdochter Julia in haar liefde voor Romeo van kind tot vrouw veranderen. Gelukkig voor ons doet zij die observaties in twee prachtige liederen. De keuze om de dood als een (zwijgend) personage op te voeren dat steeds ten tonele verschijnt als er iets tragisch gaat gebeuren, is mij een raadsel. In Elisabeth vond ik de dood als karakter ook al zo overdreven, maar Stanley Burleson kreeg tenminste nog prachtige songs te zingen. De R&J-dood is een bleek opgemaakte danseres, spookachtig als de Bruid van Frankenstein en daardoor meer een storende factor in het stuk dan een verduidelijkende.

In Nederland krijgen wij de Vlaamse versie met als Nederlandse, dus herkenbare, toevoeging Ben Cramer. Ik heb de Vlamingen nog nooit gehoord in hun rollen, dus ik kan er weinig over voorspellen. Ik heb hooguit gelezen dat de vertaling bij vlagen zwak is en dat de legendarische Wendy van Wanten de rol speelt van Lady Capulet. Wie Wendy nog kent van haar ondeugende sekstips in de pikante ‘Pin-up Club’ van Veronica, zal eerder spreken van Lady COPULET . We zien Wendy deze keer heel verrassend in ieder geval met kleren aan.
Ik ga vol verwachting binnenkort. En als je twijfelt of je wel moet gaan naar Romeo en Julia in Nederland, leen dan ook net als ik in de bibliotheek de dvd van de originele Franse versie. Die is echt heel mooi.

Overig
Parijs
Palais Des Sports

Cécilia Cara, Damien Sargue, DVD, Shakespeare, Verona, Liefde, Haat