Recensie

Een nieuwe Aladdin

De komende weken presenteert Fanwork in diverse theaters in de randstad de musical Aladdin. Wij zagen de premiere.

Tot vorig jaar werden de voorstellingen van Fanwork op locatie bij Kasteel Haarzuilens gespeeld met als podium een soort van opslag-nis. De verhuizing naar het theater geeft de productie natuurlijk betere mogelijkheden, daar de faciliteiten vele malen beter zijn. Zoals het Fulco Theater in IJsselstein, waar de premiere plaats had.

Deze Aladdin is nieuw; het is dus niet een versie van de musical Alladin van een paar jaar terug, die begin dit jaar nog bijzonder succesvol in het Belgische Evergem werd opgevoerd. Evenmin is het de Disney-versie, hoewel het wel elementen uit de Disney-film zijn gebruikt, zoals het begin met een marktkoopman. Maar de binnen het verhaal zijn zeker eigen keuzes gemaakt.

In deze versie zwerft Aladdin met zijn maatje Sami over de straten. Sami kan niet praten en moet het dus met gebaren doen. Terwijl hij droomt van leven in het paleis, dat hij vanuit zijn slaapplaats kan zien, lijdt prinses Jasmine in het kasteel onder het gebrek aan vrijheid. De sultan is een ongecompliceerd, beetje gestoorde man, die op de hulp kan rekenen van grootvizier Jafar. Deze man heeft echter zo zijn eigen plannen; hij heeft de sultan in zijn macht dankzij zijn staf, en is op zoek naar de toverlamp. Ook Jafar heeft assistentie; van Kadeem, een bijdehandte tante. Bij de grot der wonderen, de plaats waar de lamp zich bevindt, krijgen zij te horen dat Aladdin de enige is die de grot mag betreden.
Als Jasmine het paleis ontvlucht en in de stad in de problemen komt, redt Aladdin haar uit deze benarde situatie. Helaas weten de wachters hen te vinden, en wordt Aladdin gearresteerd, uiteraard opdracht van Jafar.Jasmine maakt zich bekend, maar kan de arrestatie niet voorkomen.
Terwijl Jasmine wordt wijsgemaakt dat Aladdin is onthoofd, lokt Jafar hem uit de gevangenis en naar de grot. In de grot ontmoeten ze Anisha, een levend gouden beeld, en vinden ze de lamp. Als Aladdin over de lamp wrijft verschijnt een groep dames met een kist, waaruit via magie de geest verschijnt. Zij is nogal hyperactief, ook als ze uitlegt dat Aladdin drie wensen heeft. Via een truc leidt zij hen terug naar Agrabah, zonder dat dit een wens kost. Aladdin, stapel op Jasmine, wenst een prins te zijn om zo haar hart te veroveren. Maar dat blijkt toch niet zo simpel. Jasmine en Jafar werken niet mee om deze droom meteen werkelijkheid te maken.

Er wordt in deze Aladdin heel behoorlijk geacteerd door de spelers. Aladdin (Terence van der Loo) overtuigt wel als verliefde, constant op de vlucht zijnde, straatjongen, zowel door zijn spel als zijn getrainde lichaam. Zijn hulpje Sami, gespeeld door Cleo van Bosstraten, moet het volledig van haar spel hebben en zet ook een van de sterkste acteerprestaties neer. Jasmine gedraagt zich verwend, maar is ook menselijk en kordaat als de situatie er om vraagt. Haar zang is wat nasaal, maar wel aangenaam om naar te luisteren. De geest wordt overtuigend vertolkt door Tessa de Jong. Yannick Plugers gaat helemaal op in de rol van Jafar (het moment waarop hij als enige lacht om zijn “loop niet tegen de lamp” grapje bijvoorbeeld is erg leuk), en is een heerlijke slechterik. Annefleur van den Berg pakt de momenten die Kadeem heeft met beide handen aan, en is tevens vocaal een van de sterksten. Ook de sultan wordt leuk vertolkt door Arjen Obbink. Ook bij de diverse kleinere rollen zitten leuke uitvoeringen, zoals bijvoorbeeld de overzelfverzekerde prins Achmed.De sterkste momenten in de show zijn de ensemble-dansscenes. Fris en goed uitgevoerd; de energie spat op die momenten van het podium af. Het redelijk bizarre instortingsgevaar bijvoorbeeld, waarbij een soort zombies de instortende grot verbeelden.

De kostuums zijn dik in orde. Jafar, de sultan zijn bijvoorbeeld schitterend gekleed en vooral de uit België geimporteerde “erg foute” prinsenkostuums vallen op. Het concept van het decor, met gordijnen en enkele rekwisieten werkt, al mag er wel naar de gesmeerdheid van de gordijnen gekeken worden. Het was soms wel erg opvallend dat er weer een gordijn vast zat. Voor de verschijning van de geest wordt gebruik gemaakt van een kist van Hans Klok. Hij heeft niet zo veel assistentes als hier op het podium, maar weet dit soort trucs wel spectaculairder te brengen. Een overkill aan rook en Klok-kiaanse muziek zou deze scene wat meer bite geven. Nu zien we slechts een technisch goed uitgevoerde truc.
De makers hebben her en der in de voorstelling de behoefte gehad er mini-stukjes van bestaande popnummers in te stoppen. Knipwerk met regeltjes als “Genie in the bottle”, “Relax - don’t do it”. Soms werkt dit grappig, maar soms ook niet. Het is ook een trucje dat snel verveelt.

Bij een korte speelperiode (12 voorstellingen)lijkt het misschien logisch om de eerste voorstelling voor publiek tot premiere te bombarderen. Toch zou ik Fanwork willen adviseren dat niet meer te doen, en dus met 1 of 2 try-outs (met publiek) te werken. De onwennigheid van de techniek, waardoor mensen in het donker stonden, of niet versterkt waren, storende microfoontjes, de stroeve gordijnen, het komt allemaal bovenop de stress die de eerste echt voorstelling al met zich meebrengt. Het levert zo zeker niet de beste voorstelling op die er gegegeven kan worden.Het geeft de acteurs dan ook de kans om de timing op het publiek uit te proberen en af te stemmen, en de regie de gelegenheid de vocale uithalen wat meer te doseren. Soms leek het wel of de spelers dachten dat hun microfoon weer uit stond.
Onbegrijpelijk is de ellenlange ouverture. Dat er geen orkest kan worden veroorloofd is vanzelfsprekend, maar de sound hier is wel erg iel en er gebeurt verder niets. Bij een familievoorstelling is het ook zeker niet noodzakelijk; die kan beter maar “meteen beginnen”. Waar het de muziek zelf betreft is Aladdin aanvaardbaar, maar zeker niet bijzonder. Nederland kent tal van onbekende, maar goede componisten, die waarschijnlijk graag die taak zouden willen vervullen. Waar zeker meer aandacht aan kan worden besteed is de belichting. Slechts af en toe voegt het licht iets van sfeer toe; veel vaker niet.
Fanwork suggereert een hoge mate van professionaliteit en enorme ambitie. Dat kan met deze voorstelling (nog) niet echt worden waargemaakt. Als excuus kan misschien worden gebruikt dat dit de eerste voorstelling is die ze daadwerkelijk voor het theater maken, maar op creatief vlak is er heel veel verbetering nodig.

Aladdin speelt nog:
IJsselstein (Fulco) 24 augustus
Laren (Singer) 30 en 31 augustus
Houten (Aan de Slinger) 6 en 7 september
Delft (de Veste) 13 en 14 september

23 August 2008
Première
IJsselstein
Fulco Theater
http://fanwork.nl/aladdin/
Musical, Fanwork, Aladdin, Premiere, IJsselstein, Jasmine, Jafar, Sami, Sultan, Kadeem, T\erence van der Loo, Esmee Dekker, Annefleur van den Berg, Cleo van Bosstraten, Yannick Plugers, Arjen Obbink, Tessa de Jong

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen