Recensie

Doornroosje, Doornroosje

Doornroosje, Doornroosje is een onderhoudende voorstelling voor jong en oud. In een minimaal decor wordt een leuke musical neergezet.

De voorstelling heeft even nodig om op gang te komen. Er moet nu eenmaal veel verteld worden voordat ze los kunnen gaan. Het draait in eerste instantie om een ziek meisje, Liesje, met een moeder met smetvrees en een vader die nogal gevoelig is voor zijn omgeving. Bram, de buurjongen is verslaafd aan voetbal. Zijn vader is militair en uitgezonden, en ze hebben af en toe contact via webcam. Hij spoort zijn zoon aan om op ziekenbezoek te gaan, wat hij met tegenzin doet. Eenmaal daar vertelt Liesje dat als ze pijn heeft, haar poppen tot leven komen, en als Bram aan enige zelfkastijding doet ziet hij dat ze de waarheid spreekt.
In de poppenwereld speelt zich dan een variant op `Doornroosje´ af. De feeen zijn nu gezanten van de provincies, en de gangmaakster in het verhaal is een waarzegster, Yamonda. Als Limburg niet te blijkt zijn uitgenodigd spreekt zij de vloek uit, die deels ongedaan wordt gemaakt door `Flevoland´(“nou ja, oorspronkelijk kom ik uit Suriname”). 15 jaar later in de poppenwereld speelt Liesje de rol van Doornroosje (ze heet eigenlijk Aurora) en net als het sprookje is het noodlot onvermijdelijk. Terwijl Bram in de poppenwereld Doornroosje weer tot leven probeert te brengen, wordt Liesje in het ziekenhuis door de dokter behandeld. En zo worden realiteit en fantasie mooi verweven.

De choreograaf heeft het de spelers niet makkelijk gemaakt. Er zijn veel momenten van interactie tussen de spelers, die deze soms zichtbaar geconcentreerd maar wel goed uitvoeren. Het zijn de pareltjes van de show. Dat er meer automatisme zal insluipen tijdens de speelperiode, zal er alleen maar nog beter zal laten uit zien.
Het decor is minimalistisch, een ladder en een bed op hele hoge poten, en een wenteltrap om erbij te komen. Mooi is het niet, maar storend evenmin. Het moet van de spelers komen. Op witte doeken op de achtergrond wordt met kleuren en vlekken de sfeer opgeroepen. De kostumering van het ensemble is eveneens simpel en daarmee zowel praktisch als mooi. Een zwarte basis-outfit die worden aangevuld met kleine accenten om de rol duidelijk te maken. Een militair hesje bijvoorbeeld, of een sjerp. Een enkele keer is het niet helder; zo is nog steeds de vraag wat het zwarte ding is dat “Limburg” op haar hoofd heeft; een verwijzing naar de mijnbouw of zo?

Natuurlijk zijn de meeste karakters flink aangezet. De smetvrees van de moeder van Liesje is ziekelijk, maar komisch. De vader komt van ergernis over zijn omgeving soms niet meer uit zijn woorden en is eigenlijk alleen met zijn eigen leed bezig; je krijgt spontaan medelijden met Liesje. Mooi vertolkte bijrollen zijn die van de koningin en die van de dokter; ze is qua spel (en tekst) een overtuigende arts.
Een glansrol is weggelegd voor Milou Mourits, die schittert als Yamonda. Ze speelt buitengewoon overtuigend, en weet mooi te spelen met het zweverige en het realistische. Haar concentratie verslapt geen ogenblik. De andere spelers zijn wat meer wisselvallig. Een goed voorbeeld is de dubbelrol van koning en vader van Bram. Als mierzoekte koning voelt hij zich als een vis in het water; als militair lijkt het wat ongemakkelijker te gaan. Dat is natuurlijk niet zo gek; het zijn allemaal jongeren die in opleiding zijn en slecht is het ook zeker niet.

Er valt wel wat aan te merken op de het script van voorstelling. Een Surinaamse opvoeren met een aantal “vooroordeel”-eigenschappen kan mijns inziens nog wel, maar als deze gespeeld moet worden door een niet-Surinaamse wordt het al een beetje griezelig; het ligt dan heel dicht tegen belachelijk maken. Ook zal niet elke Limburger blij zijn met het Calimero-beeld wat hun vertegenwoordiger neerzet. Ook hier is de speelster geen authentiek Limburger, wat het net even iets dubieuzer maakt. Het levert dus dubbele gevoelens op. Maar het is vooral de ontwikkeling van de vader van Bram waar iets in de voorstelling ontbreekt. Tijdens de voorstelling lijkt de man totaal niet te veranderen, is het gewoon een prototype gedrillde militair en dan aan het slot is er een totale omslag, wat te wijten is aan zijn werk. Daar had in het verloop van de voorstelling wel iets meer zichtbaar van mogen worden gemaakt, zonder dat het de toon van de voorstelling zelf meteen moet verzwaren.

“Doornroosje, Doornroosje” is een voorstelling zoals je van Jeugdtheater Hofplein mag verwachten. Ze behoort niet tot de uitschieters, maar het is weldegelijk een leuke show geworden. Een bezoek levert een onderhoudende middag of avond op. Als je in de buurt bent, gewoon gaan.

Ze is te zien tot en met 9 maart 2008 in Rotterdam en van 14 tot en met 16 maart in Papendrecht

09 February 2008
Première
Rotterdam
Theater 222
http://www.jeugdtheaterhofplein.nl/doornroosje/
musical, jeugdmusical, hofplein, theater 222, Doornroosje, Sprookjesmusical, ton, scherpenzeel, jeugdtheater,

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen