Recensie

The “Woef Side Story” continues ⭐⭐⭐⭐

De honden zijn bijna levensecht in Woef Side Story. De herneming van deze voorstelling is weer een groot succes, dankzij een overdosis humor en een vleugje drama.

Het is zo’n 10 jaar geleden dat het RO Nederland verraste met Lang en Gelukkig, een theatervorm die een mengel was van verschillende theatervormen, waaronder klucht en musical. Eentje die het best te vergelijken is met de Engelse pantomime, een kersttraditie aldaar. Daarna verscheen jaarlijks een soortgelijk stuk, de een beter dan de ander. Totdat vijf jaar geleden Woef Side Story kwam, een vertelling over honden, die grote gelijkenis vertoonde met West Side Story, zowel in verhaal als in muziek. Een sensationele voorstelling, met geweldig poppenwerk, heerlijke muziek en een heerlijk script. Die voorstelling is nu, in een remake, weer terug in het theater, met een grotendeels nieuwe cast.

De voorstelling wordt geïntroduceerd door een drietal vlooien, die met de nodige honden en vlooiengrappen het verhaal inleiden. We beginnen bij een hondenshow, waar Marina overtuigend haar Afghaanse Windhond categorie wint. Eigenaresse Godelinda Schoonbroek is nogal een kakmadam, en eigenaresse van een hondenkapsalon. Tegenover die salon woont Bob in een garagebox. Hij zorgt voor zijn eigen hond, en een aantal zwerfhonden, allemaal vuilnisbak, die een bende vormen. Toto is deze bende ontgroeid, en bijna klaar met zijn opleiding tot politiehond. Als Toto en Marina elkaar ontmoeten is het liefde op het eerste gezicht. Uiteraard tot ongenoegen van Schoonbroek. De keuringsmeester van de show, doctor Prick, heeft ook zijn oog laten vallen op Marina (en quasi ook op Schoonbroek), en wil haar laten dekken door zijn rashond Arnold. Die moet hier niets van hebben. Als Marina vlucht naar de bende straathonden, ontstaat een conflict die we herkennen uit West Side Story.
Naar het slot toe wijkt het verhaal af van het bekende voorbeeld, maar de parallellen worden mooi gespeeld. Uiteraard krijgt het continu een hondentwist, en worden de karakters van de beesten, zeker die van de zwerfhonden, sterk uitgespeeld. De honden worden gespeeld door de acteurs, waarbij de benen van de speler een van de paar poten voorstelt. Voor of achter bengelt het andere paar. Met War Horse hebben we natuurlijk natuurlijker dierenbewegingen gezien, maar door bijvoorbeeld knap staartwerk worden de hondenbewegingen best goed nagebootst. Een balspelletje met een van de honden is een voorbeeld van diergetrouw gedrag.

Desi van Doeveren is mooi als Marina, de rashond met het zachte karakter. Marius Mensink geeft mooi, licht karikaturaal tegenspel als Toto. Het irritante Yorkshire Terriërtje Swiffer, wordt met een stok bediend door Laus Steenbeke op hakken en is hiermee het grappige karakter aan de kak-kant. Sylvia Poorta herneemt haar rol als Schoonbroek en is hilarisch in deze rol. Dick van den Toorn is heerlijk gemeen als de valse dokter Prick. De meest hilarische rol, die van burgemeester Slap, is weggelegd voor Kim van Zeben. In een schuddebuiken veroorzakende kluchterige scene in de kliniek van Prick is ze de vrouw die de klappen krijgt. De uitvoering is subliem, waardoor de scene het hoogtepunt van de voorstelling wordt. Tenslotte valt opnieuw Martin Snip op. Hij ontving voor zijn Puppie-rol, die hij continu op zijn knieën speelt, al een Musical Award, en hij blijkt het nog niet verleerd. Buitengewoon ontwapenend, zeker naar het slot van de voorstelling toe.

Voor de jongere bezoeker valt er veel te lachen, zoals de drol die wordt gedraaid, met onvermijdelijke gevolgen, maar de voorstelling heeft ook een meer volwassen kant. Zo wordt met moeite een poging gedaan om loops uit te leggen, maar zijn ook de gevolgen ervan in de voorstelling te zien. Ook het menselijke equivalent overigens, zonder bloot, komt aan bod. Het zou dus kunnen zijn dat je kind hier nog niet aan toe is, of misschien heb jijzelf als verklarend woordenboek er nog wat moeite mee.
De zwakkere momenten in de voorstelling zitten met name bij de vlooien, die de scènewisselingen moeten volpraten. Na een redelijke start vol snedige woordspelingen blijken ze nog niet echt de flow te pakken te hebben, waardoor de vlomomenten vooral moeizaam verliepen. Ook is te hopen dat Roel Dirven zijn stem snel wat rust kan geven, want de zang als Arnold was niet wat we van hem gewend zijn. Zoals gebruikelijk bij RO stukken zijn deze aan de lange kant, en ook Woef Side Story had wel iets korter gekund, al is het hier minder extreem als bijvoorbeeld bij Snorro vorig jaar.

Met Woef Side Story heeft het RO, dat inmiddels Theater Rotterdam heet, hun grootste kerstparel weer van stal gehaald. De sterke basis in de vorm van West Side Story, mooi omgevormd tot een verhaal over honden, aangevuld met veel eigen kolder, en een eigen twist in het verhaal, zorgt ervoor dat ook deze nieuwe versie het zien meer dan waard is. Niet in de laatste plaats door de heerlijke cast die het stuk speelt.

Scenefoto’s: Sanne Peper.

23 December 2017
Première
Rotterdam
Rotterdamse Schouwburg
https://rotheater.nl/woef-side-story

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen