Musicalreport

One Flew Over the Cuckoo’s Nest

Hoe omschrijf je een toneelstuk, dat je vanaf de eerste scène in de kraag grijpt en zich niet in woorden laat vatten...? Vanaf het moment dat op een donker toneel een monoloog start, een geesteszieke onder een deken, kruipend over de vloer vanuit een stoel, die je in de diepste kerkers van zijn ziel laat kijken; duister, vervormd door angstbeelden die waarheid zijn in een wereld die niet de jouwe is...

Hetgeen wat het bij me oproept zijn gevoelens, associaties en een heleboel vragen die zich in een paar trefwoorden weten te vangen:

Kil
Een duister toneel, na de beëindiging van de monoloog hel wit verlicht, als een inrichting van jaren her: hoge muren, wit met groen. Roosters als ramen, zwart en oud. Een glazen hok als van een fabriek rechtsachter tegen de wand, hoog verheven boven de vloer waar zich het dagelijks leven van een groep “geesteszieken” afspeelt, onder de hoede van een bezielende psychiatrisch verpleegkundige die met ijzeren hand de scepter zwaait. Bijgestaan door twee bedeesde meisjes en twee stoere kerels die de slavernij van hun voorvaderen lijken te hebben meegemaakt en zich dat herinnerend wreken op de pati�nten die soms letterlijk, maar vaker figuurlijk in het keurslijf zitten van wetten en regels die de inrichting stelt.

Beklemmend
Hoe vaak laat iemand je, tegen wil en dank, kijken in de diepste duisternis van zijn belevingswereld? Hoe absurd, maar soms ook begrijpelijk zijn de verwrongen redenaties van een ziel die in zijn eigen wereld leeft? Hoe moet iemand’s leven eruit hebben gezien voordat hij zich een dergelijke waarheid heeft eigen gemaakt? En hoe wordt hij gezien door anderen?
Als je van binnen jezelf kent en kunt zien, maar de buitenwereld dringt niet tot je door; voor gek versleten worden, als minder aangezien, behandeld als een baby die apathisch doet wat de buitenwereld zegt en toch… als je in zijn ziel kon kijken, als je dat net hebt mogen doen; hoe onwerkelijk en stuitend voelt het dan om te zien hoe er door anderen op neergekeken wordt.
Iemand die doods lijkt van buiten, terwijl zijn geest leeft van binnen.

Gekken
Stilzwijgend briljant; want wanneer ben je gek? Is dat als je gelooft wat anderen je voorhouden, of als je jaren opgesloten zit? Ben je opgenomen omdat je niet functioneert in de maatschappij, of functioneer je niet meer omdat je al jaren zit opgesloten?
Wie heeft het recht te bepalen wat normaal is en wat niet?
Als je apathisch, katatonisch rondzwalkt als een zombie, ben je dan handelbaar en daardoor geaccepteerd? Of spoor je niet doordat je voor je vrijheid vecht en je niet laat beknotten door de regels en wetten die anderen opstellen “voor je eigen bestwil” waardoor je je vooral moet leren aanpassen aan de standaard en indien het niet goedschiks lukt, dan maar kwaadschiks?
Elektrische shocks als redelijk middel, een incisie in je hersenen als laatste troef?

Anarchie
Of wat er gebeurt als een groep “geesteszieken” zich verzet tegen het regime van de ijzeren verpleegster. Wie niet buigen wil, moet barsten. Leef je voor de regels, of helpen regels je te leven. Hoeveel is je vrijheid je waard en wie bepaald in hoeverre je vrij bent.
En wat doe je - of wat kun je doen - als je alleen staat als die ijzeren verpleegster, die gelooft in de idealen van een ziekenhuis alsof het de hare zijn en in alles waar dat ziekenhuis voor staat, maar constant in het openbaar en het bijzijn van al je patiënten wordt afgevallen door de artsen en leden van je team? Hoe werk je samen met een arts die je op alle fronten openlijk afvalt en tegenspreekt, ten koste van de regels; maar die tegelijkertijd net als jij het beste voor zijn patiënten wil. Alleen, wat is het beste? Is dat strikte gehoorzaamheid, rechtlijnigheid, orde en tucht? Of is dat vrijheid, een feestje kunnen houden, je voor een keer gelukkig voelen? Staan voor wat je dromen zijn en proberen eruit te halen wat erin zit.
Demonstratief je vuist opsteken en groter groeien: sterk zijn.

Sympathie
De normen en waarden, alles waar “de ijzeren hand” voor staat; ik kan niet eens onsympathieke gevoelens voor haar opbrengen. Vanuit haar gevoel doet ze wat het beste voor haar patiënten is en ze doet dat met overgave. Misschien niet altijd even gelukkige keuzes, maar ze staat ergens voor.
Een arts die met alle winden van zijn patiënten meewaait en daarmee weliswaar grappig, maar toch niet bepaald stevig overkomt, lijkt niet gemakkelijk om één lijn mee te trekken.
Patiënten ten slotte die stuk voor stuk in een eigen wereld leven, maar die door de komst van één man - is hij gestoord of idioot? - zichzelf uit hun wereld los leren maken, om zich heen leren kijken, de touwtjes zelf in handen leren krijgen en daarmee de grip op hun eigen leven terug krijgen…
Als je niet spoort volgens de wetten van de samenleving, moet je dan platgespoten worden, of moet je je eigen weg gaan en gelukkig zijn?
Welke belangen wegen zwaarder: die van een samenleving of die van het individu?

Allemaal vragen die “One flew…” bij me oproept en die door mijn hoofd blijven spoken als ik in de pauze en na afloop de zaal verlaat. Even geen woorden voor… slechts gevoelens: gevoelens die me overkwamen bij het zien van het stuk en waarvan er een overheersend was: beklemming. Maar niet op een onprettige manier. Indrukwekkend, intens, geloofwaardig: acteurs die personages worden, alsof het ze als een jasje past. Misschien moet ik meer naar het toneel gaan: dan blijkt misschien dat Nederland nog heel veel topstukken telt.

Ik vind niet gauw iets slecht, zolang het me maar op wat voor wijze weet te raken.
En strikt genomen is alles wat gevoel en intentie over weet te brengen goed, zolang het geloofwaardig is. Dit was geloofwaardig, dit was intens, dit was beklemmend en soms rauw.
Ik heb geen moment gehad dat het hilarisch werd, zoals het programmaboek vermeldde en zoals soms door de zaal wel werd gevoeld. De tragiek van de situaties, van de personages overheerste voor mij toch. In de pauze liep ik woordeloos rond bij te komen van wat ik zojuist had gezien, gevoeld en beleefd. Na het tweede deel van de voorstelling werd dat gevoel nog sterker: als alles in het tweede deel zo escaleert en eindigt in de (innerlijke) kracht van de zwakste, dankzij de geworden zwakheid van de sterkste.
Alles draait om het krijgen van innerlijke kracht: hoe gek je ook bent, iedereen heeft een persoonlijke drive.
Onderschat nooit de invloed die je daden hebben op anderen.
Iedereen die op wat voor wijze voor korte of langere tijd werkzaam is geweest met mensen in een psychiatrie, weet de tragiek die soms humoristisch kan zijn of de humor die soms tragisch is. Ik moest denken aan “Meneer en mevrouw zijn gek”, een boek van Yvonne Keuls, dat het leven binnen een psychiatrische inrichting beschrijft.
Soms zijn er stukken waarvan je moet weten door wie het wordt gespeeld en soms zijn er stukken waarvan je het niet wilt weten. Hierbij wilde ik het niet weten. De kracht van de personages blijft overeind door de anonimiteit.

One flew over the cuckoo’s nest!: een voorstelling die ik niet anders dan in beelden en belevingen heb weten te vatten, maar die me van begin tot eind heeft weten te boeien.

image

21 April 2006
Reguliere voorstelling
Arnhem
Schouwburg
Officiële Website