Recensie

Kuifje in Oostende

Oorspronkelijk zou Karel Deruwe 18 juli een officiële première hebben als kapitein Haddock, maar omdat hij de rol al vaak speelde werd hiervan afgezien. Evengoed trok Musicalworld naar Oostende om te kijken hoe hij, en de andere nieuwe gezichten het zouden doen.

Na een serie voorstellingen in het Luxor theater in Rotterdam heeft Kuifje zijn intrek genomen in de Kursaal in Oostende. Vrijwel de gehele cast is meegereisd met het decor, maar er zijn ook een aantal nieuwe gezichten te bewonderen. Zo is de rol van Jansen (Dick Cohen) overgenomen door Dirk Lavrysen, en wordt de rol van Haddock gespeeld door Karel Deruwe. Bianca Castafiore werd in Antwerpen ook al een aantal keren gespeeld door An Lauwereins, maar is in Oostende een vaste waarde. Zij zal ongeveer de helft van de voorstellingen spelen.

Henk Poort speelde kapitein Haddock al in het origineel in 2001, en deed dat weer in Rotterdam. Hij was, zeker in Rotterdam, gewoon Haddock. Qua fysiek en spel klopte het volledig. Met Karel Deruwe als kapitein klopt het fysieke plaatje wat minder. Hij heeft er verstandig aan gedaan om de rol niet te kopiëren, maar zelf opnieuw in te vullen. Hij kiest voor een meer komische benadering, wat soms wel goed werkt, maar waarbij ook een aantal grappen de mist in gaan. Tekstueel is hij deze avond niet goed op dreef. Meermaals gaat het fout; een enkele keer is hij de tekst helemaal kwijt. Dit laatste is op een heel vervelend moment, namelijk als hij zijn sterkste scène van de avond speelt: de whiskyverslaafde in de dodencel, die hij enorm sterk neerzette. Een waar kippenvelmoment en een bewijs dat hij in staat is tot het spelen van meer nuance dan hij ervoor heeft laten zien. Qua zang kan Karel Deruwe niet tippen aan Henk Poort. Hij mist de power, maar slaat zich verder goed door de nummers heen. Wel nog 1 tip: verraad nooit meer theatermagie. Een opmerking over de aanwezigheid van matrassen, zoals hij deed bij de val van de Jansens in de orkestbak is een doodzonde.

De rol van Bianca Castafiore wordt door de weeks vertolkt door An Lauwereins. Haar voornaamste zwakte in deze rol is dat ze geen operazangeres is, en dus niet met “alle registers open” iedereen van het podium kan blazen. Dit levert soms een frons op: als Haddock zijn oren laat bedekken door Nestor hoor je dat dat echt niet nodig is. An Lauwereins moet dus harder werken voor haar succes, en dat lukt haar gedeeltelijk. Ze reageert geestig op de gevolgen van haar hoge noot, en ook het vertolken van een hoop opera clichés in de hal van Molensloot is sterk.
Een scène waar ze nog aan moet werken is bij “als het kaarslicht brandt” de divafaà§ade valt. Hier ontbreekt een zichtbare omslag tussen de diva, en de vrouw die weer alleen eet. Maar hier staan ook weer heel sterke momenten tegenover. Bijvoorbeeld als ze daadwerkelijk opgaat in “de schoonheid in de spiegel”, of de vanzelfsprekendheid waarmee ze ook het applaus, bedoeld voor anderen, zelf in ontvangst neemt.

De meest ondankbare rollen in de voorstelling zijn ongetwijfeld weggelegd voor de Jansens. Voornamelijk spelend voor een zwart doek, waarachter hard wordt gewerkt om decors te wisselen moeten ze eerst en vooral leuk zijn. De combi Dick Cohen en Walter Baele in Rotterdam was bij de première niet heel sterk. Ook hier een plaatje dat niet klopte: er was een te groot lengteverschil. Verder leek vooral Walter Baele grote moeite te hebben met de rol, maar hij is in de loop van de voorstellingen hier wel in gegroeid, al was de groei bij Dick Cohen, die bol zat van de subtiele grappen nog sterker te zien.
Nu heeft Dirk Lavrysen de rol van Dick Cohen overgenomen, en klopt het plaatje qua lengte een stuk beter. Probleem is nu echter dat de ene Jansen de vader van de andere kan zijn. Niet alleen door de oudere gelaatstrekken, maar ook door de manier van bewegen. Door de vorderingen van Walter Baele valt het gestuntel van Dirk Lavrysen des te meer op. De kracht van de Jansens moet vooral liggen in de synchrone bewegingen; daar is hier geen sprake van. Soms lijkt het niet eens mee te worden geprobeerd. Maar daar ligt niet de enige zwakte. Lavrysen heeft ook een ouwelijke stem en laag spreektempo. Het avontuurlijke dat de Jansens hebben wordt door deze uitspraak, de intonatie van de teksten teniet gedaan. Hier is duidelijk sprake van gemiste kansen, hoewel je altijd in je achterhoofd moet houden dat je (door de decorwisselingen) anders ook naar een zwart doek had kunnen kijken.
Verder valt op Dat Dirk Lavrysen niet op het station te zien is, waar zijn voorganger wel een rol had. Op het station is de vrouw nu alleen. De eerste solozang in Rascar Capac wordt nu gedaan door Richard Spijkers en wat hem heel goed af gaat.

De voorstelling heeft in zijn geheel ook wat kleine veranderingen doorstaan. De waterfontein in Peru is weg; een van de spelers heeft nu een emmer waarmee hij zich wast en waaruit al het water komt dat de scène verder nodig heeft. Zeker geen verbetering, maar er zal ongetwijfeld een reden voor zijn. Ook de scène op de kade, en in de hal van Haddock kennen kleine wijzigingen, die het anders, maar niet beter of slechter maken. Wel is het verbazingwekkend dat een subtiel homograpje uit de tuinscène is verwijderd. In Rotterdam stuurde een agent een met een vrouw flirtende agent weg om vervolgens dit op dezelfde plek zelf te doen met een man. In de voorstelling in Oostende deed hij dit met een vrouw. Een geval vsn jammer.

Kuifje is en blijft, ook met deze castwissel, een prachtige voorstelling om te zien. Jelle Cleymans is een fantastische Kuifje, Professor Zonnebloem is geestiger dan ooit, en krijgt ook meer dan ooit de ruimte om dit te zijn. Kleinere rollen, zoals Nestor en de presentator van de show zijn er nog sterker op geworden. De drie nieuwkomers laten minder indruk achter dan hun voorgangers, maar dat zal alleen hen opvallen die de show al eerder zagen. Deze Kuifje-De Zonnetempel mag en moet gezien worden.


foto’s: Luk Monsaert

18 July 2007
Reguliere voorstelling
Oostende
Kursaal
http://www.musicalkuifje.com

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen