Camille- een leven in steen — gezien op 5 februari 2008 in Rijswijk
Camille Claudel is beeldhouwster en muze van de bekende beeldhouwer Auguste Rodin. Zij blijken dezelfde stijl te hebben en hij werkt een aantal jaren met haar samen. Tevens is zij zijn minares. Voor Camille is het gebrek aan erkenning voor haar werk en de belangstelling voor die van Rodin niet te verteren. Zij draait door en wordt door haar familie in een gesticht opgesloten. In dit gesticht blijft ze de rest van haar leven. In het absoluut noodzakelijke programma dat voor € 4,- kan worden aangekocht kunnen we iets meer lezen over haar relatie met haar familie (moeder schijnt zo hard te zijn omdat ze een zoon verloren is) en ook het niet onbelangrijke feit dat ze na 2 jaar in het gesticht genezen werd verklaard maar dat de familie besloot haar opgesloten te houden.
Deze productie wordt gebracht door Storytellers. De goede lezer ziet echter dat een belangrijk deel van de cast en creatives bstaat uit de mensen van Greg & Baud. Waarom besloten is deze mensen onder een andere vlag te laten varen is niet duidelijk. Regie is van Sebatiaan Smits (Baud). Deze doet met het stuk wat hij kan, maar het verhaal van Harry Koning en Stefan Zinkgraf geeft hem weinig om mee te werken. Verhaallijnen zijn slecht uitgewerkt en de personages hebben geen enkele diepgang. Dat maakt het razend moeilijk om de spelers toch nog met enige emotie te laten spelen. Smits zorgt voor mooie toneelbeelden en werkt met de beperkte middelen die hij heeft. Ook de decorontwerpster Maartje ter Weijden heeft zich er met een Jantje van Leiden vanaf gemaakt. Ik hoop dat ze deze opdracht gratis heeft gedaan, want dan is er tenminste nog een excuus. Wat een ongeïnspireerd zootje. Wat lappen en een op een zondag in elkaar gerommelde poort die in mijn optiek geen duidelijke functie heeft behalve in de weg staan. Lichtontwerper Tjitte J. Meijer zorgt op het toneel voor een mooi plaatje maar het opdringerige zaallicht in Rijswijk leidde regelmatig de aandacht af. Het geluid was echter prima in orde. De kostuums zijn prachtig eigentijds maar toch een tijdsbeeld neerzettend. Onopvallend maar toch aanwezig. Wie ze ontworpen heeft wordt onterecht niet vermeld.
De titelrol van Camille en de rol van Rodin worden gespeeld door professionals en de overige rollen door amateurspelers. Dit is een constructie die eerder door dit gezelschap werd gehanteerd bij De Vliegende Hollander. Ook in dit geval ben ik ervan overtuigd dat dit geen meerwaarde heeft. De kwaliteit van de amateurspelers was hoog en mensen als Ingrid van Houwelingen en Frank Bovenlander hadden de rollen van Camille en Rodin rollen zeker zo goed gestalte kunnen geven. Wellicht was deze casting dus een marketingkeuze, maar de namen van Janke Dekker en Paul Vaes zijn toch ook weer niet zo groot dat het volksstammen naar het theater doet komen. Dat bleek ook in Rijswijk waar hooguit 300 man zat (halve zaal).
Janke Dekker zet de rol van Camille met flair neer maar wordt nergens echt geloofwaardig. De emotie wil maar niet overslaan. Verder voelt het alsof zij nergens in het stuk de juiste leeftijd heeft voor het personage. Paul Vaes als Rodin is een rots in de branding. Beide leiden zeer onder het slechte script. Rodin blijft een platte figuur die alleen maar op Camille in zijn bed uit is. Camille moet toch heel veel gedachten gehad hebben om door te draaien maar daar vernemen we eigenlijk heel weinig van. Af en toe een bespiegeling was niet slecht geweest. Dat had binnen het idee dat zij in het gesticht het verhaal verteld met de andere patiënten als haar spelers ook heel goed gekund. Helaas wordt met dat idee veel te weinig gedaan. Kevin van der Leuv zingt en speelt een geweldige rol als Paul maar had het verdiend dat de beweegredenen van deze Paul wat duidelijker werden. Als je je zus haar hele leven lang opgesloten houdt, terwijl je weet dat ze allang gezond verklaard is, dan is er iets in de relatie dat je daartoe drijft. Van der Leuv doet zijn best dit naar buiten te brengen maar krijgt hiervoor geen tekst en geen verhaal. Dan vraag je als schrijver te veel van je acteurs. Dit geldt ook voor Ingrid van Houwelingen als moeder. Ergens in de 1e acte verzucht ze als patiënte in de inrichting ‘Ik wil die moeder niet meer spelen†en daar heb je als publiek volledig begrip voor. De rol is niet leuk omdat moeder alleen maar bits doet maar we er nooit achter komen waarom. Nergens krijgt ze een relatie met haar kinderen of haar echtgenoot. Vader wordt gespeeld door Bart van der Meer, die ook de rollen van Dubois en dokter voor zijn rekening neemt. Als je even niet goed op de kostuums let, weet je niet meer wie hij speelt. Ze zijn allemaal hetzelfde. Dat geldt zeker niet voor Frank Bovelander die als Jacques een opvallende verschijning is. Mooie stem en aanwezige acteur. Jessica Fuchs als Rose Beurret en Bregje van Beek completeren het ensemble. Beide zingen uitstekend en Van Beek heeft een mooie hoge energie in haar spel.
Opvallend in het totaalbeeld is dat de professionals en amateurs niet detoneren. De vraag is of dit aan de kwaliteit van de amateurs of aan de kwaliteit van de profs ligt. Ik vrees het laatste.
Al met al staat hier een zeer hoge kwaliteit amateurs die op tour zijn met een kreupel stuk. Het verhaal vertelt niet. De personages krijgen geen enkele diepgang. Het wordt dan al snel saai. Ook de muziek werkt niet echt. Het word vakkundig gespeeld door een pianist en vakkundig gezongen door de acteurs. De koorzangen zijn heel erg goed en zeker complex, maar waar gaat het allemaal naartoe. Je hoopt maar dat de ontknoping het gaat brengen, maar helaas die ontknoping komt niet. Van ellende ben ik de volgende dag maar op wikepedia.nl op zoek gegaan naar meer informatie over Claudel om erachter te komen dat ik deze informatie al voor € 4,- gekocht had. Het verhaal achter Camille in het programmaboekje is de letterlijke tekst op Wikipedia.
Hopelijk kiest Storytellers/Greg & Baud volgende keer voor een beter stuk. De spelers verdienen het!