Naast topvoorstellingen zijn er natuurlijk ook voorstellingen die tegenvallen. Gelukkig niet zoveel, maar toch. Mijn top 6:
1) The King and I (Londen). Ik ben geen fan van Rodgers and Hammerstein en krijg de kriebels als ik te lang naar hun muziek luister. Op een of andere manier denk ik altijd aan draaiorgelmuziek. En aan Andre Rieu. Not my cup of tea. Kelli O’hara is top in spel en zang, maar Ken Watanabe doet waar hij volgens eigen zeggen voor deze productie al bang voor was: de rol niet beheersen op een niveau dat je mag verwachten. Je gunt de man van alles, maar hij is gewoon niet te verstaan en zingen kan hij niet. Jammer. Tenslotte kun je je afvragen of het verhaal eigenlijk nog wel vertoond kan worden anno 2018. Het land ver weg en zijn inwoners wegzetten als achterlijken die wel even vanuit Engeland een koloniaal lesje in beschaving krijgen. Als documentaire zeker belangwekkend materiaal, maar als grote entertainment show (mooi aangekleed overigens) dubieus in mijn ogen. Ik heb me er in ieder geval aan gestoord.
2) Wasted (Londen). Kleine voorstelling in het Southwark Playhouse over het armoedige en chaotische bestaan van de zusjes Bronte en hun weg vol hobbels en hindernissen naar het schrijven van belangrijke literatuur. Op zich een verhaal waar je echt wel wat mee kunt, maar in het Southwark heeft men er een onverstaanbare Rock documentaire van willen maken. Matig, heel matig. En daar kunnen Molly Linch (Sunset Boulevard) en Natasha Barnes (Funny Girl) niet veel aan veranderen. Af en toe vertoont de score opeens een lekkere song, maar dat is veel te weinig om voldaan huiswaarts te keren.
3) Tina the Musical (Londen). Deze voorstelling is zonder haar ster Adrienne Warren slechts een gemiddeld vermakelijke show. De jukebox musical heeft fijne muziek en een best aangrijpend levensverhaal, want duidelijk is dat Tina’s leven niet over rozen is gegaan. Maar de actrice die ik als Tina Turner zie zingt best aardig, maar lijkt op geen enkele wijze op Tina Turner. Niet qua uiterlijk, niet qua ‘loopje’, niet qua spel. Ik wil hem best nog eens zien met miss Warren, maar het is geen goed teken dat een voorstelling tegenvalt als een US op gaat. Dat is doorgaans in de UK geenszins het geval.
4) Knights of the Rose (Londen). Goede rockmuziek. Slap verhaal over ridders, eer en liefde/haat/nijd op en buiten het slagveld. Bespottelijke regiekeuzes. De zaal moest zich af en toe inhouden om tijdens de premiere de acteurs niet van het podium te lachen. En dat lag absoluut niet aan de cast. Voorstelling had als komedie gemaakt moeten worden, maar gaat door voor episch drama. Uiteindelijk is het vlees noch vis. Voorstelling mist iedere richting.
5) The Color Purple (NL). Verhaal dat verteld dient te worden. Zeer aangrijpend. Toch raakt de voorstelling me minder dan ik had verwacht. Net zo als dat in Londen gebeurde, nota bene met Cynthia Erivo. Ook hier zit ik aanvankelijk naar het verhaal te kijken zonder dat ik er echt in getrokken wordt, zonder dat ik volledig meegenomen word in de tragiek van de hoofdrolspeelster en haar familie. Uiteindelijk vind ik het best een mooie voorstelling, maar had er meer van verwacht.
6) Pippin (Londen) Kon natuurlijk ook bijna niet anders na de perfecte uitvoering in Carre, maar soms weten kleine voorstellingen creatief te verrassen. Deze helaas niet. Een aantal onbegrijpelijke en tamelijk ridicule regiekeuzes, in combinatie met een average cast en een hysterische leading player maakte dat deze voorstelling zwaar tegenviel. En ik had nog wel voor twee voorstellingen kaarten gekocht…...