Op donderdag 2 maart bezocht ik de matinee van The Phantom of the Opera…
Bij binnenkomst zag ik het castbord, gelukkig wist ik al van Celinde zelf, dat ze toch zou gaan spelen en inderdaad; ze ging op! Ik haalde na een foto van het castbord te hebben gemaakt, mijn tickets op. Ik kocht een programmaboekje plus souvenirbrochure en toen was het tijd om de trappen op te lopen richting de ‘Royal Circle’. Bij binnenkomst was ik opslag verliefd op de zaal. Wat een sfeervolle, intieme, maar toch grootse zaal. Het openingsdecor past er ook mooi bij. Na een half uurtje, was het dan tijd voor de voorstelling…
Op het moment dat de ouverture begint en de kroonluchter opstijgt, dacht ik twee dingen. Eén; dit is beter dan op Broadway en twee; ik wil hierna nog een keer! Toen kwam de Carlotta van die middag op in de vorm van Charlotte Vaughan, die understudy voor de rol is. Heel eerlijk? Ik vond haar niet zo sterk in deze rol. De kostuums maakte haar een diva, maar qua spel en zang was het, het voor mij steeds net niet. Te klein gespeeld, te weinig volume. Jammer. Toen kwam ‘onze’ Celinde, samen met de andere Ballet Girls, het toneel op. Wauw. Wat een verschijning. Ze speelde de rol van Christine zeer verdienstelijk. De zang was prima. Soms merkte je, dat ze zich een beetje inhield, maar dat is ook logisch als je twee voorstellingen daarvoor nog voor de pauze moet stoppen. Wel viel mij op dat ze sommige uithalen net iets langer aanhield, dan gebruikelijk is. Erg mooi en bijzonder. Ben Forster was op als Phantom. Hij speelde zijn rol prima, hij had veel meer energie dan James Barbour. Verder heb ik onwijs genoten van iedere scène. Wat mij dit keer opviel was de bijzonder techniek. Zeker als je bedenkt dat deze productie als dertig en een half jaar op West End staat. Ik zou eigenlijk nog veel meer willen schrijven, maar ik moet dit even laten bezinken. Genoten heb ik in ieder geval!