Column

Dag pailetten, dag stinkkaas, dag haring, dag familie.

Dieter neemt in zijn laatste exclusieve column voor Musicalworld afscheid van Moeder ik wil bij de Revue. En van ons helaas (nou ja, als column-schrijver dan...).

Een speelperiode gaat in 3 fases: Je werkt heel intens met een prachtige club mensen aan een voorstelling en na 4 weken staat er gewoon een totaal nieuwe show. Daarna try-outs en waar nodig is lekker het verhaal en het geheel bijvijlen tot een prachtig geheel. Dan begint het spelen. het begin van de speelperiode gaat ontzettend hard, want voor je het weet, heb je 50 voorstellingen gespeeld en denk je, wauw, naar mijn gevoel was het nog maar vorige weer de première.
Daarna komt fase 2: het echte ‘werk’: elke dag weer het verhaal wat wij in de studio met elkaar hebben gemaakt, weer laten ontstaan op het toneel, zodat die ene persoon die misschien maanden gespaard heeft voor een kaartje eerste rang en maar 1 x per jaar naar een musical kan gaan, een prachtige avond heeft. En die mag niet natuurlijk niet merken dat we de show al meer dan 50x gespeeld hebben.
Soms vraagt men mij: ‘voelt het niet soms aan als routine, elke dag weer opnieuw, soms wel 2 shows per dag?’ Eerlijk? Yep. Af en toe denk ik: ok, hier gaan we weer. Smile, en gaan. Ook al heb je eens een mindere dag, of denk je, oeh, als ik nu op 90 % van mijn kunnen deze choreografie of bepaalde scène doe, zal het ook wel gaan. Maar dan denk ik aan die ene persoon en ga ik dat tandje bijsteken om 101 % ervoor te gaan. 
Fase 3 is de minst leuke fase. Het einde van een speelperiode. Langzaam neem je afscheid van je rol, van je momentje op het toneel, van die ene dans. Bij Moeder ik wil bij de revue hebben we elke avond 2 kids die Coosje en Trijntje spelen. En die meiden spelen soms veel eerder dan dat wij stoppen hun laatste voorstelling. Dus ik kan jullie verzekeren dat er al menig traantjes zijn gevloeid want je krijgt een band met elkaar. Iemand die je het jaar ervoor nooit hebt gezien, krijgt een plekje in je leven.
Ons vak is toch een prachtig maar raar vak. Je krijgt voor een bepaalde periode een nieuwe familie toegewezen en daar moet je het een hele tijd mee doen. En je bouwt zo’n intense band op dat het einde van de productie dan altijd best Kaa Uu Téé is. 😉 Want dan is het echt van de ene dag op de andere gewoon klaar. Finito. Niet meer naar het theater om samen te eten, op te warmen, ons klaar maken voor de show terwijl we de grootste lol hebben in de kleedkamer. Een kleine interne anekdote? Komt ie. Op donderdag is het meestal kaas en wijn avond na de show. En we hebben eens met de jongens een stuk gigantische stinkkaas onder de bank van de meiden in hun kleedkamer verstopt.  Maar weken later (zo slim en sneaky waren ze) begon het in onze kleedkamer ontzettend te stinken. Die revueGirls hadden op 3 verschillende plekken verse haring verstopt in onze kleedkamer. Wij hadden niks door maar vonden het wel gek dat het naar vis stonk. Wat een lol hebben we gehad toen. Maar aan alle mooie liedjes komt een einde.  Op 9 augustus valt het doek definitief voor de Revue. Dag pluimen, pailletten, prachtige kostuums, schuine vloer die we niet gaan missen. 😉 dag mensen, dag publiek. Niets… Het beruchte ‘zwarte gat van den musicalmensch’. En dan komt de vraag: en, wat ga je hierna doen? Dit seizoen zal ik voorlopig niet te zien zijn in een musical. Wel ga ik swingen bij Pandora, de nieuwe dinnershow van studio 21. Maar wat ook belangrijk is: ik heb nu lekker de tijd om alle verloren momenten in te halen met vrienden en familie die ik soms moest missen omdat ik in een productie stond. En dat is ook niet geheel onbelangrijk. Maar wees gerust, ik kom op mijn pootjes terecht. Dank jullie wel voor alle leuke reacties op mijn vorige blogs. Het deed deugd om zoveel comments te lezen. En wie maar niet genoeg van mij kan krijgen, je kan me altijd volgen op twitter en instagram. 😉
Dag lieve lezers, dag lieve collega’s van de revue, tot ziens!

N.v.t.