Dinsdag 31 januari - The Lion King
The Lion King is terug en Nederland heeft dat en masse ontdekt. Na het mindere succes van de Beauty and the Beast-reprise had men reden sceptisch te zijn bij een nieuwe reprise van een Disney-klassieker. Toch is niets minder waar. De voorstelling is sinds de première in november iedere avond hartstikke uitverkocht. Wat maakt deze voorstelling dan zo goed?
Allereerst is daar een sublieme suggestieve choreografie en kostumering wat in combinatie met een indrukwekkend decor prachtige toneelbeelden oplevert. Het hoogtepunt is toch wel het moment dat Simba op initiatief van Rafiki bij het water wordt toegesproken door z’n overleden vader. De manier waarop Mufasa even terugkeert getuigt van vakmanschap en vindingrijkheid. Deze toneelbeelden zijn dan ook meteen het ijzersterkte en essentiële fundament onder een op zichzelf niet heel ingewikkeld narratief: Mufasa is koning, Simba z’n opvolger en Scar jaloers. Scar verovert de troon met een list, Simba verovert deze terug, einde. De manier waarop die cirkel overigens rondgemaakt wordt, is qua vormgeving wel ontzettend indrukwekkend en slim. Om het simpele narratief heen wordt het publiek deelgenoot van een nauwelijks uitgewerkte opluikende liefde tussen Nala en Simba die in hun jeugd al vriendje en vriendinnetje waren, waardoor Simba worstelt met z’n verleden en de waarheid rondom Mufasa’s dood. Het is jammer dat deze in potentie interessante diepere laag niet afdoende wordt uitgewerkt. Nu komt Simba’s worsteling wel een beetje uit de lucht vallen, en is het tegelijkertijd lastig te geloven dat ‘ie nooit meer aan vroeger heeft gedacht (ondanks Hakuna Matata). Een duidelijke keuze met bijbehorende uitwerking was fijner geweest.
De voorstelling kent echter een heerlijke snelheid en dat is in behoorlijke mate de verdienste van de cast. Het karakter Scar is met de Trump-beslommeringen ineens eng actueel inclusief een meute sukkels (hyena’s) die blindelings achter die leider aanloopt. Jorrit Ruijs is een gluiperige, gelikte Scar en is simpelweg een autoriteit op het podium. In de rol van Mufasa een understudy in de persoon van Ruben Thurnim. Zijn uitstraling is een grote plus en als zanger maakt Ruben absoluut indruk. Zijn te softe spel (natuurlijk, Mufasa heeft een bepaalde zachtheid nodig, maar autoriteit is toch ook wel prettig) maakt hem als de Koning van zijn land helaas wat ongeloofwaardig. Rafiki-routinier Gugwana Dlamini is ook in deze productie ingevlogen en wat een cadeau is dat. De energie van Gugwana is ongekend en zo oprecht evenals haar imposante en volle zang. Gugwana’s performance is ontroerend, geestig en komt keihard binnen. Naidjim Severina is als de volwassen Simba energiek en zingt erg lekker. Al moet ik bekennen dat er weinig van zijn performance is blijven hangen. In de rol van de volwassen Nala zien we de stoere Gaia Aikman die een vurige en zelfverzekerde performance neerzet en de rol nailt qua zang. De rol van Zazu is op het lijf geschreven van Barry Beijer. Decadent en dolkomisch. De one-lineraward gaat absoluut naar hem: ontslagen worden als hofmeester is nog erger dan een muur tussen Amerika en Mexico. Kobe van Herwegen en Steve Beirnaert zijn heerlijk als het duo Timon en Pumba, al mogen ze beiden werken aan de verstaanbaarheid. Wat niet wegneemt dat ze goed op elkaar zijn ingespeeld en met leuke kwinkslagen op de proppen komen. Maarten Smeele(Ed), Julian Ubbergen(Banzai) en Charmaine Yard(understudy Shenzi) zijn als de sukkelige hulpjes van Scar een fijn, energiek en grappig trio. Het ensemble is aanstekelijk en ijzersterk. Jayleno Braams als kleine Simba is lekker bijdehand en vindt een lieve en standvastige Joëly de Jong als kleine Nala aan zijn zijde.
The Lion King stempelt een aantal indrukwekkende en grootse toneelbeelden op ieders netvlies en alleen dat al is het waard om de voorstelling te gaan zien. Tel daarbij op een on-Nederlandse energie, oer-Hollandse humor en uitstekende zang, dan kan de conclusie geen andere zijn dat The Lion King terecht massaal door het Nederlandse publiek gevonden wordt.