Ik heb de show gisteren gezien, dit is mijn review.
—-
Met een ongeziene voorverkoop (250.000 verkochte kaartjes voor er één show werd gespeeld), kreeg Studio 100 zeer veel vertrouwen van het Vlaamse pubiek. Deels natuurlijk door hun vorige productie - “14-18” - die voortijdig moest worden stopgezet omdat de Neckerhal in Mechelen geboekt was voor andere evenementen. Dat pakt de producent nu anders aan. Bij Puurs, in het zuiden van Antwerpen, werd een popup theater neergepoot. Wie daarbij denkt aan een tent, een oude fabriekshal of pakweg een versleten hangar, komt bedrogen uit. De bouw is zo professioneel aangepakt dat de locatie kan dienstdoen als vast theater. De foyer is prachtig vormgegeven, met gethematiseerde cafeetjes uit de jaren ‘40, waar na afloop van de show zangeressen voor extra sfeer zorgen.
Al ruim op voorhand maakte Studio 100 bekend dat - na de vooruit en achteruit bewegende tribune bij “14-18” - er technisch vooruitgang was geboekt en het publiek nu echt alle kanten op kon rijden. Hierdoor werd het onmogelijk om luidsprekers in de zaal te plaatsen, en dus moet het publiek de voorstelling volgen met hoofdtelefoons. Voor sommige musicalfans was dat een brug te ver. Zij krijgen ongelijk. Nog nooit kwam een musical zà³ binnen als nu. Tijdens het introductiefilmpje met Gert Verhulst (“u hoort mij nu links, en nu rechts”) weerklinkt nog gelach in de zaal, maar de kritiek verstomt als je door de loepzuivere klank om je heen kijkt en niet meer weet of je buur nu écht meebrult met de Duitsers, of het alleen maar zo lijkt. Er is geen live orkest - een gemis voor de échte fan - maar de klankkleur is zo vol en groots dat je diep in je hart weet dat het financieel onmogelijk is om dit elke dag live te brengen. Zet je je hoofdtelefoon even af, dan hoor je niets dan stilte: iedere acteur krijgt de muziek te horen via kleine oortjes. Wie even naar de achterkant van de tribune kijkt zal overigens tot zijn verbazing merken dat er wél een dirigent aanwezig is.
Bij “14-18” werd het verhaal van de Eerste Wereldoorlog geherconstrueerd. Dat is bij “40-45” anders. Alhoewel de Tweede Wereldoorlog wel dient als kapstok en er enkele waargebeurde feiten in het verhaal werden geweven, draait de show rond twee broers, Louis en Staf. De ene is garagist, de andere studeert voor dokter. Het gezin wordt verplicht om twee Duitse officiëren onderdak te geven tijdens de bezetting van Antwerpen. Na het bijwonen van een congres waarbij wordt opgeroepen om de Duitse bezetter te steunen, sluit Staf zich aan bij de Vlaamse SS. Het gezin wordt uiteengerukt en de broers komen recht tegenover elkaar te staan.
Met twaalf voorstellingen per week - waaronder drie op zaterdag en zondag - heeft de cast het zwaar. Daarom werd beslist om om de dag een “blauwe” cast en een “groene cast” te laten spelen. Op de website van de producent kan je kiezen wie je in actie wil zien. De cd - die inmiddels is verschenen - bevat de highlights van beide casts op twee aparte schijfjes. Jonas Van Geel en Jelle Cleymans - alletwee bekend van de televisie en vorige Studio 100 producties - nemen de hoofdrollen op zich in beide ploegen. In de voorstelling die wij zagen waren Peter Van de Velde, Clara Cleymans, oude knar Jo de Meyere (79 jaar!) en Marleen Merckx aan het werk. Hun rollen worden aangevuld door een groot ensemble en een hele groep vrijwilligers. Op bepaalde momenten staan er meer dan tachtig mensen op de scéne.
Door de vrij bewegende tribunes zijn er in de grote ruimte veel opstellingen mogelijk. Zo rij je tijdens de indrukwekkende opening van de musical parallel met het decor van een oude filmzaal mee, waardoor je alle orientatie verliest. En dan blijk je plots in plaats van links helemaal rechts te staan in de zaal. Dé beste plaatsen bestaan dus niet, en het speelveld is zo groot dat er voor iedereen altijd wat te zien is. Tijdens een romantische scène vaart er bijvoorbeeld een bootje door het decor - wie niet alle kanten opkijkt heeft het gemist. Speelt de actie zich langs één kant af, zoals bijvoorbeeld tijdens een heuse vliegtuigcrash, dan draaien de tribunes rond als een carrousel, om iedereen een blik te gunnen op het spektakel. Decors, ledschermen, tribunes en acteurs walsen om elkaar heen, in een tot op de seconde getimed en met GPS aangestuurde dans.
Wat zijn de technisch meest indrukwekkende musicalscènes die je je kunt herinneren? De helicopter uit Miss Saigon? De brug uit Phantom? Het vliegtuig uit Joe? De boot uit De Drie Musketiers? De zee uit Soldaat Van Oranje? Vergeet het verleden. Wat producent Studio 100 hier neerzet is technisch zo vernieuwend en indrukwekkend dat álle showstoppers uit álle musicals ter wereld verbleken. Deels door de bewegende tribune - die je meezuigt in de actie - maar ook door de iconische treinscène, waarbij je als toeschouwer zijdelings - als was je een filmcamera - langs de flanken van de wagons zoeft, of de achtervolging inzet op een motor. Er zweeft een vliegtuig boven je hoofd, er wordt een vrachtwagen opgeblazen en decorstukken verschijnen uit het niets. De spektakelstukken worden afgewisseld met intieme toneelbeelden, waarbij de tribunes dicht bij de acteurs staan, vaak met enkel een spot op hen gericht. Het lichtplan van 40-45 speelt haast een hoofdrol, naast het uitgekiende geluid.
Een zeer kwetsbare Peter Van de Velde, de vader van de broers, hoeft niet te schreeuwen om verstaanbaar te zijn. Op fluistertoon, met bibberende stem, weet hij je te raken. Acteurs kunnen heel klein spelen, met een maximaal effect. Bijzonder om te zien. Voeg hierbij de schitterende zang - duizend keer beter dan bij “concurrent” Soldaat van Oranje, en je weet dat in Vlaanderen opnieuw een succes is geboren.
Studio 100 lost in één klap veel problemen op die bij nagenoeg élke musicalproductie opduiken. De irritante buur hoor je niet meer hoesten of krakende chips eten. Elk laatste woord van de cast is verstaanbaar. Elke noot van het orkest komt binnen. Er is geen pauze die je uit je concentratie haalt. De tribunes zijn hoog genoeg om iedereen een vrij zicht te geven op het speelvlak. De immersie is ongezien - je zit létterlijk in het verhaal.
Akkoord: verhaaltechnisch zijn er misschien nog wat verbeteringen aan te brengen. De show is op sommige momenten erg fragmentarisch en de clichés vliegen in het rond - alhoewel het gezegd moet worden dat er twee gigantische plotwendingen zijn toegevoegd die het geheel dan toch weer wat schwung geven.
Een echte tearjerker is het niet geworden, alhoewel een aantal aanzetten daartoe zeker aanwezig zijn. Maar wat zeker is: 40-45 blaast je uit je stoel. Door de beklijvende beelden, de betoverende muziek en het mooie acteerwerk. Het énige waar Studio 100 echt de mist ingaat, zijn de zetels. Bijna twee uur stilzitten op veel te kleine plastic kuipstoeltjes is niet gezond voor je rug. Dat kan binnen vier jaar - bij de volgende show - dus zeker beter.