Interview

Vanuit Wenen: Stef van Gelder

Een tweede Nederlander die nu in Oostenrijk speelt is Stef van Gelder, die 'swingt' in Schikaneder. Ook voor hem maakten we een vragenlijstje.

We spraken Stef van Gelder eerder bij Liebe Stirbt Nie in Hamburg. Hij wist toen al dat zijn volgende klus in Wenen zou plaatsvinden. Ook bij deze productie behoorde een live interview niet tot de mogelijkheden, dus maakten we ook voor hem een vragenlijstje.


Je bent naar Wenen gekomen omdat je wel eens de rol van swing zou willen hebben. Hoe is dat tot nog toe bevallen?
The ‘swinglife’ bevalt me tot op heden prima. Lekker veel afwisseling! Aanvankelijk wist ik niet zeker of het wel wat voor mij zou zijn hoor. Ik ben behoorlijk perfectionistisch op werkgebied en vind het daarom fijn om de rollen die ik speel wat meer uit te diepen. Dat kun je als swing dus wel vergeten. Als male swing bij Schikaneder moeten ik 9 ensembletracks uit mijn hoofd kennen, die ik allemaal afwisselend speel. Nu gaat dat steady en heb ik zelfs af en toe een off-showtje, maar we hebben ook een periode gehad waarin we aan de lopende band cut-shows hadden, waarbij je als swing dus twee of meer tracks tegelijk op je neemt. Het wordt een soort wedstrijdje met jezelf om zo min mogelijk fouten te maken. Dat wedstrijdje heb ik af en toe flink verloren, maar gelukkig leer je na verloop van tijd wat beter met die fouten omgaan.

Heb je een favoriete track of favoriete rolletjes om te spelen? En waarom juist die?
Dat was aan het begin van het contract wel zo, maar inmiddels eigenlijk niet meer. Nu vind ik het vooral fijn als er veel afwisseling is. Een track kan onwijs leuk zijn om te spelen, maar als je hem een hele week aan een stuk moet doen, gaat de lol er natuurlijk wel een beetje vanaf. Een aantal tracks zijn fijn om te spelen, omdat ze een leuke spel- of zangfeature hebben die het geheel wat opleuken. Verder heb ik voor mezelf iedere track één overheersende karaktereigenschap gegeven die van mezelf af staat. Daardoor zit ik altijd meteen vanaf het begin goed in de voorstelling.

Ik neem aan dat je ook Don Camillo & Peppone hebt gezien. Daar zijn ensemblerollen die ook dieren bedienen. Zou je iets dergelijks leuk vinden, of het je bijvoorbeeld in een andere voorstelling iets aparts gezien wat je ook leuk lijkt om te doen?
Ja, dat heb ik afgelopen week voor het eerst gezien. Zelf heb ik tijdens mijn opleiding ook wat poppenervaring opgedaan in verschillende parkshows van twee grote Nederlandse attractieparken. Daardoor heb ik oprecht respect gekregen voor acteurs die goed een pop kunnen bespelen. Het is echt een vak apart om zo’n pop leven in te blazen en daarbij jezelf op de tweede plaats te zetten. Ik denk niet dat er veel acteurs zijn die dat goed kunnen. Goed poppenspel kan voor volwassenen net zo interessant zijn om naar te kijken, als voor kinderen. Is het dat niet, dan wordt het niet goed
uitgevoerd. Het is moeilijk, maar daarom ook uitdagend. Mij zou het zeker leuk lijken om zoiets nog een keer in een voorstelling uit te voeren.

Wat vind je zelf het leukste/interessantste moment in de voorstelling (voor jouw persoonlijk als acteur, en als toeschouwer) en waarom?
Ik kijk altijd erg uit naar de scène waarin heel het ensemble bij elkaar komt, om voor het eerst de pas geschreven muziek van de Zauberflöte te repeteren. Je moet je voorstellen dat heel het ensemble uit ongelooflijk hysterische theatermensen bestaat, die stuk voor stuk zijn of haar super belangrijke mening moeten uiten over hoe belachelijk ze het idee van deze nieuwe opera wel niet vinden. Er wordt continue door elkaar heen gezongen en gepraat. Dat was in de eerste maanden nog een nachtmerrie als swing, maar inmiddels zit het in onze koppies en kan iedereen er lekker z’n inner drama queen in kwijt.

Het decor lijkt toch regelmatig behoorlijk snel rond te draaien. Heb je altijd een botsing kunnen vermijden? En hoeveel houden decorbewegingen je bezig als je aan het repeteren en, later, spelen bent?
Het is inderdaad een behoorlijk technisch beestje, maar daar hebben wij als acteurs weinig omkijken naar. De repetitieperiode is ervoor om alle traffic-problemen op te lossen. Omdat we in de repetitieruimte al een draaischijf ter beschikking hadden, konden we alle bewegingen die in de show plaatsvinden, heel waarheidsgetrouw uitvoeren. Natuurlijk kan het verder altijd gebeuren dat er tijdens de voorstelling iets niet helemaal lekker loopt op technisch gebied. Al moet ik zeggen dat we daar hier tot op heden nog geen last van hebben gehad. In de 8 maanden dat we spelen, hebben we nog niet één showstop gehad. Best uitzonderlijk voor een nieuwe productie, denk ik.

Bij Das Phantom der Oper in Hamburg was het Nederlandse groepje ook echt een kliekje. In hoeverre is dat bij Schikaneder ook zo? En zo ja, waar blijkt dat uit?
Bij Schikaneder zitten er 4 Dutchies in de cast. Helaas is ons theater hier verdeeld in een mannenkant en een vrouwenkant. Conservatisme at its finest. Mijn 3 vrouwelijke landgenoten zitten dus allemaal aan de andere kant van het gebouw. Das ist ja scheisse. We zien elkaar op het podium en in de backstageruimtes, maar daar vorm je natuurlijk geen kliekjes. Wat wel heel fijn is, is dat er altijd iemand om je heen is waarmee je ook gewoon even lekker Nederlands kan praten, als je klaar bent met die horror van Duitse naamvallen. Ik snap er nog steeds de ballen van, but hey.. #fakeittillyoumakeit

Wat is het meest positieve en het meest negatieve aan de stad Wenen?
Het meest positieve is dat heel de stad één groot museum vol historische pracht en praal is. Dat is ook meteen het negatieve. Toen ik afgelopen zomer hier naartoe verhuisde, was ik echt even een paar weken compleet overwhelmed door alle bombastische gebouwen en koetsen met voorgespannen paarden, die door heel de stad rijden. De dames netjes in mantelpakjes, de heren in overhemden en pantalons. Het past allemaal heel mooi bij elkaar en heeft iets oubolligs, op een schattige manier. Maar ten opzichte van een stad als Amsterdam of Hamburg, is het een behoorlijk andere wereld. Weinig leuke lunchrooms, weinig uitgaansgelegenheden en de mensen mogen af en toe wat meer glimlachen. De stad is prachtig en heeft zeker z’n charme. Het is dan ook een must do als je even een weekje wilt city-trippen! Ik denk dat er weinig steden zijn die zoveel cultuur ademen. Maar als woonplaats lijkt het me fijn voor een jaartje of twee.

01 May 2017
N.v.t.
Wenen
Raimund Theater
stef van gelder, interview, Schikaneder

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen