Column

Column Dieter Spileers: “Zingen, dansen, acteren, een mooie hobby, toch?”

De eerste gastcolumn van Dieter, nu eindelijk online! Door omstandigheden die niets met Dieter te maken hebben duurde het langer dan gepland. Hopelijk vinden jullie de column net zo leuk als wij, het was het wachten waard.

Hoi allemaal, mijn naam is Dieter Spileers en de komende maanden ben ik verantwoordelijk voor deze column.
Gedurende deze periode laat ik jullie genieten van een kijkje in mijn leven voor en achter de schermen van het Beatrixtheater, wat ik eigenlijk wel mijn 2e thuis mag noemen. Maar voor ik hiermee verder ga neem ik jullie eerst mee naar het Belgische 1985…

Ergens in een klein stadje Ronse genaamd, kwam ik op 30 augustus op de wereld.
Snel werd het duidelijk dat ik geboren was was om mensen te entertainen. Al zingend en dansend groeide ik op en op bijna elk familiefeest was het bijna een verplichte kost voor de ooms en tante’s om naar de toneelstukjes te kijken die ik in elkaar had gebokst samen met mijn neven en nichtjes.
Op een dag kwam ik na school thuis en daar zat op de bank de voorzitter van het plaatselijke amateurgezelschap VTV (voor taal en volk) met de vraag of ik geen interesse had om mee te doen aan een voorstelling. En het zaadje werd geplant. (in poëziealbums schreef ik sindsdien bij thema hobby: Theater. 😉)  oh wat vond ik het leuk om op een toneel te staan, in het licht, met voor mij een donkere zaal waar iedereen naar me keek. Voor de ene was het doodeng, voor mij was het —hoe schrijf ik het netjes- hemels genieten.
En na jaren werd het tijd om een belangrijke keuze te maken in mijn leven. Wat wil ik worden als ik groot ben…
Ik was ervan overtuigd dat ik een hele leuke hobby had, maar om daar nou je centen mee te verdienen?
Van mijn vader moest ik eigenlijk metser worden. Maar daar had ik helemaal geen zin in. Neen, ik wou eens kijken of ik zou aangenomen worden voor de theaterschool. Dus ik deed auditie. De opdrachten waren: een klassieke monoloog uit Hamlet, een moderne monoloog ‘het spijt me’ en een eigen act. Ik was 17 en had natuurlijk helemaal geen flauw benul… Hamlet, eigen act, het zal wel… dus ik maakte een eigen theaterstukje met een emmer water waar ik mij tot op de dag van vandaag nog steeds een beetje voor schaam en waar ik niet in detail ga treden… (Gelukkig is daar geen videomateriaal van) Laat ons zeggen dat de jury vond dat ik niet geschikt was voor het vak ‘theater’…  auwtch… Wat nu… ik wou écht géén mester worden.
Maar gelukkig leerde ik tijdens die auditie een jongen kennen die later in mijn klas zou zitten aan het conservatorium. Hij wist me te vertellen dat er ook audities waren voor de musicalafdeling van het Koninklijk conservatorium in Brussel. En daar kon je je naast de dramalessen ook nog eens ontwikkelen in zang en dans… Wat leuk! Ik wist toen op mn 17e zelfs niet dat daar ook een opleiding voor was. Dus ik ging op een zondagochtend vroeg met de trein naar Brussel. We moesten 2 nummers voorbereiden, een monoloog naar keuze (hey, ik had nog eentje liggen van een vorig genoemde auditie) en ook gingen ze ons testen op notenleer en dans… Notenleer, iets met stokjes en bolletjes en een balk… lang verhaal kort: ik werd aangenomen, verhuisde van de kleine stad naar dé grote stad Brussel en na 4 jaar studeerde ik af als Master in de dramatische kunsten optie Musical aan het Koninklijk Conservatorium Brussel. (klinkt chique hé)
Na de opleiding deed ik auditie voor Joop van den Ende theaterproducties. Met knikkende knieën stond ik voor het casting team te auditeren. 3 rondes later kreeg ik telefoon. “Dieter, gefeliciteerd, je bent aangenomen voor de grote nationale tour Sunset Boulevard”. Of hoe ik van mijn hobby plotseling mijn beroep kon maken…

N.v.t.