Onder de noemer “De Efteling vertelt” gooit de producent het over een iets andere boeg. Dit is namelijk niet gewoon een familiemusical, maar een avonturenmusical. Als je al een kwart eeuw recensies schrijft is neem je nieuw met een korreltje zout, maar het resultaat mag er zijn. In zekere zin is het wel anders dan de meeste musicals heden ten dage, die vooral in een cyclus boek/verhaal – film/toneelstuk – musical zitten. In dit geval is het natuurlijk van verhaal naar attractie naar musical.
Waar velen de titel in eerste instantie met de dubbele houten achtbaan in de Efteling associëren, zullen vooral zij die een scoutingverleden hebben het bronverhaal waarschijnlijk wel kennen. Van dat verhaal blijft in deze voorstelling weinig over, maar dat maakt de pret er niet minder om.

In de voorstelling gaan we terug in de tijd, ver voordat Joris en de Draak in het park verscheen, ver voordat er überhaupt sprake is van achtbanen in de Efteling. Het gezin van Kampen (vader, moeder, zoon) is met een volkswagenbusje en een oom en een buurmeisje op weg naar het park Moeder verheugt zich op de nieuwe attractie, De Rode Schoentjes (1953). Helaas, na behoorlijk wat rookontwikkeling, begeeft de auto het, en er is geen telefoon in de buurt. Gelukkig heeft de oom een barbecue meegenomen en marshmallows. Hij besluit een verhaal te vertellen, dat tot leven komt. De marshmallows veranderen in schapen (één heeft een zwartgeblakerde rug omdat hij te dicht op het vuur heeft gelegen). Het zijn de schapen van herder Joris, die de aandacht heeft van prinses Rosalie, tot ongenoegen van haar moeder, die hem beneden stand vindt. Elke week mag een schaap op vakantie, en dat is kennelijk zo leuk: geen ervan komt weer terug naar de kudde. Op het paleis maakt de koning zich ongerust: nog maar drie schapen, hoe moet dat nu met de draak die elke week gevoerd moet worden. Een vegetarisch voorstel wordt rigoureus afgewezen, het moet mensenvlees worden, mals, dus onder de 16. De jongere halfbroer van Rosalie ziet hier een kans…

Bij binnenkomst zien we op een oude televisie beelden van de Efteling uit de begintijd. Diezelfde televisie verschijnt weer tijdens de barbecue, en toont de transformatie van de witte massa naar witte massa met pootjes. Het is een techniek die regisseur Mark Haayema eerder met succes toepaste, en prima past in deze lekker lopende voorstelling. De drie schapen op het podium behouden een beetje de marshmallow-vorm. De vormgeving (wie anders dan Joris van Veldhoven) is sowieso interessant. De decors in de historische vertelling worden samengesteld uit het busje waarmee het gezin kwam aanrijden. Het klapstuk qua vormgeving is de draak, waar we natuurlijk tot het eind op moeten wachten. Lang is deze niet meer dan een enorme portie rook uit de coulissen, en een dreigende stem. Even aannemend dat in het gemiddelde theater de trailer niet vooraf op een huizenhoge wand wordt geprojecteerd is deze verrassend fraai. Voor een groot deel natuurlijk ook een verdienste van de cast, die deze draak van de beweging voorziet.

Dit is zeker niet hun enige verdienste. De schapen zijn ontwapenend naïef, en daardoor ook geestig. Het maakt dat je zelfs medelijden krijgt als de eerste vakantieganger zijn eindbestemming nadert. Aan het hof is vooral de egocentrische koningin (Marike Folles), die zich meer zorgen maakt over een verloren broche dan over een mensoffer, die de aandacht trekt. Maar ook de koning (Marijn Brouwers) en de weinig geestige hofnar (Christiaan Koetsier) acteren sterk. Snelverkledingen zijn schering en inslag, want ze vertolken ook nog andere rollen. Thijmen Staps en Fleur Renes weten je mee te nemen in hun grote avontuur als ‘geliefden’ Joris en Rosalie. Geen musical zonder liedjes, en in deze voorstelling zijn ze van de hand van René Merkelbach, die er een hoop variatie in aanbracht. Ze worden ook prima vertolkt.

Het beloofde Roald Dahl-achtige tintje vinden we onder andere terug in het moment dat er geloot moet worden wie er als eerste het nieuwe hapje van de draak wordt. Een lied over irritante kinderen, die best gemist kunnen worden, richt zich deels richting zaal. Of het slotbeeld er ook bij hoort zal van je interpretatie ervan afhangen. In ieder geval heeft Allard Blom hier een prima script afgeleverd.

Is er nog een link met de achtbaan? Jazeker, de attractiemuziek komt terug in het meest aanstekelijke van alle liedjes, en ook de tekst die wordt uitgesproken heeft een opvallend plekje in de voorstelling. Wie deze herkent, zal hier zeker om gniffelen.

Een goede familievoorstelling biedt voor elk wat wils, en deze voorstelling voldoet prima aan dit criterium. Het enige zwakke punt zit in het gevoelsmatig wel erg vlotte eind ten opzichte van de rest van de voorstelling. Als volgende voorstellingen volgens dit recept (Vogelrok, Baron 1898, De Vliegende Hollander, Danse Macabre, wie weet?) dezelfde kwaliteit behouden staat ons nog veel goeds te wachten.
De Efteling Vertelt… Joris en de Draak is nog te zien tot eind mei in theaters in heel Nederland en Vlaanderen.


