Broadway Report: GYPSY
Gezien: 23 oktober 2008
St. James Theatre New York
Ik ga regels stelen van de criticus van Time Out New York: WOW! WOW! WOW! Onbetwist hoogtepunt van mijn trip naar New York was het bezoek aan Gypsy. Vanaf rij 4 mocht ik getuige zijn van een legendarische voorstelling met een legendarische vrouw in de hoofdrol. Patti LuPone is hier onvoorstelbaar goed. Als een kwijlende tiener zou ik haar voeten willen kussen: dit is een diva op haar aller- allerbest.
Gypsy vertelt het ware verhaal van Gypsy Rose Lee; de beroemdste stripper van Amerika in de jaren 30. Ze begint als achtergrondzangeres en danseres in de vaudeville act van haar zus, maar wanneer die op haar 13e wegloopt en trouwt met een jongen uit de act probeert haar dominante moeder haar op de voorgrond te krijgen. Door de teloorgang van vaudeville is er amper geld te verdienen met een act en de enige uitweg ligt in bourlesque. Louise wordt Gypsy Rose Lee en verstoot haar moeder.
De moederrol is eigenlijk de focus van de voorstelling, ooit geschreven voor Ethel Mermann in 1959. De rol wordt gezien als de “Hamlet†van musical theatre en als je de voorstelling ziet is het duidelijk waarom. Rose maakt een enorme ontwikkeling door en heeft heel veel prachtige nummers te zingen. LuPone gooit zich met haar hele ziel en zaligheid in de voorstelling en speelt de rol van haar leven. Ik heb haar twee keer eerder live gezien: in Sunset Boulevard, waar ze me niet echt overtuigde en in het toneelstuk Noises Off. Maar hier vallen al haar talenten moeiteloos op z’n plaats. Ze kan fantastisch timen en alle zinnen die ze uitspreekt zijn raak. Maar vooral muzikaal is LuPone briljant: begeleid door een 30 koppig orkest dat op het podium zit haalt ze het volle pond uit de twee mega-nummers: “Everything’s Coming Up Roses†voor de pauze en vooral “Rose’s Turn†vlak voor de finale. Wat ze met het laatste nummer doet grenst aan het ongelooflijke en dwong onmiddellijk een staande ovatie af van het dolenthousiaste publiek. Ik kon alleen maar heel hard meeklappen en juichen met een dikke keel van geluk.
LuPone wordt omringd door een topcast, waarin vooral Tony winnaars Laura Benanti en Boyd Gaines opvallen. Benanti weet als Louise diep te ontroeren, zelfs in een truttig nummer als “Little Lamb†en Gaines overtuigt volledig als hopeloos verliefde Herbie. Verder is er nog een schitterende act van drie angstaanjagend lelijke strippers (You Gotta Get a Gimmick) en een heerlijk nummer van Tony Yazbeck als Tulsa (All I need is the Girl).
De show werd geregisseerd door Arthur Laurents himself die bijna 50 jaar geleden het boek van de show schreef. Hij koos voor een sobere maar trefzekere enscenering: de show ziet er zo lelijk uit als vaudeville eruit gezien moet hebben in de jaren 20 na de depressie. Ik zag in 2003 de revival die Sam Mendes maakte met Bernadette Peters die er vooral een duistere show van maakte (en daar niet erg in slaagde, vooral door de verkeerd gecaste Peters), hier kiest Laurents gelukkig voor felle kleuren en humor. De muziek van Jule Styne behoort tot de sterkste die er ooit voor een musical zijn geschreven en de teksten van Stephen Sondheim zijn zoals verwacht prachtig. LuPone speelt nog tot 1 maart deze rol van haar leven; verwacht wordt dat niemand haar op kan volgen en de show daarna zal sluiten. Tot die tijd mag niemand die van muziektheater houdt zich deze voorstelling laten ontgaan. HERE SHE IS BOYS!