Afgelopen vrijdag 20 maart was het dan zover, de eerst tryout van Elisabeth in Antwerpen. Ik zal proberen kort en bondig mijn bevindingen weer te geven. We zaten erg goed, op de eerste rij. Het podium ligt dan nog een meter of 2 op ooghoogte van je vandaan, gescheiden door een enorm royale orkestbak.
Elisabeth is en blijft mijn ‘oer-favoriete musical’. Daar is bij mij mijn musicalliefde ontstaan. Tien jaar geleden dus en ondertussen genoten van Scheveningen, Essen, Stuttgart, Wenen, Triest, Bupadest, Berlijn en sinds gisteren dus ook van Antwerpen. Antwerpen is een exacte kopie van Berlijn. Het is de Duitse tourproductie die ondertussen ook in Zurich te zien is geweest en te zien zal zijn in Munchen, Frankfurt, Bremen en een klein uitstapje naar Oostenrijk zal maken. Deze versie is een afgeslankte versie van de originele Weense versie onder regie van Harry Kupfer.
Berlijn lag nog vers in het geheugen met als laatste keer de voorstelling op 6 juli toen Pia Douwes afscheid nam als Elisabeth. Omdat de voorstelling in deze versie me toen zo goed is bevallen, had ik enorme zin om weer te genieten Elisabeth in het Nederlands, of nou ja, soort van, want zonder onze Belgische vrienden te beledigen, hou ik persoonlijk niet zo van de Vlaamse taal. Ik moet altijd ontzettend wennen. In Antwerpen zitten ook veel Duitsers in het ensemble en ook de rollen van Max, Rudolf en de Dood worden door Duitsers gespeeld.
Dan nu de voorstelling. De rol van de Dood werd gespeeld door ‘cover’ Dieter Troubeleyn. Oliver Arno had andere verplichtingen, wat ik stiekem helemaal niet erg vond. Ik heb goede theaterervaringen met Dieter als Jezus en Enjolras. Toen ik hem als Enjolras zag, had ik soms het gevoel dat ik naar Jezus zat te kijken, dit omdat ik hem toen voor het eerst in iets bezig zag, dit grote indruk had achtergelaten en bij Les Miserbles er pas achter kwam dat hij ook onze Jezus was tijden JCS. 😉 Ook nu had ik af en toe het idee dat ik Jezus hoorde zingen, was wel vreemd, maar ook grappig.
Wat een veelgehoorde ‘aanmerking’ was, dat het geluid bar en bar slecht was. Je verstond amper wat de acteurs zongen. Vooral in het begin was dit een storende factor. Voor ons was het ook nog eens zo dat het orkest, wat goed werk afgeleverd heeft, op zo’n halve meter aan het toeteren was. De balans was er niet, hopen dat dit goed komt.
Jan Schepens heeft na Bloedbroeders bij mij een onuitwisbare indruk achtergelaten in positieve zin. Ook zijn Che in Evita was me bijzonder goed gevallen. In Elisabeth leek hij wat verdwaald. Soms wat onzeker en het leek alsof hij zenuwachtig was en niet goed bij stem. Een vermoeide stem is een goede omschrijving, die helaas bij meerdere acteurs moet worden vermeld. Een detail is dat hij Jan zijn dode evenbeeld niet losgesneden kreeg en wel drie, vier pogingen moest wagen voordat dit lukte. In de proloog was vooral het ensemble goed te horen, Jan en Dieter haast niet. Dieter was vocaal ook moe leek het en hij wist de volumeknop de gehele voorstelling niet te vinden naar mijn mening. Toch vind ik zijn stem erg prettig om naar te luisteren.
Bij ‘Als jij’ was er de eerste kennismaking met Ann van den Broeck. Vooraf nog niet eens van haar bestaan gehoord en de promoposters met haar zijn niet te mooiste. Veel photoshop en haar armen lijken miniscuul. ‘In het echt’ was ze een mooie verschijning, die verdacht veel leek op een jonge versie van Maya Hakvoort. Max, gespeeld door een Duitse meneer was ook goed en vrijwel accentloos. Pas bij ‘Ze past niet’ kwam ik er achter dat hij Duits bleek te zijn. Erg goed dus. In de meeste ensemblestukken kon je wel horen dat bij de verschillende solozinnen er Duitsers zongen. Het verschil met de Nederlandstalige was dan wel groot. Toch een compliment voor het goede en prima te verstaan gezongen Nederlands. Of moet ik Vlaams zeggen? Kirsten Cools als Ludovika was erg goed, haar heb ik twee keer als Madame Thernadier gehad, haar lachje in die rol, kwam ook nog even terug toen ze de rol van Frau Wolf speelde. Anne Mie Gils was een van de sterren van de show. Waar sommige zenuwachtig overwkamen, was zij een van de mensen die de kar trokken deze avond. Geweldig acteerwerk, goede stem en timing, ja ik en zeer te spreken over Anne Mie. Ik durf haar zelfs een van de beste Sophies te noemen die ik gezien heb.Heerlijk om naar te kijken. Guido Gottenbos als Franz Joseph was prima. In de laagte leek hij erg veel op Jeroen Phaff. Als jonge Franz Jospeh was hij heel geloofwaardig, als oudere niet. Hij was niet oud genoeg, vooral in zijn lichaamstaal kwam dit goed tot uidrukking. Hetzelfde vond ik gelden voor mevrouw Van den Broeck. Erg goed als jonge Elisabeth maar totaal geen oudere Elisabeth. Wel qua stem, die omslag wist ze goed te maken, maar haar lichaam en houding lieten zien dat ze nog lang niet zo oud is en het dus niet geloofwaardig was.
Dieter ging flink de mist in bij de laatste dans, het leek meer hijgen dan zingen. Zijn slotnoot was erg goed. Ondanks de misser, erg genoten.
Leuk was dat tijdens Elisabeth’s strijd met Sophie het extra coupletje met refrein er nog inzat en hier dus een nieuw stukje Nederlandse tekst was. (Voor de Elisabethkenners: in Wenen zit er er een extra coupletje in, voordat ze haar tanden moet laten zien. Dit zat niet in Essen en Stuttgart, wel in Berlijn en nu dus ook in Antwerpen, met voor het eerst een Nederlandse tekst: ik wil gaan rijden…)
‘Mijn leven is van mij’ is een van mijn favoriete nummers. Ann was erg emotioneel tijdens het nummer. Qua acteren erg mooi, maar qua stem erg dunnetjes. Haar nek en keelspieren leken bijna in een kram te schieten, zo erg spande ze deze aan. Althans, zo leek het voor ons. Ze moest alle zeilen bijzetten om het nummer uit te zingen. Met samengeknepen billen naar het einde waar opeens een hoge Pia noot uitkwam. Leuk, maar erg kort aangehouden. Wellicht ben ik niet objectief en te verwend door La Douwes?
In Essen is er voor ‘Elisabeth, doe open’ een liedje met Esterhazy, Sophie en de jonge Rudolf geschreven. Dit is later in Wenen overgenomen en ook in Berlijn. Nu dus ook in Antwerpen, wat erg leuk was, maar een slechte vertaling kende. Het was een soort letterlijke vertaling, met rare zinnen en slecht Nederlands. Wellicht was het Vlaams?
‘Melk’ was het eerste nummer waarin het publiek van zich liet horen. Het publiek, tot dan toe nog zeer matig en totaal niet enthousiast, laat staan voor een eerste tryout, liet horen dat de energie die het ensemble in ‘Melk’ over wist te brengen gewaardeerd werd. Erg goed! De energie, tempo en timing was nog zoek in deze eerste voorstelling. Dit zal vast door meer spelen goed komen.
De pauzefinale was mooi, met een teleurstellende slotnoot van Ann. Grappig was om te zien dat ze erg wankel het schilderij uit kwam gekropen, zoekende naar de treden. Ook Pia had hier last van in Berlijn.
Na de finale dan het door mij zo geliefde ‘Eljen’ in het Nederlands. Het was dezelfde vertaling als in Schevingen tijdens de eerste tryout. Leuk, leuk leuk om dat nummer live in het Nederlands te horen. De trompetist was ook zenuwachtig, iets wat terecht was, want zijn slotnoot was niet geslaagd. Van het ene hoogtepunt naar het andere, het lang verwachte ‘Als ik dansen wil’. Sinds Essen een duet tussen de Dood en Elisabeth. Het eerste probeersel van dit lied heette ‘Wenn ich tanz’ en is ondertussen met andere tekst compleet te horen in Marie Antoinette. (Gefühl und Verstand) Maar nu dus voor het eerst in het Nederlands. Ook in Japan doen ze dit lied, maar in Budapest bijvoorbeeld weer niet. De muziek is zo mooi van dit nummer en ook Ann en Dieter wisten het er goed vanaf te brengen. De verstaanbaarheid was niet goed, je kon het amper verstaan, maar wat ik verstond was niet fijn. Net zoals eerder genoemd, het leek soms letterlijk te zijn vertaald, in Vlaamse of slecht Nederlandse zinnen. Zoals eerder, niet vervelend bedoeld, maar Vlaams is geen Nederlands. Volgens het boekje heeft Seth Gaaikema de ‘hertaling’ (is dit tevens het Vlaamse woord voor ‘vertaling’?) gedaan. We hebben beter werk van deze man gezien. Al met al blijft het een goed nummer, maar het slot was prut. Ann kon dit niet doorbelten en ging abrupt over op haar klassieke stem, iets wat niet goed paste bij de stem van Dieter. Pia ging in Berlijn helemaal uit haar dak en over de top met nog hogere uithalen dan geschreven in de bladmuziek. Ook dat klonk gek, nu dus weer een raar einde.
Anne Mie was op dreef in het ‘Schaakspel van de macht’ samen met haar mannelijke collega’s. Ann liet zien waarom ze toch een goede Elisabeth is. Tijdens ‘Niets, niets echt niets’, zag ik een mooie Elisabeth in een rode jurk die haar meer dan prachtig stond. Ze stond alleen op het podium en wist de zaal te beroeren met een uitmuntende versie van het lied. Doorspekt met emotie en een goede stem. ‘De Franse ziekte’ is een heerlijk nummer, goed gebracht door Dieter en Ann. Het gooien van de ketting vergt nog wat oefening, of Dieter moet leren vangen, of Ann leren gooien, maar dit zag er knullig uit. De uithaal van Ann was geen uithaal maar een schreeuw.
‘Bellaria’, in Scheveningen voor het eerst te zien was prachtig. Ik heb onder dat nummer besloten en bedacht dat ik wellicht te kritisch ben doordat ik al veel te veel versies gezien heb en de show te veel gezien heb. Anne Mie Gils was prachtig om naar te kijken en te luisteren en ik heb vanaf dat moment Elisabeth Antwerpen in mijn musicalhart gesloten. Klinkt vreselijk outbollig, maar het is een lastig gevoel om te omschrijven. Ik was constant aan het vergelijken, maar ik dacht toen, nee, het is een andere versie met andere mensen in een andere taal.
(Vervolg in onderstaande bericht)