Hoe heeft het kunnen gebeuren dat mensen zo negatief zijn geworden over musicals. Is Albert Verlinde daadwerkelijk de enige schulddrager?
Ik ben absoluut niet gecharmeerd van het huidige beleid van Albert Verlinde bij Stage, waarbij revivals en budgetversies de sleutelwoorden lijken te zijn. En passie zie ik bij Albert alleen maar als hij weer eens een bekende naam heeft gecast.
Maar de problemen bij Stage zijn natuurlijk niet de schuld van Albert; die zijn al ver voor zijn komst ontstaan. Je kan hem alleen bekritiseren voor de koers die hij nu volgt (en daar valt inderdaad voldoende op aan te merken).
Daarom verbaast het me ook dat Erwin van Lambaart vaak als een soort messias wordt opgevoerd. Want veel van de problemen zijn juist tijdens zijn bewind ontstaan. Ik ben het er absoluut mee eens dat hij een enorme passie en liefde voor theater uitstraalde. En die was ook voelbaar in de producties, die er destijds veel beter uitzagen. Maar er was toch ook voldoende mis met zijn beleid.
Iedereen valt Albert altijd (terecht) aan op zijn stunt- en stalcasting (die laatste wordt minder vaak genoemd, maar vind ik toch ook een enorm probleem in de Nederlandse musical). Maar Erwin was daar niet anders in. Denk maar aan castings als Jack van Gelder, Bas Westerweel en (recenter) Yes-R.
De klantvriendelijkheid ging in zijn periode ook achteruit. Dan doel ik bijvoorbeeld op het stoelenbeleid (ik weet niet hoe ik het anders moet noemen) in het Circustheater en het Beatrix Theater. Wanneer vroeger een voorstelling in de verkoop kwam had je gewoon vrije keus voor je plaatsen. Maar vanaf Ciske de Rat gingen langzaamaan de ‘speciale’ plaatsen (dinerplaatsen, Golden/Platinum Seats, etc.) een hoofdrol spelen. Nou heb ik op zich geen problemen met speciale plaatsen, zolang er voor klanten die ‘alleen maar’ een duur eersterangs kaartje willen ook nog genoeg goede plaatsen beschikbaar zijn. Maar zoals hier wel bekend is worden er bij de start van de verkoop in eerste instantie enorme blokken in de zaal uit de verkoop gehouden. En worden vroegboekers (die niet weten dat de betere plaatsen op een later moment alsnog in de verkoop gaan) of gedwongen om dure speciale plaatsen te nemen, of afgescheept met slechte plaatsen. Als vroegboeker word je dus eigenlijk als oud vuil behandeld.
Dit beleid is tijdens het bewind van Erwin ontstaan en verfijnd. En ook met trots uitgedragen. Ik kan me herinneren dat hij voordat de verkoop van Mary Poppins van start ging enthousiast aankondigde dat Stage nauwer met vier restaurants rond het Circustheater ging samenwerken. Toen ik direct bij de start van de kaartverkoop belde voor kaarten kwam ik er achter wat die samenwerking betekende: als je er geen diner bijboekte mocht je (op rij 1 na) niet in de zaal zitten (in ieder geval op zaterdagavond). Dat vind ik dus veel te ver gaan (en is maar een van de vele voorbeelden). Zakelijkheid is prima hoor. Maar klantvriendelijkheid ook; dus daar moet wel een balans tussen zijn.
(ik besef me overigens goed dat mensen die niet zoveel waarde hechten aan hun plaats dit deel van mijn betoog waarschijnlijk enorm gezeur vinden)
Maar de grootste smet op zijn cv is toch wel dat hij de musical in Nederland in de uitverkoop heeft gedaan. Door de aaneenschakeling van kortingsacties (ook in de tijd dat producties nog goed liepen) heeft hij bij het grote publiek het beeld geschapen dat musical iets is waar je, als je maar lang genoeg wacht, gewoon goedkoop naartoe kan. En door de dominante positie van Stage straalde dat niet alleen op het bedrijf af, maar ook op het genre als geheel. En daar heeft de musicalsector tot op de dag van vandaag last van.