Musicalreport

Musical terug in Ahoy

Musical is terug in Ahoy. Musical Classics moet een nieuwe jaarlijkse traditie worden. De eerste versie smaakt naar….ja naar wat eigenlijk? Vlees? Vis? Of geen van beiden? Jacco ging kijken en schreef een heel persoonlijk verslag.

Ahoy binnenlopen blijft iets magisch. De muur van mensen tot in de nok van de hal, het gezwoeg op de nauwe trappen tot de tribunes, de blik op het immense ronde podium beneden. Hier gaat iets bijzonders gebeuren; dat blijkt uit alles. Om vijf over half negen loopt het orkest van meer dan 50 mensen en het grote koor richting hun plek en kun je de opwinding bijna aanraken.

Bij het klinken van de eerste noten weet je meteen weer waarom Ahoy toch anders is dan een theater. Het is en blijft een galmbak van jewelste; al moet ik toegeven dat het geluid gisteravond opvallend goed bleek. “Somewhere” uit West Side Story opent het feest, met op vier plekken in de zaal twee vrouwelijke musical “sterren” die een stukje couplet en refrein doen. Dat valt nog niet mee. Ergens in de verte zie ik vaag twee dames hele lelijke noten zingen. Het meisje achter me bezweert dat het Chantal is, maar die zal de hele avond niet op het podium verschijnen.  Waarom hangen er verdomme geen grote videoschermen terwijl overal door de zaal cameramensen in de weer zijn?

Wie komt er daarna uit de krochten van Ahoy richting het podium geslopen? Het is Avro’s musicalman Frits Sissing die in een kek pak de avond aan elkaar zal praten met gemeenplaatsen waar niemand rechtop van gaat zitten. Sissing (die vorige week in zijn radioshow Yentl nog uitsprak als Djentle) weet de hele avond 1 redelijke grap te maken, maar ratelt verder zijn ingestudeerde volzinnen af. Hij vertelt dat alle vrouwelijke musicalsterren vooral op Barbra Streisand willen lijken en kondigt een blokje wereldhits aan van de dit jaar 70 jaar wordende diva. Het zou verboden moeten worden dat iemand zich aan het repertoire van Streisand waagt, want de vergelijking valt bij voorbaat uit in het voordeel van de Amerikaanse. Pia Douwes heeft een bijzondere stem, maar voor “People” is hij niet geschikt. Renee van Wegberg is beter op dreef in “Don’t Rain on My Parade”, Brigitte Heitzer is vooral zwanger (en krijgt een lelijk arrangement “Not while I’m Around” voor de kiezen), Joke de Kruif zingt hele rare noten in “Pappa Can You Hear Me”, maar dan is er gelukkig ook nog de ronduit fantastische Linda Wagenmakers die “Being Alive op een schitterende wijze zingt. Het eerste kippenvel moment komt keihard binnen. Het is wel sneu voor Linda dat ze niet aanwezig was tijdens de kleding vergadering. Anders had ze dit jurkje nooit geaccepteerd. Na de pauze is er zelfs een nog vreselijker….

Daarna is het volgens Frits hoog tijd dat we ons in de Paassfeer storten met de hoogtepunten uit Jesus Christ Superstar. Het orkest komt ronkend tot leven en Ahoy wordt een opwindende kerkdienst. Wat klinkt deze Lloyd Webber toch altijd fantastisch, zeker in een setting als deze. Martin van der Starre is een heerlijke Judas en ene Nadine (?) uit Zuid Afrika een mooie Maria. Jammer dat John Vooijs net te kort komt voor het prijsnummer “Gethsemane”. Dat hebben we in Ahoy wel eens beter gehoord.

Dan is het tijd voor nostalgie met een heerlijke versie van De Allerlaatste Nacht uit Miss Saigon door Tony Neef en Linda Wagenmakers. De chemie tussen die twee blijkt nog altijd ijzersterk. Als Wagenmakers daarna heel Ahoy op de banken krijgt met een dampende, opwindende en steengoede vertolking van “And I’m Telling You I’m not Going”  uit Dreamgirls begint er een gedachte in me op te komen. Die Wagenmakers gaat hier verdorie de avond stelen. Wat is die vrouw belachelijk goed!

En wat is Henk Poort slecht! In Anthem uit Chess tenminste, al zorgen het orkest en koor wel voor een fijn kippenvel moment in de aanloop naar de finale. Het is jammer dat Poort hier zo hard doorheen zingt. Om de feestvreugde nog te verhogen wordt Lee Towers het podium opgehesen met een kinderkoor. Lee heeft nooit musical gedaan en dat lijkt me beter ook. Hij zet zijn gouden microfoon voor zijn mond en probeert “Any Dream Will Do tot een goed einde te brengen. Knap hoor.  Het kinderkoor blijft zitten voor Brigitte Heitzer’s “Tomorrow” en Tony Neef’s “Had ik Maar Iemand om van te houden”. Daarna lopen ze ongelijk af, want het is tijd voor Pia Douwes met een nummer uit Rebecca. Dit is repertoire wat gemaakt lijkt voor haar stem, maar wat een draak! Meteen daarna wordt de muziek van Rogier van Otterloo voor de film Soldaat van Oranje ingezet en zwaaien er allemaal mensen met Nederlandse vlaggen. Iedereen die als ik zit te hopen op “Als wij Niets Doen” komt bedrogen uit: blijkbaar wordt er gezwaaid voor de koningin van het Nederlandse lied Willeke Alberti. Ook goed. De vrouw heeft klasse en verbaast met haar wel heel losjes en jazzy gezongen “Telkens Weer”. Met haar theatrale alter ego Joke de Kruif doet ze een speciale versie van “Samen Zijn”. Inmiddels is het 10 uur geworden en wordt er om me heen wat gefluisterd over een pauze, laatste treinen en dergelijke. Maar Frits is niet van het podium te krijgen en kondigt een heus “Afrika blokje” aan. Gespierde nep drummers slaan op grote drums, het koor zwelt prachtig aan en Carolina Dijkhuizen zingt een indrukwekkende versie van “Shadowland”  uit de Lion King, gevolgd door de weergaloze Nurlaila Karim met “Gods of Nubia”. Zonder twijfel een schitterende afsluiting van het eerste deel. Het is 10 over 10. Pauze. Massaal stort het publiek zich op de bar, laat zich in een openlucht rookkooi leiden of staat uren in de rij te wachten op een Swirl ijsje (bediening: twee roodaangelopen, paniekerige 16 jarigen).

30 March 2012
Première
Ahoy Rotterdam