Het is druk in Focus in deze tijd van het jaar. Om te voorkomen dat de uitgenodigde pers wordt aangetrokken door de klanken van “Keep your head in the game”, de Sunset Boulevard of de heuvels uit de Sound of Music wordt ze door de Grote Boze Wolf en Langnek verwelkomd en richting studio 17 gestuurd. Ook Roodkapje en de draak laten zich al even zien bij deze activiteiten.
Stipt op tijd dirigeert de wolf de pers naar de stoel; ‘t is tenslotte geen staande receptie. Het mag duidelijk zijn wie hier de broek aan heeft; en dat voor een pop zonder onderlijf. De grote boze wolf is uiteraard trots op zijn eigen theatershow.
Als Albert Verlinde hem uit de droom helpt en hem vertelt dat er meer sprookjesfiguren meespelen, is hij wat ontstemd, maar ook alert; het gaat natuurlijk om sprookjesbosbewoners; het zijn geen cirkels of zo. Vol trots vertelt Albert dat de keuze van V&V voor deze jeugdvoorstelling een goede lijkt te zijn; in de voorverkoop blijkt het de best verkopende in het genre. Als de wolf vraagt naar zijn favoriette sprookjesbosbewoner (en vol vertrouwen het antwoord wolf verwacht, blijkt dit Klein Duimpje te zijn. De reden is niet freudiaans; Klein Duimpje is een knokker.
Het is niet de laatste teleurstelling die de wolf deze persconferentie te wachten staat. Als leider moet hij een regisseuse dulden; niet hij maar zij is de baas. Wilma Hoornstra geeft aan dat het lastig regisseren wordt, met een wolf die je niet tegen de haren in mag strijken en een Roodkapje die al niet eens naar haar oma luistert. De show wordt een musical met heel veel liedjes, waarin veel van het publiek verwacht wordt. Meedoen is het devies. En wederom is de wolf geschokt; hij moet gaan zingen én dansen… Favoriete sprookjesbosbewoner van Wilma: wederom niet de wolf, wederom wel Klein Duimpje.
De taak van Dick van den Heuvel, die het script verzorgt, is simpel. Gewoon wat knippen en plakken in sprookjes en klaar. De wolf heeft het helemaal door, maar wordt tegengesproken door de scriptschrijver. Je knipt niet zo makkelijk in Grimm. Het is een volledig nieuw avontuur, waarbij de basis is dat de Sprookjesboom weg is. Deze reist natuurlijk niet mee door het land, maar staat op zijn vaste plek ergens in de Efteling. Dit is natuurlijk een enorm gemis voor de sprookjesbosbewoners. Favoriete sprookjesbosbewoner van Dick: de onbegrijpelijke, rijmende Fakir.
Arno Bremers heeft het decor verzorgd. Op een van de foto’s is het concept te zien. Een prachtig bos, want met 2 bomen en een hoop groen. De bomen kunnen doorklappen, en zo de diverse jaargetijden symboliseren. Naast de groene variant zijn er nog de herfstkleuren en de besneeuwde takken in de winter. Er is een heuvel waarachter de spelers onzichtbaar kunnen opkomen (en dus de acteurs in tegenstelling tot de poppen niet zichtbaar zijn). Verder wordt er nog hard gewerkt aan de effecten tijdens de show.
Wie zou denken dat de wolf met al deze teleurstellingen in een hoekje zou kruipen heeft het mis. De opportunist blijft optimistisch, en heeft de eer de taart aan te zagen. Deze erejob heeft wel het nadeel dat er eerst veel foto’s moeten worden gemaakt, maar tijdens de shoot neemt hij ook de andere lekkernijen in zich op. Roodkapje en regisseuse Wilma zien er ook smakelijk uit.
Koen Iking heeft deze dag als wolf lekker mogen improviseren, en laten zien dat hij daar ook bijzonder goed in is. Lekker gevat, en duidelijk een rol waarin hij zich thuisvoelt. Niet zo gek: hij was al bij de eerste shows rond de Sprookjesboom in de Efteling betrokken en is er deze zomer nog regelmatig te zien geweest.
De Eftelingshows zijn zo’n 20 minuten. Dit wordt een show van een ruim een uur
Dat wordt inderdaad aardig aanpoten, en het zal best zwaar zijn voor de spieren. En het is een andere spanningsboog die je moet maken. Het leuke is wel dat je met meer karakters bezig bent en dat we met z’n vieren zijn. Dan heb je meer om te spelen.
De poppen zijn identiek aan die van de shows in de Efteling
Ja. Nou, sommige zijn iets groter geworden, zoals Klein Duimpje, omdat die anders van rij vijf niet meer te zien was.
De theaters waar je gaat spelen zullen groter zijn dan het Sprookjesbostheater. Wordt dat anders spelen?
Je zult verder de zaal in moeten spelen; de gebaren zullen wat groter moeten. Maar dat wordt dus uitzoeken, hoe we het zo groot mogelijk kunnen maken. Met meer acteurs heb je ook meer handen die daarbij kunnen helpen.
In hoeverre zal er vrijheid zijn om zoals nu te improviseren
Ik denk dat er wel aardig wat vrijheid is. Met poppen bedenk je toch een hoop gekkigheid als je aan het repeteren bent. De leukste dingen zitten toch in het maakproces. Er zal dus hopelijk hier in de repetititeruimte weer veel ontstaan, wat leuk is om te behouden voor de voorstelling.
Heb je al momenten in het script gezien waarbij je denkt: hoe krijg ik dit voor elkaar?
Er zijn wel wisselingen dat je eerst de wolf bent en dan Klein Duimpje waarbij je denkt: hoe gaan we dit oplossen, maar daar zullen we vast wel een creatieve manier voor vinden. Ook met stemmetjes wordt het een hoop schakelen, maar dat is wel weer een enorme uitdaging. Dat je de wolf bent, de zin daarna Klein Duimpje en daarna de Fakir. Dat is flink repeteren.
Vaak spelen jullie twee keer op een dag
Dat heb je met een kindervoorstelling. Dat zal flink energie kosten. Ik hoop dat er geen blessures komen, want het zijn flink zware poppen.
Hoe verwacht je dat het publiek zal zijn als je het vergelijkt met de mensen die in de Efteling bij de show zitten
Ik kan me voorstellen dat het publiek in het theater wat behoudender zal zijn. In het pretpark is het publiek toch uitgelatener: het is een feestje en we gaan straks de achtbaan in. Dus misschien is het iets moeilijker de zaal op te warmen, maar de sprookjeswereld waar ze in terecht komen is zo herkenbaar dat ik me daar niet druk om maak.
Lees verder: de interviews met Marike Folles, Wilma Hoornstra en Dick van den Heuvel. >>>