De Kersentuin van Het Nationale Toneel
change_status
Hoofdrolspeler
RankRankRankRankRankRank
Totaal aantal Reacties:  832
Geregistreerd  2005-10-25

De eerste Try-out van De Kersentuin van het Nationale toneel, in de Koninklijke Schouwburg van Den Haag stond vandaag op de planning, dus vertrokken wij met enige tegenzin naar de stad achter de duinen. We hadden namelijk al van horen zeggen dat het stuk van Anton Tsjechov tamelijk saai zou zijn. We zouden wel zien. De Koninklijke Schouwburg is wel echt een plaatje. De nauwe gangen en de verschillende verdiepingen doen je denken aan Koninklijk Theater Carré en de prachtige zaal, met de drie balkons en de kroonluchter lijken wel het decor van The Phantom of the Opera.

Het decor was direct zichtbaar en leek veelbelovend. Crème en bruine kleuren hadden de overhand en ook verschillende doeken in deze kleuren waren aanwezig op het toneel.

Dan begint de voorstelling. Stefan de Walle komt opgelopen en daalt neer op een stoel. Een ogenblik hierna begint de korte Prelude, terwijl het zaallicht dooft. Doordat hij eerder opkwam dan de muziek begon haalt hij de magie, die je bij zo’n klassieker kan verwachten enigszins weg.

Een ander hekelpunt aan de enscenering was het kleine huisje dat soms op het toneel stond en soms erboven hing. De functie hiervan is mij totaal niet duidelijk geworden en is hierdoor meer een sta-in-de-weg dan een origineel decorstuk. Dit was idem dito bij een van de gordijnen aan de linker zijkant van het toneel. In de eerste akte rolt Aniek het doek op. Na de pauze is het weer zichtbaar, maar verdwijnt het wederom snel weer uit beeld.

Toch hebben de acteurs hun best gedaan om iets te maken van het hopeloze stuk van Tsjechov. Het stuk heeft weinig diepgang. Liefde en onderlinge relaties worden niet of nauwelijks duidelijk en emoties worden ook niet goed getoond.  Afwachten of de door de familie zo geliefde kersentuin wordt verkocht doen ze onder het genot van een goed glas wodka, en het huwelijksaanzoek waarop de adoptiedochter al jaren wacht komt als climax toch maar niet. Het berouw hierom duurt al snel een ‘natuurlijke’ anderhalve minuut. Dit gedeelte is echter ook aan de acteurs te wijten. Op deze eerste Try-out lijken ze een wanhopige poging doen om de voorstelling van het stuk te redden, maar dit slaat juist in als ene bom op hun acteerkwaliteiten.
als op een gegeven moment een van de acteurs Betty Schuurman, die de eigenares van het landgoed speelt, toe spreekt wacht ze ene dertig seconden, waarna ze haar handen over haar oren legt een schreeuwt: “Nee, spreek niet zo tegen mij”. Goh, dat had wel wat sneller gemogen.

Als de familie dan uiteindelijk het landgoed zullen moeten verlaten geeft Vincent Linthorst nog een gefrustreerde trap tegen een koffer. Vervolgens vliegt deze koffer van de ene kant van het toneel naar de andere kant. Dit kleine ongelukje zorgde voor nog meer ongeloofwaardigheid.

De belichting is in deze enscenering van de Kersentuin wel erg mooi, het gehele diepe toneel is op de meeste momenten warm verlicht, en in de Pauze finale , waarin Ben de Moor en Jelle de jong zich laten belichten door een kampvuur vond ik ook erg mooi gevonden. De aangename geur ervan was ook op het eerste balkon te ruiken. De lampen boven het toneel gaven een effect op het podium alsof er licht via de ramen naar binnen scheen, prachtig vormgegeven. Helaas kwamen deze lichten halverwege de tweede akte meer naar beneden, waardoor de aandacht meer naar de theaterlampen zelf ging, dan naar het effect dat zij proberen te geven.

Misschien is het niet goed om een stuk te beoordelen op zijn eerste voorstelling, maar de acteurs van het Nationale Toneel hebben me niet kunnen overtuigen bij deze saaie klassieker van Anton Tsjechov.

‹‹ Mijn zelfgemaakte kunstfilm      Jurk! ››