Perspresentatie

Doe mij maar Doe Maar!

Het succes van "Mamma Mia" heeft in de wereld al veel navolging gehad. "We will rock you", " Our House" en " Jersey Boys" zijn een paar succesvolle titels van musicals die gebaseerd zijn op het repertoire van succesvolle popgroepen. Ons Nederlandstalig poperfgoed heeft nog niet zo'n show opgeleverd, maar daar komt nu verandering in, met Doe Maar!.

4 december is de allereerste repetitie, en het is tegenwoordig gebruikelijk om deze te combineren met een bijeenkomst voor de pers. Het land moet tenslotte warm worden gemaakt voor deze nieuwe voorstelling.
Bijzonder is dat het decor er al (grotendeels) staat, waar normaal wordt begonnen op de vlakke vloer. Maar ondanks dat het repeteren nog moet beginnen, hebben een aantal betrokkenen toch al wat te zeggen over deze voorstelling.  De creatives deden dat met een kleine presentatie, en aan de diverse castleden stelde Musicalworld zelf wat vragen over Doe Maar de productie, en Doe Maar, de muziek.

Producent Albert Verlinde:
Het allerleukste is toch het produceren van een nieuwe musical. Dit is de 4e in de historie van V&V. Niet nieuw natuurlijk in de zin dat de liedjes bekend zijn, maar wel een musical die niet een sex en drugs en rock en roll verhaal rond de band vertelt, maar iets totaal anders, in de traditie van Mamma Mia. Het was “kicken” om de rechten op de muziek te krijgen. Er waren meerdere kapers op de kust en aan de keukentafel van Henny Vrienten zijn meerdere sessies geweest, en is de deal uiteindelijk beklonken. We zijn er dan ook al maanden mee bezig.
Popmuziek in een musical is een wereldwijde trend, en als we naar de Nederlandstalige muziek kijken is er maar 1 band geschikt voor. Doe Maar. Zij hebben al een stukje theater in de nummers weten te brengen.

Regisseur Jos Thie:
Om deze productie te maken was een hoop moed nodig. Uiteindelijk is er een verhaal gemaakt met 8 personages die het publiek gaat en ook wil volgen. Een grappig en ontroerend, maar ook een warm verhaal. Het speelt zich af in 1983; het waren roerige tijden met protesten tegen de bom, een tijd ook van mentaliteitsverandering.
Omdat ten tijde van het schrijven van het script al voor veel rollen bekend was wie ze zouden gaan spelen zijn de rollen ook op hun lijf geschreven. De cast zelf was zo al voor de eerste repetitie een bron van inspiratie. Er is ook bewust gekozen voor een cast met mensen die zelf al theatermakers zijn; talenten waar tijdens de vorming volop gebruik zal worden gemaakt.
Er is bewust voor gekozen om het orkest (de band) centraal op het podium te zetten, omdat de muziek ook centraal staat. Goede popsongs. Iedereen ervaart die weer op een andere wijze. De laatste regels van Tijd genoeg zeggen mij veel. Het zijn ook de laatste regels van de musical.

Wat ook een ander zegt
Er is tijd genoeg
Voor jou, voor mij, voor iedereen
O als je wilt
Dan is elk ogenblik voor jou
En alles wat je vragen zou
Maar laat mij dan niet alleen

Scriptschrijver Pieter van de Waterbeemd:
Ik kwam bij Albert met een goed idee, maar Albert zelf had een veel beter idee. Ik kende Henny Vrienten en Ernst Jansz niet, maar de liedjes hebben naast een prachtig tijdsbeeld ook een diepere onderstroom. Bij het nummer Pa voelde ik ontroering, en kreeg ik het beeld van een jongen die dit bij de begrafenis van zijn vader zingt. Zo krijgt zo’n nummer een twist en kwam er een vader en een zoon in het verhaal. Daarna kwamen twee jonge meiden, waaruit het toenmalige Doe Maar publiek voornamelijk uit bestond, de BOM-moeder die voor alles op kwam maar haar dochter te kort doet, en een contrasterend stel (burgerlijk) als vanzelf. Ik had plezier in het schrijven van het stuk, dat accenten legt op menselijke tekortkomingen.

Decorontwerpster Stans Lutz:
Het decor geeft ruimte voor een mix tussen een popbandje en de theatervoorstelling. Er zijn 5 a 6 locaties in verweven, waaronder de kamers van de twee gezinnen. Verder heeft het enige gimmicks; de fiets bovenin voor het nummer “Ik kom altijd te laat”, maar ook bij Nederwiet heeft het decor een truc in petto. Er valt veel te lopen in het decor, waarbij de drummer in het midden zit. De toetsenist zit in het caf�-decor. Zo zullen ook de muzikanten een actief deel van de voorstelling zijn.


Lenette van Dongen (Flora):
waarom juist deze productie: Ik heb 12 jaar mijn eigen voorstellingen geschreven en gespeeld, heb nu een half jaar een time-out gehad, en ik zocht naar een project om te gaan doen. Ik had heel erg de behoefte om weer met collega’s op pad te gaan. Gezellig met velen in plaats van in je eentje.
Toen werd ik benaderd voor Doe Maar en heb ik de regisseur en tekstschrijver gesproken (een script was er toen nog niet) en toen dacht ik dat dit wel heel leuk zou kunnen worden. Musical vind ik wel leuk om te doen, maar het is helemaal goed als het mooi geschreven is, dus een mooi verhaal heeft. En als Henny Vrienten en Ernst Jansz er zo dicht bij betrokken zijn komt dat met de arrangementen ook wel goed. Toen ik later hoorde wie de andere cast werd had ik er helemaal zin in omdat het zulke a-typische musicalmensen zijn, maar vooral theatermakers.
Mamma Mia werd genoemd als grote voorbeeld. Voel je dan niet een enorme druk, want je hebt Mamma Mia gedaan Mammia Mia is zo’n enorme wereldhit, dat weet iedereen, daar moet je je niet mee meten. Dat is zo’n once in a lifetime show met zoveel hits. Het concept van Mamma Mia is een heel goed concept en dat hebben ze wel overgenomen. De muziek spreekt voor zich en die gebruik je dan in een ander verhaal.
Wat voor publiek denk je dat de voorstelling trekt: Dat weet ik niet. De dertigers waarschijnlijk, de musicalliefhebbers natuurlijk en de fanscharen die de mensen op het podium al hebben.
Had je destijds wat met Doe Maar Destijds weinig. Daar was ik toch wat te oud voor. Ik was meer van Mud en Kiss en Slade en the Osmond Brothers, dus eigenlijk de generatie ervoor. Ik was wel balletlerares in die tijd en heb daar wel Doe Maar muziek gedraaid. Je probeert toch muziek te gebruiken die je leerlingen aanspreekt.
Over de rol Ik speel Flora, de moeder van Kim-Lian. Zij is een wereldverbeteraar die op de barricades staat tegen de bom, voor baas in eigen buik en dergelijke en een levensgenieter. Jointje, wijntje erbij en hier en daar een man snoepen. Wat ik dan mooi vind is het conflict met haar dochter die zegt:Leuk dat je de wereld verbetert maar je was er nooit voor mij.En ik kom nog een oude grote liefde tegen.
Welke liedjes zing je: Ik kan ze niet allemaal ophoesten, maar ik heb in ieder geval Nederwiet. Doe maar of je neus bloedt vind ik voor haar rol ook wel een heel mooi nummer.
Over toeren: Ik heb met Jeans onder andere getoerd. Ik weet wel dat ik dat heel erg leuk vond. Met zijn allen onderweg keten in de bus, snack-attack op de pompstations. Natuurlijk kom je elkaars onaangename kanten ook wel een keer tegen maar wel heel leuk. Inmiddels ben ik ook op een leeftijd dat ik meer ge�nteresseerd ben in wie die anderen zijn; vroeger was je toch wat meer met je zelf bezig. Ik denk dat het heel leuk is, ook omdat het een overzichtelijke periode is en niet meteen twee jaar lang.

Kim-Lian van de Meij (Janis):
over de rol: Ik speel een meisje van naar ik schat een jaar of 20; haar ouders zijn gescheiden. Ze staat voor de keuze wat ze moet gaan doen. Gaat ze haar moeder achterna of gaat ze juist serieus studeren en een carriëre opbouwen. Of juist reizen. Dan wordt ze ook nog eens verliefd. Het is eigenlijk het dilemma: hoe wordt je volwassen?.
Waarom deze productieEigenlijk zijn dat drie redenen. Ten eerste om van Albert Verlinde af te komen die maar bleef zeuren.
Omdat ik het heel stoer vond en ik wel erg houd van bandjesmuziek. Omdat het totaal iets nieuws is. En omdat Lenette er in meespeelt. Ik vind het belangrijk om met iemand te spelen waar ik ontzettend tegen op kan kijken (dat heb ik bijvoorbeeld ook bij Jan Elbertse). Daar kan ik heel veel van leren en daar word ik zelf ook beter van.
Wat ook nog meespeelt is dat deze show waarschijnlijk een heel ander publiek zal aanspreken dan ik laatst heb gedaan. De kleine zeemeermin en Hamelen waren echte familiemusicals, voor kinderen en ouders, en nu krijg ik de dertigers en de veertigers. Misschien ook wel jongere mensen, maar het is wel een volwassen musical. Het is dus een wederzijdse kennismaking met een nieuw soort publiek.
Je maakt zelf andere muziek dan Doe Maar. Spreekt de muziek je wel aan? Mijn muziek is wel een beetje ge�nspireerd door de jaren tachtig, maar dan meer de rock en synthesizer van Kim Wilde en Nena dan van Doe Maar. Ik ben geen fan geweest toen want toen was ik er helemaal nog niet, maar ik kan me wel voorstellen dat het een hype was. Ik begin het ook wel lekkere muziek te vinden.
Welke liedjes zing je Ik mag Ruma saya gaan doen, en dat vind ik wel heel leuk omdat het me ook persoonlijk op het lijf is geschreven. Het nummer is half Maleis half Nederlands en ik ben dat door mijn ouders eigelijk ook. Het nummer gaat ook over wat je thuis is en ik heb ook zelf het gevoel dat ik niet helemaal weet of Indonesië mijn thuis is of Nederland. Ik voel me hier nooit helemaal op mijn plek.
Daarnaast is natuurlijk Doris Day ook heel leuk, en Smoorverliefd.
Over toeren: Aan de ene kant is dat wel heel leuk; je bent een soort van circus dat door het land trekt, maar aan de andere kant is het ook wel heel veel reizen, omdat je elke dag in andere hoeken van het land speelt.
Je bent druk bezet. Betekent deze musical dat andere dingen op een laag pitje moeten worden gezet Om te beginnen je sociaal leven, omdat je gewoon heel weinig tijd hebt. Ook de kerstdagen ben ik gewoon hier. Televisie blijf ik doen (ik heb ook een contract) en ook de promotie voor het album en straks in februari weer een nieuwe single gaat gewoon door. Ik ben nu eenmaal iemand die veel dingen doet dus dat wordt passen en meten. Wat wel vervelend is is dat ik minder tijd voor mijn relatie heb, want daar zou ik eigenlijk meer tijd aan willen besteden. Maar hij is ook heel druk, maar je zou soms misschien ook wel eens op vakantie willen en dat gaat zo niet. Iets leuks plannen is erg lastig zo.

Annick Boer (Ria):
over de rol: Ik speel de moeder (voor het eerst een moederrol….) van het nettere meisje met een erg degelijk leven. Als mijn man vreemd gaat ontpopt ze tot een pittige zakenvrouw die voor zichzelf zorgt.
waarom juist deze productie: Ik hou heel erg van nieuwe stukken maken, dat je zelf ook kunt meedenken en een stukje inbreng hebt. Net als ik bijvoorbeeld voor Koppensneller doe, dat je als het ware een stuk ook maakt.
Welke Doe Maar songs mag je zingen: Is dit alles en Ik heb het wel gezegd.
Wat zijn de Doe Maar herinneringen: Ik was vroeger helemaal fan van Doe Maar; ik was verliefd op Ernst en mijn nichtje Plien (van Bennekom) op Henny. Samen met dat nichtje en twee meiden uit de klas deden we Doe Maar ook echt na. Maar ik mocht nooit naar een concert, want daar waren we dan “te jong voor”. Het is nu dus wel erg leuk dat eerst Plien met Henny mocht werken in “Jan Jans en de Kinderen” en ik nu ook met deze productie.

Jan Elbertse (Rob):
over de rol: Ik speel Rob. Een huisvader dat heel veel sleur heeft. Hij heeft dat zelf nog niet zo door, maar zijn vrouw wel. Nu het kind het huis uit wil, wil zij ook wel eens weer gaan ondernemen. De omstandigheden worden dus wankel. Dat maakt waarschijnlijk dat Rob vreemd gaat met Flora. Via haar raakt Rob ook in aanraking met de Nederwiet, wat ontaard in een verleidingsscène. Daar mag ik me dus nu al op verheugen.
waarom juist deze productie: Belangrijk is wie er aan mee doen, waar gaat het over, hoe is de muziek. En aan Doe Maar zelf heb ik hele goede herinneringen: Sinds een dag of twee, toen het uitkwam en ik heb toen ook de LP gekocht, Skunk. Dus de muziek is bekend, en het zijn allemaal hits. Goede teksten en prima muziek. Lenette ken ik nog van Tjechov, met Kim-Lian heb ik in Hamelen gewerkt, en bij Albert (Verlinde) en Roel (Vente) heb ik al twee producties gedaan, dus ik sta eigenlijk te popelen om te beginnen.
Wat zijn de Doe Maar favorieten: Sinds een dag of 2, Pa, Radeloos, Doris Day… het zijn er heel wat hoor. Maar ook het nummer wat Bart (Rijnink) gaat zingen: ik kom altijd te laat. en “Ik doe het wel alleen”, een nummer van het allereerste album, wat geen reggae-nummer is maar meer rock ‘n’ roll.
Welke songs zing je zelf: Er verandert niks. Ik kende die eerst niet, maar ik ben er heel erg blij mee. Het nummer begint een beetje bluesy en veranderd dan in een reggae. Ook een voor mij geheel onbekend lied getiteld “Dansmuziek”. Dat lied gaat over de dansmuziek van de jaren 30 en 40 en omdat ik de vader speel gaat dat over zijn jeugd. Van het laatste nummer kan ik even niet op de titel komen. Het gaat over zijn vrouw en het meisje van vroeger wat hij er nog in ziet.

Dorien Haan (Alice):
over de rol: Alice is een meisje van 18 dat net klaar is met haar eindexamen. Ze wil eigenlijk niet studeren, maar de wijde wereld in. Haar ouders zijn van het type doorzonwoning. Samen met Janis willen ze uit huis en rellen. Maar tegelijkertijd is ze ook wel weer heel braaf en als het puntje bij het paaltje komt wil ze wel weer terug naar mammie.
Welke Doe Maar songs mag je zingen: Belle Helene mag ik solo zingen en een boel andere nummer zing ik mee.
Wat zijn de Doe Maar herinneringen: Ik ben te jong om het meegemaakt te hebben, maar toen ik 15 was had ik een verzamel-cd en toen heb ik het als het ware ontdekt. Sindsdien staat Doe Maar zo nu en dan op. En nu natuurlijk vaker, en luister ik er ook op een andere manier naar. Let ik meer op de koortjes en zo.
Over de dag zelf: Het is ook voor mij allemaal nieuw. Ik had van tevoren nog niet eens iedereen gezien, dus toen de foto’s werden gemaakt, zag ik mensen die ik nog hoi moest zeggen. Maar het is wel heel leuk.

N.v.t.
Amsterdam
Focus
V&V Entertainment

doe maar, kim lian, v&v entertainment, albert verlinde, lenette van dongen

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen