Ik ben het helemaal eens met June, bij een concertante uitvoering ligt de nadruk op de muziek en de beleving van de muziek. Het “plaatje” is daar een stuk minder belangrijk dan bij een scenische uitvoering.
De vergelijking met Phantom komt door de nadruk op de eigenschappen van het karakter. Die kunnen voor een verhaal van doorslaggevend belang zijn. In The Color Purple is Celies huidskleur wellicht van belang, omdat dit een van de drijvende motivaties van de karakters is. Dat is waar het verhaal over gaat, ras/afkomst staan centraal. Maar de strijd van Celie is geen strijd die alleen herkend wordt door Amerikaanse kleurlingen, anders zouden boek, film en musical niet zo’n groot publiek hebben gevonden. Het is een universeel verhaal en dat maakt dat je er wat mij betreft (zeker als het minder om het plaatje gaat, zoals bij concertante uitvoeringen) een colour blind casting op los kunt laten.
Je kunt ook zeggen: als blanke vrouw kun je dat niet spelen/zingen, want je mist een ervaringslaag, die een donkere actrice wel heeft. Maar dan geldt dat ook voor een acteur, die niet misvormd is en Phantom moet spelen.
Bij West Side Story ligt wat mij betreft de nadruk op het liefdesverhaal tussen twee verschillende groepen. Dat de een Puertoricaans is, is meer een toevalligheid. In de eerste versie waren het nog een Joodse en een katholieke bende, die tegenover elkaar stonden.
Colour blind casting kan tot prima resultaten leiden. Norm Lewis was fantastisch als Javert (en als Triton met voornamelijk blanke zeemeerminnen als dochters), Lea Salonga een geweldige Eponine en ik heb de Estefans niet horen klagen over de casting van Vajèn van den Bosch en Jim Bakkum. En ik zag ooit een heel interessante versie van Hairspray van Jessica Fuchs, waarbij de blanken uit het verhaal zwart-wit waren (oude tijd) en de kleurlingen bontgekleurd (nieuwe tijd). Werkte prima.
En ja, Elphie, ik vond Maaike Widdershoven destijds een prima Maria.