Wat kan een voorstelling groeien tussen de eerste try out en een premiere…
Afgelopen zondag was ik ook aanwezig bij de premiere van The Last Five Years en bij binnenkomst was al duidelijk dat dit niet meer de voorstelling zou zijn als eerst. Het decor is omgegooid ten opzichte van de eerste try out met als beste punt het wegkeilen van die afzichtelijke bank die er stond. Nu zien we een ruimte twee keer. Links is een exacte spiegeling van rechts. het enige verschil is dat links bedekt is met lakens als afsluiting en rechts is zonder lakens, nog helemaal vers en nieuw. Sanne speelt haar stuk links en Jona rechts, natuurlijk niet zo heel zwart/wit als ik het nu zeg, maar globaal gezien is dat wel het geval. Het gebruik van al die lakens is nu een stuk duidelijker dan bij de eerste try out waar de lakens her en der over decorstukken lagen. Het is wel dermate standaard dat ik bij aanvang al gelijk dacht: Oooh, aan het eind liggen die lakens allemaal exact gespiegeld rechts op het podium… En dat bleek ook zo. Het is misschien cliche, maar het werkt wel.
Ik vond Birgit de eerste keer zeer indrukwekkend, qua zang en spel, maar bij de premiere wist ze zichzelf te overtreffen en ik ging helemaal mee in haar frustratie, maar vooral in het fantastische gelukszalige gevoel van Tot Ziens, Misschien Tot Morgen ondanks de bittere smaak dat je weet hoe dat geluk zal eindigen. Prachtig gespeeld. gelukkig had Birgit nu minder ruzie met haar jurkjes en het er inhouden van haar ‘bosje hout’. Ara was beduidend beter dan bij de eerste try out. Jona’s verhaallijnen zijn wat lastiger te volgens dan die van Sanne, maar ik geloofde hem nu meer dan bij die eerste keer waar ik hem te ‘gay’ vond. Ondanks dat geloof ik nog steeds niet dat Ara’s Jona vreemd zou gaan, hij blijft er te lief voor. Een uitspraak als ‘Wat niet weet, wat niet deert’ komt daardoor niet aan bij mij, diezelfde uitspraak maakt ook dat je veel minder sympathie voor hem krijgt. Zijn Als Ik Niet Het Vertrouwen Had was een prachtig moment, je ziet de relatie van zijn kant breken. Zijn laatste nummer Wat Niet Weet, Wat Niet Deert blijft echter het dieptepunt van de voorstelling, maar dat komt omdat ik de muziek dermate slaapverwekkend vind dat ik denk: ‘Zing eens sneller’. Dat ligt natuurlijk niet aan hem, maar aan de componist en je kunt nou eenmaal niet alles mooi vinden. Over het algemeen vind ik ook de songs van Sanne interessanter dan van Jona.
De regie van Maarten Mourik is een teer punt. Op sommige punten is het zeer interactief en spelen ze mee in elkaars scenes als een soort figuranten, maar dat maakt het ook lastiger voor het publiek. Op andere punten lijkt het allemaal vereenvoudigd zoals bij Ik Werk Me Omhoog waar ik niet het gevoel had dat in dat ene nummer zicht eigenlijk vier scenes afspelen. Ik weet nog altijd niet of ik het prachtig moet vinden of niet. Ik heb wel het gevoel dat ik iets mis. Het spel daarentegen is dermate sterk dat ik graag meer van deze regisseur zou willen zien. Ik was erg blij dat er sinds die eerste try out wat achteruitgeloop geschrapt is en volgens mij zijn er nu ook minder home video’s te zien dan eerst.
De vertaling van Allard Blom is lekker. Ik heb me de afgelopen week nog verdiept in het oorspronkelijke stuk om het beter te kunnen beoordelen voor mezelf. Als opzichzelf staande tekst is de tekst absoluut goed, maar als je het gaat vergelijken zijn er veel dingen dermate anders dat ‘t toch wel een aantal woordspelingen en grappen mist die er oorspronkelijk wel inzitten. Een aantal vlamingen die ik sprak na de voorstellingen waren overigens niet al te blij te worden betiteld als Belgen… 😉
Ik heb ten zeerste genoten van de voorstelling en wil ‘m tegen ‘t einde graag nog een keer zien… Ik hoop dat dit soort projecten vaker gerealiseerd kunnen worden, want Nederland verdiend meer dan al het feel-gooderige gehups…