Sinds Rent zijn er in de Nederlandse theaters maar weinig musicals geweest die de rand van de maatschappij belichten. ‘Charlie’ is zo’n musical. Het is zelfs een musical die soms over de rand gaat. De thema’s die in ‘Charlie’ getoond worden, maakt dat deze musical er absoluut uit springt. Toch is er meer dat ‘Charlie’ anders maakt dan andere producties. Maar laten we bij het begin beginnen.
De cv van Mark Janicello liegt er niet om. In 1994 besloot Mark de overstap naar Europa te maken nadat hij een jaar-contract aangeboden kreeg bij het Zurich Opera House. In de afgelopen 10 jaar volgden er vele producties in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Maar Janicello wilde meer. In 1998 begon hij met het schrijven en produceren van shows, waaronder een Elvis musical, een personage die hem groot maakte in Duitsland. In de 38 jaar die hij nu op het podium staat heeft hij in 23 musicals, 14 films, 12 toneelstukken en 30 opera’s gestaan.
Nu is daar dus de oneman-musical ‘Charlie’. Een complete musical van 110 minuten met 19 songs, diverse karakters, kostuums, make-up en choreografie allemaal uitgevoerd door een persoon. Hoe kan een man dit in hemelsnaam gaan uitvoeren hoor ik je denken. Musicalworld bezocht Het Werktheater voor een kijkje achter de schermen.
De oorsprong
Mark Janicello vertelt over het ontstaan van deze productie: “Ik was op tour in Japan met de productie ‘Orpheus’. Een van de danseressen uit de voorstelling vertelde me dat haar man een componist was, Bela Fischer, en vroeg me of ik hem wilde ontmoeten. Terug in Wenen zocht ik hem op. Hij had 3 musicals gecomponeerd waaronder ‘Charlie’. ‘Charlie’ was eigenlijk geschreven voor een bekende Duitse travestiet (Mary). Maar Fisher liet me toch een nummer horen en dat was ‘Girls and Boys’. Ik vond dat zo’n mooi nummer dat ik ook de rest wilde horen. Ook de andere nummers vond ik zo geweldig dat ik vroeg of ik het script mocht lezen. Na het gelezen te hebben was ik ervan overtuigd dat dit iets voor mij was. Het probleem was echter dat het heel erg ‘Duits’ was en hoe goed mijn Duits ook is, niemand gelooft het als ik op het podium sta en een Oost-Duitse travestiet neerzet. Naar mijn idee was de musical op die manier dus niet te produceren. Ik heb toen aan Fisher voorgesteld dat ik de nummers wilde behouden, maar het script wilde herschrijven. En zo is mijn alter-ego ‘Charlie’ ontstaan en ging hij in 2001 in Wenen in premiere”.
Kantje boord
De thema’s die Janicello aansnijdt liegen er niet om. Het verhaal gaat over Charlie die als volwassen man een travestie-act heeft in een nachtclub van Berlijn. Mark: “travestie is misschien niet meer zo’n taboe in Nederland en iedereen heeft wel eens een drag queen zien lopen. De middle-class mensen zullen er even naar kijken en dan weer doorlopen. Met ‘Charlie’ wilde ik juist de innerlijke persoon belichten. Hoe komt een travestiet tot het besluit om zo te gaan leven?” Op het moment dat Charlie het niet meer ziet zitten, bereik je als bezoeker een punt waarop we het leven van Charlie als een flashback gaan zien. Dat begint in zijn jeugd wanneer hij door zijn vader misbruikt wordt. Vervolgens bij een kinderpsychiater komt die hem niet helpt, maar ook misbruikt. Mark licht toe: “dit stuk van Charlie is zelfs gebaseerd op een waargebeurd verhaal. In de tijd dat ik in Wenen zat en ‘Charlie’ schreef, was er namelijk ook een kinderpsychiater die patienten misbruikte.”
Charlie rent weg van huis en gaat naar Berlijn waar hij gaat werken als call-boy. Een klant ontdekt dat hij een aardige noot kan zingen en zorgt ervoor dat hij een act als travestiet in een nachtclub krijgt.
Het leven van Charlie gaat absoluut niet over rozen. Toch is het niet alleen maar drama. “Het voordeel van muziek is dat het al een groot deel van de emotie over brengt. Je hoeft dus niet heel direct te zijn als je een verhaal vertelt. Maar West Side Story is ook geen happy story, dus waarom zou ‘Charlie’ dat wel moeten zijn? Ik denk ook dat er zeker in Nederland een markt is voor ‘intellectueel theater’. Ik wil het publiek geen wijze lessen leren, ik wil absoluut entertainen. Maar als het publiek tegelijkertijd gaat nadenken of dingen vanuit een ander perspectief durft te gaan zien, dan is dat natuurlijk mooi meegenomen. Daarnaast wil ik dat het publiek ‘voelt’ bij deze show.
Technisch gezien is de musical in het algemeen zo geperfectioneerd dat er vaak geen diepgang meer inzit. Vroeger werden shows rondom personages geschreven, tegenwoordig zijn de technische hoogstandjes de hoofdpersoon. De maatschappij is ook erg verdoofd geraakt door alle media die er vandaag de dag is. Ze willen bij wijze van theater op een televisie-manier zien, alleen de buitenkant. Bij ‘Charlie’ zul je iets voelen, of dat nu blijdschap, verdriet of afkeer is, je zult iets voelen”.
Karakter tonen
In je eentje elke avond 10 verschillende karakters neerzetten valt fysiek niet mee. Daarnaast de show ook zelf nog regiseren. Janicello maakt het zichzelf niet gemakkelijk. ” ‘Charlie is inderdaad geen picknick. Het is moeilijk om naar de emoties te gaan die je moet oproepen. Maar ik heb het voordeel dat het bij mij vrij makkelijk gaat. Zet me in de spotlight en het komt bijna vanzelf. Na 38 jaar in het vak leer je ook wel om een karakter bij wijze van als een jas aan en uit te trekken. Maar het is een pittige show, ook omdat er heel veel in gezongen wordt”.
Na 40 shows in Wenen weet Janicello wat er wel en niet werkt aan deze show. Voor de voorstellingen in het Werktheater is er dan ook het een en ander aan het script verandert. “Er zitten hier 6 nieuwe nummers in de voorstelling. Dat moest ook wel, want de andere nummers waren erg ‘Duits’ en waren niet echt geschikt voor de Nederlandse markt. Daarnaast heb ik ook nog wat veranderingen aan het script toegebracht. In Wenen ontmoette je Charlie bijvoorbeeld midden in een crisis. Hier ontmoet je hem in de nachtclub, in zijn vertrouwde omgeving. Zo kan het publiek eerst wat aan hem wennen en hebben ze de kans om uit hun leven te stappen en het leven van Charlie binnen te gaan”.
Een andere “verandering” voor het publiek is de taal. Janicello heeft besloten om de voorstelling in het Engels te doen. Iets wat volgens hem geen problemen moet opleveren: “Ik zal wat langzamer praten dan normaal en ik zal ook vrij makkelijke woorden gebruiken. Maar iedereen in Nederland spreekt engels, dus ik verwacht niet dat het een probleem zal zijn. Als we volgend jaar met deze productie gaat touren, dan zal hij wel vertaald gaan worden. Dan wil ik er helemaal voor gaan en alle obstakels wegnemen om mensen ervan te weerhouden naar deze show te komen”.
Wenen, Amsterdam, London, Broadway
De toekomst ziet er dus rooskleurig uit voor ‘Charlie’. Er zijn zelfs gesprekken geweest om de show naar Off-Broadway te brengen, maar Janicello zoekt het eerst dichter bij huis. Zijn volgende doel na Nederland is Londen. Of Mark een dromer is of een realist durven we nu nog niet te zeggen. Maar na de 20 minuten durende presentatie kunnen we ons wel voorzichtig vinden in zijn laatste woorden : “Muzikaal gezien is dit het beste wat ik tot nu toe heb gedaan. Er zit in Charlie niet een slecht nummer”.