Recensie

De losse moraal van Willem II ⭐⭐⭐

De grote zomervoorstelling in het Amsterdamse Bos toomt dit jaar het leven van de losbandige koning Willem II. Een voorstelling met glamrock en een hoog camp-gehalte. Een geschiedenisles zoals je nog niet eerder kreeg, vol grappen en satire.

Dat iemand als ik, die niet van voetbal houdt, bij Willem II aan een voetbalclub denk, en als niet roker aan sigaren, zegt wel dat ik weinig les heb gehad over de gelijknamige vorst van ons land. Of ik ben het vergeten. Gelukkig is er de televisieserie “Welkom in/bij”. Daarin wordt getoond dat hij de eerste vorst is, die onder ministeriële verantwoordelijkheid valt, in de serie gevolgd door baldadigheid waarvoor zij toch niet meer de verantwoordelijkheid hoeven dragen. De voorstelling Willem II schetst een nog veel kleurrijker beeld van deze vorst, die vooral op seksueel gebied niet binnen de lijntjes kleurde. De voorstelling is losjes gebaseerd op zijn leven, zo wordt gesteld: losjes zoals hij geleefd heeft. Juist daarom zou ik hier de “echt waar” bordjes uit de eerder genoemde televisieserie een mooie aanvulling hebben gevonden.

Willem II is geschreven door Tom de Ket, die ook verantwoordelijk was voor het bijzonder geestige en geslaagde 14 (afwisselend wel en niet voorzien van ‘de musical’), maar ook het Pauperparadijs, een indrukwekkende voorstelling die behoorlijk om zeep werd geholpen door toegevoegd politiek gedram. We mogen wel aannemen dat De Ket geen royalist is. Die zorgen zijn ongegrond: er zijn diverse sneren richting het huidige huis van Oranje terug te vinden, maar het is geen strijdpamflet geworden.
Wie de sociale media volgt, ziet dat op elk regenboog-onderwerp ook negatief wordt gereageerd, vooral op de zichtbaarheid ervan. Hoor jij daar ook bij, dan heb je bij Willem II een heel slechte avond. De voorstelling is super camp. Eveneens weinig subtiel, behoorlijk plat zelfs, en soms nogal studentikoos. Gelukkig is de voorstelling ook wel geestig, zeker als je er eenmaal in mee gaat.

Bijna was deze recensie niet geschreven. Aan het begin van de voorstelling moet het publiek, in opdracht van de RVD geheimhoudingsplicht zweren. Gelukkig wordt deze ongedaan gemaakt. Gezien de bezetting op deze dinsdagsavond is wat mond op mond reclame zeker wenselijk. De cast laat zich er niet door ontmoedigen, en gaat er de volledige avond vol in.

Aangezien het koningschap van Willem II betrekkelijk kort duurde, richt de voorstelling zich vooral op de tijd ervoor. Ze begint met een jonge Willem II (Sanne den Hartogh) ,terwijl hij flink in de weer is met Engelbewaarder (Alex Hendrickx). Hij wordt tot verantwoording geroepen door zijn strenge grootmoeder en vader , die omzichtig het probleem omschrijven. Zijn zus Charlotte is heel wat directer: “Ze denken dat je een allesneuker bent”). Met “een jongensschool, goed idee” verwoordt ze waarschijnlijk ieders gedachten als ze met een internaat in Engeland als oplossing komen. Dat Willem II zich roekeloos overal instort, blijkt wel als hij wil meevechten bij de slag van Waterloo. Waar de masculiene broer Frederik (Jacob de Groot) meer voor de hand lag, geeft zijn vader toch toe. Dat hij vrij snel gewond raakte en bijna stierf- hij herhaalt de laatste woorden van Willem van Oranje, die met ‘dat is Frans Sire, dat zou ik niet zeggen” door Engelbewaarder wordt afgekeurd. Ondanks dat er van sommige kanten weinig waarde aan zijn optreden wordt gehecht, maakt het hem voor het grote publiek de held van Waterloo, en voelt hij een soort erkenning. Op zoek naar een huwelijkskandidaat komt de Engelse prinses Charlotte voorbij, niet bepaald op haar mondje gevallen,  gekleed in Union Jack jurkje. De prinselijke reactie: “Een girl met spice, maakt me helemaal van de wijs”. Een huwelijk zit er toch niet in, en na wat ongeschikte royals weggeswiepéet te hebben, valt zijn ook op Anna Palowna (Whitney Sawyer). Na een half jaar feest in Rusland is zijn wel wat teleurgesteld in Nederland, wat met “In Rusland had ik het allemaal”, een van de fijnste nummers van de avond oplevert. Er gebeurt nog veel voordat hij de troon kan bestijgen. Eenmaal daar zien we een machtige scene, die lijdt tot onder andere datgene waarmee dit stuk begon, de strijd met Thorbeckeplein (Freek den Hartogh). Een strijd als het vroegere poten op het schoolplein, waarin de chantabele Willem II uiteindelijk kansloos is. Het behoorlijk gênante einde (een geschiedversie die overigens niet breed gedeeld wordt) geeft de voorstelling een passend slot.

De kracht van deze Willem II zit in de grap. Verwijzingen naar de tegenwoordige tijd, als “de puinhopen van oranje”,  een oorlogseconomie waarbij 5% van het BNP aan defensie moet worden uitgegeven, een koningszoon die buiten het jachtseizoen op de kroondomeinen jaagt, ontsteld is dat er paupers kunnen lopen, en sowieso erg studentikoos overkomt. De verkleedpartijen, waarbij vrijwel elke vertolker van een rol het ensemble in fluorgele strakke badkleding verandert, en de quasi-irritatie als een onhaalbare terug-verkleding niet wordt gehaald. Een vleugje publieksparticipatie (met, niet ten koste van). De rare taalmix, waarin het lange ‘ende’ in plaats van ‘en’ wordt gebruikt, andere talen worden gebruikt, maar ook woorden die ik onder hedendaagse straattaal schaar. (Of ik heb het niet goed verstaan, in geen van beide gevallen is me duidelijk wat er dan gezegd is). Maar zeker ook de totaalsfeer, die ongedwongen overkomt, met muzikanten die rollen spelen of andersom, de merkwaardige keuze om soms auto’s met een minipodium te laten rijden: een nogal anarchistisch effect dat vooral goed werkt in combinatie met strijd.

De cast is weet zich goed raad met de veelal groteske karakters. Sanne den Hartogh speelt Willem II als een springerig typetje, die er als een eeuwig kind op los leeft. Jacob de Groot kan zich uitleven op drie totaal verschillende karakters. Meest intrigerende karakter is de van Engelbewaarder. Alex Hendricks start als Engelbewaarder als slaafs sloofje (met een kostuum die mij een Blackadder-Baldrick gevoel geeft), maar ontwikkelt zich als enorme intrigant.

Er valt genoeg te lachen, zelfs als er zoals deze avond veel tribunes leeg zijn en de aanstekelijke lach spaarzamer is. Er zitten ook scherpe satirische vondsten in, en de toon lijkt goed geraakt. Aan de andere kant ogen de seksscènes zo plastisch amateuristisch dat ze noch geil nog grappig zijn. Bij de steviger rocksongs zijn de teksten soms niet te verstaan. Tenslotte voelt het gedeelte vanaf het moment dat hij koning wordt wel erg beknopt aan.

Er zijn genoeg warme zomeravonden in aantocht, als we de voorspellingen mogen geloven. En dan is deze voorstelling een leuke manier om daarvan extra te genieten. Met de late aanvangstijd van 21.00 zorgt de invallende schemering voor nog wat extra sfeer.

Scènefotos: Willem van Walderveen

17 June 2025
Reguliere voorstelling
Amsterdamse Bos
Bostheater
https://bostheater.nl/

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen