Hieronder mijn reactie; hij komt in vele opzichten nogal overeen met de recensie van Jeroen (grappig, want ik heb ‘m toch voor het lezen van de rest geschreven):
Na het feestje wat de Nederlandse versie in de laatste helft van de speelperiode was, is het toch weer even wennen aan een hernieuwde versie en moet een mens moeite doen de knop om te zetten om niet te vergelijken.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de mensen die de Nederlandse versie níet zagen laaiend enthousiast zijn en de “ervaringsdeskundigen” het geziene nog eens kritisch gaan bekijken.
De Vlaamse versie is nog bij lange na niet het feestje wat de Nederlandse versie in de tweede helft van de speelperiode was, maar al met al komt de Vlaamse versie met een goede start: de basis is aanwezig, de show wordt technisch goed beheerst en mag nu gaan groeien.
De rollen worden neergezet zoals ze moeten en zullen in de loop van de tijd wel meer eigen worden gemaakt. Opvallende positieve uitschieters vond ik Tickens en Lefou: Tickens die in de vorm van Marc Lauwrys (wat een iniminiklein klokje!) met een paar originele nieuwe grappen kwam en Lefou, vertolkt door Steve Beirnaert die Jorge Verkroost mag doen vergeten en in eerste plaats overkomt als een dommige Lefou met een elastieken souplesse waar je u tegen zegt. Het zal voor sommigen misschien ongeloofwaaridg klinken, maar ik geloof er in dat het duo Gaston & Lefou in de vorm van René van Kooten en Steve Beirnaert ook een zeer memorabel duo wordt. René van Kooten is als enige van de hoofdcast echt ingespeeld samen met Marc-Peter van der Maas. Beiden kregen goede reacties uit de zaal los en Marc-Peter klonk zelfs voor de echte Vlaming overtuigend Vlaams.
Ann van den Broeck als (wederom een blonde) Belle zingt mooi, maar oogt m.i. toch een beetje te oud voor Belle. Ben benieuwd hoe haar alternate, Sasha Rosen (wel donker), het doet: daar zie ik ook wel veel belovends in.
Jan Schepens zal hopelijk eenzelfde ontwikkeling als Stanley Burleson ondergaan, want zijn optreden is nog wat bescheiden. Zijn beest is er eentje die vast wel voor ontroering zorgt, maar nog wat meer mag groeien naar angstaanjagend. Zijn zang vond ik prettiger te horen dan de gesproken gedeelten in zijn spel: hij sprak zijn tekst nogal staccato wat voor mij voor nog wat onrust zorgde.
Peter van der Velde (erg gelachen hoe hij naast zo’n klein klokje op komt als megalange kaars) heeft wat mij betreft iets teveel naar de interpretatie van Carlo gekeken, maar weet desondanks niet het opzwepende enthousiasme in “Kom Erin” te leggen wat in Nederland zorgde voor de knaller van de show. “Kom Erin” was hier behoorlijk braaf en samen met “Weer helemaal mens” vooral technisch goed uitgevoerd, maar helaas een beetje tam.
Goele de Raedt als Babette is totaal niet vergelijkbaar met haar voorgangster Nicole, maar belooft wel een goed eigen karakter neer te zetten. Waar Nicole vooral ondeugend was, is Goele’s Babette volwassener en zwoel.
La Commodia is zo’n rol die ik ook alleen maar in één bepaalde bezetting heb gezien en ik waag mij maar niet aan een vergelijking. In Kirsten Cools mis ik de enorme operasopraan die La Commodia zelfs in haar spreken zo Italiaans maakte. Ik vroeg me ook af waarom de aria “Lascia chio pianga” vervangen is door “Ave Maria”, in mijn ogen niet echt een aria.
Koen Crucke als Maurice kwam positief overtuigend over. Over Mevrouw Pot (Hilde Norga) daarentegen ben ik – als enige – weinig enthousiast. Haar zang kan mij niet bekoren, is schel en op sommige fronten niet bepaald zuiver (en dat terwijl ze ooit wist te overtuigen als gepassioneerde Latijnsamerikaanse Anita in West Side Story ruim tien jaar terug). Haar persoon past wel bij het personage mevrouw Pot, wat toch vooral een huiselijk moederlijk figuur is.
De hertaling tenslotte zorgt voor een aantal nieuwe woorden en vooral veel franse toevoegingen die in een Vlaamse versie niet misstaan. De enige die plat Antwerps spreekt is Lefou en dat is vooral erg komisch. De verstaanbaarheid is overigens erg goed.
De decors zijn onveranderd, maar hier en daar in de kostuums meende ik wel enige veranderingen op te merken. Meest opvallend de getailleerde klok van Marc Lauwrys en in mindere mate ook het kostuum van mevrouw Pot (had de groene theepot nu ineens een print van gouden roosjes?)
Al met al komt de Vlaamse Beauty and the Beast er met een ruim voldoende voor mij goed vanaf en zal van daaruit ook vast nog wel de doorstart maken naar een dikke acht.
Ik ga niet hetzelfde met deze versie krijgen als wat ik met de Nederlandse had en dat ben ik ook niet van plan, maar het zal zeker wel zo zijn dat dit voor veel mensen een goede en leuke voorstelling gaat worden.