Kloot — Jorrit Ruijs
Berger — Marcel Veenendaal
Sheila — Jelka van Houten
Hud — Rogier Komproe
Jeannie — Dunya Khayame
Woof — Matijs Wessels
Dionne — Bettina Holwerda
Chrissy — Margreet Boersbroek
+ Ensemble
Gisteravond ben ik eindelijk naar het veelbesproken en verguisde Hair geweest in het Lucent Danstheater in Den Haag. Een heerlijk theater met altijd goed zicht, prima akoestiek en comfortabele stoelen, niet onbelangrijk! Ik had erg naar deze productie van Hair uitgekeken, we hebben er hier op het forum veel over gediscussieerd en ik was dus bloednieuwsgierig.
Het podium deed het ergste vermoeden: heel rommelig, niet overzichtelijk en die grote boom in het midden was ook maar een sta-in-de-weg. Langzaam druppelden de spelers op het podium. Tot mijn grote verrassing en plezier speelde Marcel Veenendaal Berger! Ik ben nogal fan van hem en was dus absoluut niet teleurgesteld om Oren Schrijver niet te zien. De hippie-filmpjes waren grappig, de interactie met het publiek best leuk, en toen begonnen ze eindelijk met zingen. Marcel blinkt uit in dit soort soulvol geïmproviseer, dat doet hij fantastisch en zijn podiumaanwezigheid is onweerstaanbaar. Je kon echter merken dat zijn stem niet optimaal was, hoewel hij dan nog iedereen van de sokken zingt. Zou het het jaargetijde zijn of de druk van een hoofdrol? Ik weet het niet, maar ik hoop dat hij goed voor zichzelf zorgt.
Ik ga niet de hele musical chronologisch bespreken, maar meer de puntjes eruit pikken die mij opvielen en/of aanspraken. Over het geheel vond ik de zang tegenvallen. Hair is bij uitstek een musical met veel muzikaal geweld, fantastische hevige ontsporende psychedelische nummers met veel sterke koorharmonieën. Dat viel me tegen. Het was net of er één deel van de akkoorden telkens weer miste. En er zijn vreemde muzikale keuzes gemaakt. Een nummer als 3-5-0-0 (ik noem alle nummers bij hun Engelse naam, ik ben lui) werd in stukken gehakt op een onnodige manier. Goodmorning starshine werd atonaal ergens in de trip gestopt en lallend gezongen, heel jammer. Walking in space, misschien wel het mooiste lied, miste de prachtige koorafsluiting. Easy to be hard werd werkelijk afgeslacht door Jelka van Houten (daarover later meer). Dat was allemaal ontzettend zonde. Daartegenover waren de arrangementen van Aquarius en Let the sunshine heel mooi, soulvol en breekbaar. Colored spade was fantastisch, lekker strak en scherp. Black Boys/White Boys was een topduo: de tegenstelling werd goed gebracht, de meiden zongen allemaal te gek. I’ve got life was Marcel op het lijf geschreven, dat knalde er uit. In Frank Mills en Air werd goed geacteerd en gezongen. What a piece of work is man werd heel mooi gecombineerd met de omkleding van Kloot naar militair en bovendien prachtig meerstemmig gezongen. My Conviction was hilarisch en Sodomy bizar genoeg ontroerend.
Dan de spelers. Ik noemde Marcel Veenendaal al, hij is fantastisch, niet alleen in zijn zang, maar ook in zijn spel. Jorrit Ruijs was heel goed als Kloot, zijn acteren is natuurlijk en overtuigend. Jelka van Houten, tja, blijkbaar word ze als talent beschouwd. Ik vind haar nasaal en slapjes zingen. Ze bracht echt Easy to be hard om zeep, terwijl dat een geweldig scherp en hard nummer is, door het heel laag en mijns inziens niet overtuigend te brengen. Ik had Bettina Holwerda wel eens in die rol willen zien, aangezien ze als Dionne hartstikke leuk was. Ze straalde over het hele podium, haar stem is geweldig, en ze heeft een heel goede komische timing. Net als Margreet Boersbroek als Chrissy en Dunya Khayame als Jeannie, allebei dames met een superuitstraling en goede stemmen. Maar het meest van iedereen werd ik geraakt door Matijs Wessels als Woof. Hij maakte van Woof een onschuldige, lieve jongen, die in zijn naïviteit de hele wereld wel wil omarmen. In zijn scene met Kloot, waarin hij hem de liefde verklaart en vervolgens het begin van 3-5-0-0 zingt, ontroerde hij me. Bovendien had hij een mooie stem en trok hij alle ogen naar zich toe. Ik kon mijn ogen in ieder geval niet van hem af houden.
De enscenering begon rommelig, maar bleek hier en daar heel inventief en mooi. De storende boom bleek erg leuk met Margreet Boersbroek erin. De trip in de tweede acte, hoewel erg lang, werd krachtig ondersteund door het drukke en kleurrijke decor. De sneeuw aan het einde op Kloot was prachtig en ontroerend, net als de grafstenen. De kostuums van Otazu, nou ja, het had ook van het Waterlooplein kunnen komen. En de witte pakjes aan het einde vond ik een zwaktebod, waarom altijd dat wit? Probeer je boodschap eens op een andere manier over te brengen! Het bewegen ging alle spelers goed af, hoewel Jorrit Ruijs uitblonk in de trip. Het geheel vloeide, zeker in de eerste helft, heel natuurlijk in elkaar over. De dialogen waren, tot mijn verrassing, heel sterk en puntig, en niet krampachtig actueel gemaakt. Onverwachte hulde aan Giphart. De spelers konden er ook allemaal goed mee uit de voeten, en waren heel sterk in hun spreken. Van de liedteksten heb ik niet veel verstaan, helaas, omdat de teksten zoals altijd als het in het Nederlands is, vervliegen en gebrabbel worden. De band was te gek, lekker strak.
Over het algemeen heb ik gewoon een hele leuke avond gehad! Ik ging vrolijk naar huis, en dat is voor mij voldoende. Ik ben door deze productie niet zo weggeblazen als door de productie van 1996-1997, die had veel meer impact en was beter qua verhaallijn en spel. Maar dat was dan ook gewoon in het Engels, zoals ik Hair gewend ben te horen. Ik vond dit een dappere poging, hoewel helaas maar half geslaagd. Een ding was zeker: de spelers hadden er veel plezier in en hebben dat goed weten over te dragen. Daardoor was het toch een leuke voorstelling.