Bij deze een reactie van mij, naar aanleiding van de voorstelling in het Nieuwe Luxortheater. Oh ja, er kunnen spoilers inzitten, hehe… 😉
In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
De musical Fame, volgt een x-aantal studenten aan de High School of Performing Arts, maar schets bovenal een beeld van een opleiding en hoe zwaar het leven van een artiest eigen is. Binnen twee uur tijd loodst de cast je langs vier jaren van triomfen en tegenslagen, vallen en opstaan.
Zo ongeveer een jaar of acht geleden bracht Joop van den Ende Fame al naar Nederland. In een vertaling en regie van Koen van Dijk voor wie Fame zijn regie debuut betekende. Een voorstelling die bruisde van de energie en het oorspronkelijke scriptzo goed als in tact liet. De grootste aanpassing toen was het samenvoegen van de rol van Mevrouw Sherman met Meneer Myers. Een voorstelling waar in meerdere malen ontzettend van genoten heb. Zwaar diepgaand? Nee, totaal niet… Energiek en vermakelijk? Ja, dat zeker…
In de huidige trend waarin alles van toen maar modern en ‘van nu’ moet zijn, moet ook Fame geloven aan een flinke update. Wordt het er allemaal beter op? Niet echt… Je kunt ook met alle liefde van de wereld niet meer van een vertaling spreken. Het is een vrijwel nieuw scriptmet 80% nieuwe liedteksten. De nummers die nog wel als vertaling bestempeld kunnen worden zijn ook de beste teksten uit de voorstelling. Er zijn songs verplaats. Er zijn dialogen geschrapt, toegevoegd, verplaatst en verlengd. Daardoor komt een groot aantal informatie over karakters zo ‘out of the blue’ op je dak vallen dat je denkt: ‘watte?’ Om onbegrijpelijke redenen zijn Tyrone’s rap en Dancing on the sidewalk omgewisseld. Vind mevrouw Bell spontaan dat Tyrone iets mankeert. Tyone en Iris blijken ineens erg goed bevriend. Schlomo en Carmen zijn… etc. Als er in het programmaboek had gestaan dat Martine Bijl verantwoordelijk was voor dit alles had ik dat volledig geloofd. Al was het alleen maar vanwege de hele ordinaire grap over een groot orgaan. Vreemd om te geloven dat dit tekstwerk afkomstig is van de man die onvoorstelbaar prachtig werk heeft afgeleverd in het verleden… (Ganesha, een perfecte God, Delphi, Merrily wel roll along, Company…)
Mevrouw Sherman heeft nog steeds haar grote solo ‘These are my Children’. In de nieuwe bewerking heeft het als titel ‘Soms moet je hard zijn’ meegekregen. Op zich een prima keuze om het nummer niet het moederlijke uitgangspunt zo overduidelijk mee te geven, maar vooral te benadrukken dat ze niet zo hard en streng is omdat ze dat leuk vind, maar om haar studenten helpen. Grote probleem is alleen dat ze helemaal niet hard en streng is. Ze laat zich regelmatig uitschelden voor onder andere k*twijf en meer van dat soort fraais. Vervolgens gooit Mevrouw Bell Mabel van school af met de tekst: ‘je achterstand is nu al zo groot dat je het niet meer in kunt halen’. Dan ben je een domme docent, dat had je eerder moeten constateren en er iets mee doe en een docent die zich zo laat uitschelden… Het maakt dat je de docenten eerder als lachwekkend ziet dan als steun en toeverlaat en hun geloofwaardigheid ver te zoeken is. Fame was oorspronkelijk al niet diepgaand, maar de keuze om alle karakters nog vlakker te maken dan een ‘Sony ultra HD Flat Screen’ is volgens mij niet het handigste. De karakters zijn nu zo karikaturaal dat het vooral mogelijkheid biedt om leuk te doen.
De cast doet z’n best. Er wordt ook prima gezongen op prima klinkende nieuwe arrangementen. Al is het verre van geloofwaardig als Jim Shakespeare teksten opzegt, hij zingt z’n rol prima al blijft het de hele tijd wel een popzanger en wordt het nergens theater, maar dat zal een bewuste keuze zijn. William Spaaij is heerlijk als Joe Vegas al had die dubbele solo niet gehoeven. Daphne Flint doet stinkend haar best als Serena, maar wordt zwaar tegengewerkt door script, regie en kostuums. Het arme kind moet een bril op, een zwaar limburg accent voeren en ook nog tot ver in het tweede schooljaar jurkjes aan die de gemiddelde leerling van groep drie tegenwoordig in stukken knipt. Kim-Lian van der Meij zet een verdienstelijke Carmen neer en L.A. is prachtig om naar te luisteren met één van de betere vertalingen, die ook daadwerkelijk de vorige vertaling van Koen van Dijk het nakijken geeft. Talita Angwarmasse doet haar best, maar krijgt niet de kans de humor van haar rol tot uiting te brengen, al zingt ze haar partijen fantastisch. Hein Gerrits zet een aandoenlijke Schlomo neer. Juvani Richardson… Niet mijn kopje thee. Doris Baaten zingt voortreffelijk, mooier dan ik haar ooit heb horen zingen. Joyce Stevens is een heerlijk als dansdocente. Haar rol krijgt in het deze scriptversie wel meer uitdieping doordat ze het talent dat ze ziet in Tyrone vergelijkt met haar eigen leven. Het is één van die spaarzame momenten waar het bij deze Fame wel is gelukt het stuk te verbeteren.
Dikke pluim voor het fantastische decor. Groots en overweldigend zoals scholen dat kunnen zijn. De lossen stukken en het grote ‘trappenhuis’ werken perfect. Het is te hopen dat dit decor er aan het einde nog zo goed uitziet…
Al met al… Ik vind Fame in de basis een leukere voorstelling dan Grease. De muziek is lekkerder en geeft een heerlijk feel good gevoel. Grease is in mijn ogen een duf verhaaltje zonder enige ontwikkeling in de karakters (Sandy denkt: Als ‘ie me niet leuk vind zoals ik ben, wordt ik ook maar een del.) Toch zou ik liever nog een keer die Grease van vorig jaar zien dan nog een keer deze Fame…
Op naar Footloose volgend jaar? Absoluut. Ik kijk er erg naar uit en hoop dat die weer zal zijn van de kwaliteit van Grease. Als ze dan ook nog zo verstandig zijn om William Spaaij te casten als Ren kan dat niet meer stuk…