The Phantom of the Opera, how it all began…
Her Majesty’s Theatre, 12-05-2011
Hoe beladen dit verhaal voor mij is, blijkt wel uit het feit dat ik de ochtend van P-day wakker werd uit een droom waarin ik de voorstelling waarvoor ik geboekt had, had gemist en er daarna niet meer in kon komen, omdat het de laatste voorstelling was. Op dergelijke momenten ben ik altijd blij dat ik wakker word voor een herkansing.
Tense
Net als bij Love Never Dies had ik een brok (on)gezonde spanning voor de show van die avond. Met de muziek van Love Never Dies in mijn hoofd kwam ik de metro uit op Leicester Square; eerst wat gaan eten bij mijn favoriet restaurant Bill’s en dan naar Her Majesty’s…
Her Majesty’s is schitterend en ik straal al als ik binnenkom. Een leuke babbel met het meisje dat de souvenirs verkoopt en me vraagt of ik Love Never Dies gezien heb en wat ik daarvan vond. Op dat moment moest ik het nog op me in laten werken en kon ik alleen globaal antwoord geven.
Ik koop het programma en de souvenirbrochure en begeef me langs diverse Phantomposters naar de zaal.
De zaal vervult me met een euforisch ‘ O ja…!’-gevoel. De omlijsting is bekleed met doeken; I had forgotten. Ik zie loges aan weerszijden van het toneel en zoek mijn plek bijna vooraan; rij D, stoel 9, bijna in het midden. Korte mensen voor me, magisch zicht op toneel. Ik voel nog steeds de kriebels in mijn buik en ben excited.
Let it all start, I’m ready for it!
Back in time
“Lot 665 than…â€
Het muziekdoosje begint te spelen onder het oud geworden, maar zorgvuldig toeziend oog van Raoul.
“Lot 666…â€
De trilling door mijn lichaam, mijn hart bonst.
“With a little illumination…? Gentlemen!â€
It goes…
De doeken, de bombastische orgelklanken, de geweldige ouverture.
Mijn bonzende hart, het kippenvel ,de siddering.
De overweldigende passie en emotie.
Ik zit daar te stralen met een smile van oor tot oor die er niet af wil.
De kroonluchter stijgt naar de nok van het theater en the stage changes.
We have gone back in time.
Langzaam vult het toneel zich met al het bekende van weleer en ik laat het genoeglijk over me heen komen. Het is een prettige cast. Een mooie Giry, een fijne Meg.
De ‘Think of me’ aria van Christine vervult me met een ‘Wauw!’
She enjoys and so do I.
De mysterieuze stem van The Phantom ademt door het theater.
Ik geniet van de prachtige stemmen, de interpretatie van de tekst en de intentie.
De opwinding wanneer de in zwart gehulde ‘Angel of Music’ in de spiegel verschijnt. De lichtval reflecteert op het witte masker.
De kaarsen! O god! The power versus the softness. Sensational, tense; the Music of the Night.
Touch me… trust me…
Mijn favoriete tekst in een van de mooiste musicalnummers ooit.
Phantom is de meest sfeervolle theaterproductie ooit.
De notes, de casting van Carlotta, Firmin en André; Wendy Ferguson, Barry James en Gareth Snook vervullen hun rollen erg amusant. Ook de rest van de cast is prachtig.
John Owen-Jones is een fantastische Phantom, Tabitha Webb een fijne Christine met een prettig pittig karakter. Allemaal gezegend met prachtige stemmen, van very strong tot very soft.
De namen lees ik achteraf, want eigenlijk wil ik gewoon ‘Phantom’ zien en geen personen.
Het doek valt en even denk ik dat de eerste akte afgelopen is, maar o nee; ze gebruiken alles in deze voorstelling, dus ook het doek.
Dit is echt de mooiste meest geliefde lovestory ooit! De sfeer is zo goed, ik zit ook zo goed, alles face to face; Apollo zakt vlak voor mij, ik zie Erik kreunen, ik hoor hem zuchten. De kroonluchter stort neer recht boven mijn hoofd en lijkt tot boven op mij neer te komen, voor het de laatste meters van koers wijkt en recht op het toneel afvliegt waar de cast van Il Muto het applaus in ontvangst neemt.
In de pauze met mijn pre-ordered glas Shiraz, verklaar ik opnieuw mijn liefde aan deze productie.
Alsof ik dat niet al gedaan had na Love Never Dies dinsdag; alsof het ooit verdwenen is.
De sfeer, het decor, de muziek…
Wanneer de Phantom zingt, heeft hij een overweldigende kracht, maar wanneer de scènes gevoelig worden, de spanning te snijden is en alles er omheen mysterieus, is het bijna een fluistering, een intens zacht en bijna ademend falset. The best Phantomvoice I’ve ever heard.
Hij was sterk en krachtig en qua fysiek precies dat wat ik dinsdagavond miste. Statig, bijna stram.
Ook al is het ondoenlijk om alles in deze rol te stoppen en het karakter zo te doorvoelen, als in mijn beleving. Maar daar kan ik mee leven.
De tweede akte gaat van start en als eerste scene weet ik Masquerade; dat vond ik ook altijd zo overweldigend mooi.
De entr’acte zet in en de lichten worden langzaam gedimd.
The Graveyard is prachtig!
Zinderende rillingen. De stemmen, het zicht. Ik vergat helemaal de vuurlinie op het eind en schrok; mijn handen bijna voor mijn gezicht, maar ook in extase: JA!
Het einde, de ontknoping, heeft me weer ontroerd. De liefde, de wanhoop van The Phantom, Christine’s offer, zijn ongeloof; de gebrokenheid wanneer zij met Raoul vertrekt. En dan komt ze nog één keer terug voor de ring (ik was dat compleet vergeten).
Het definitieve vertrek daarna, zijn rouw, de schreeuw die door merg en been gaat, de naderende massa die hij ziet voor hij verdwijnt.
De slotpose van Meg in haar ballethouding, het masker naar het licht gedraaid.
Een laatste spotlight verlicht het witte halve gezicht.
Mijn tranen zijn er; ik snotter en de tranen zijn er nog steeds als ik na afloop met de laatste mensen de zaal verlaat. Phantom is de enige show die me na afloop nog tot tranen weet te roeren. Juist na afloop. Ik zie mezelf weer als zestienjarige na afloop de zaal uitkomen met weer opnieuw opwellende tranen, waarop mijn moeder me aanstootte en zei: “Hee, ’t is afgelopen hoor!â€
Maar dat doet het dus met mij; op de een of andere manier komt de impact achteraf.
Thuiskomen
Terug in mijn hotel geniet ik na. Ik had niet voor niets The Phantom of the Opera als laatste gepland. The Phantom voelt als thuiskomen. Het was mooi. Sfeervol. Speciaal. Elk gevoel wat ik er vroeger bij had, zit er nog steeds. Alles wat ik zo goed ken en toch ook weer helemaal nieuw was. De muziek zo bekend, de teksten die ik nog steeds blijk te kunnen dromen. De beelden grotendeels ook, maar een aantal bleken toch weggezakt en een aantal dingen zag ik — leek het — nu voor het eerst.
Dit is nog steeds het mooiste verhaal met de mooiste en rijkste aankleding in een musical: de decoromlijsting, de gordijnen, de rijke decors in elke scene, de sterrenhemel met zacht voorbijdrijvende nevelwolken en het uitzicht vanaf het dak, het ondergrondse meer met de talloze kaarsen. Het vervult me nog steeds met passie en verlangen; yearning for more.
De missie is nog niet compleet: eerst ga ik het originele boek van Gaston Leroux weer lezen, daarna dat van Susan Kay. Om vervolgens later dit jaar naar Parijs te gaan met een bezoek aan de echte Opéra Garnier als slot van deze Pelgrimsreis.
***