Musicalreport

Fontys: dear oh dear

De dansafdeling van Fontys heeft in deze tijd weer zijn afstudeervoorstellingen. Na het zien van twee van deze voorstellingen, 'Pippin' en 'Dear Fox' is de grote vraag: zijn de creatives bij Fontys totaal de weg kwijt?

Pippin
Voor de tweedejaars studenten is Pippin uitgezocht. De oorspronkelijke voorstelling was “Fosse”, dus je kunt zeggen dat deze voorstelling wel mogelijkheden biedt de studenten te laten zien wat ze kunnen, dus alle kans op een mooie show. Maar helaas: bij de show lijkt het alsof er niemand regie heeft gevoerd. Regie: Barry Stevens; hoe lang heeft hij er aan gezeten? De voormalig artistiek leider van de opleiding durft dus zijn handtekening onder deze wanvertoning te zetten. Want van de oorspronkelijke Pippin blijft niets over.
Muziek en teksten zijn grof aangepast, en de plot van het stuk wordt voor het gemak maar helemaal weggelaten. Pippin is een stuurloos vehikel geworden, waar eigen toegevoegde, voornamelijk visuele grappen de oorspronkelijke geestigheden uit het script overschreeuwen. Grappen die ook nog eens te vaak worden herhaald geven de spelers geen kans hun karakter goed neer te zetten. Alle drama is rigoureus uit het script verwijderd. Met en om alles moet worden gelachen. Alsof dat nog niet genoeg is hebben ze de score om zeep geholpen met allerlei bliepjes, waar je op een gegeven moment echt gek van wordt.
Voor de studenten is deze show een hindernisbaan geworden in plaats van de rode loper. Ze doen zichtbaar hun best, en gelukkig zijn de vocale en spelkwaliteiten zijn zichtbaar. Ook de vorderingen in spel en zang, ten opzichte van de voorstelling van een jaar eerder, het sterke en geestige ‘History of the World’, zijn duidelijk waarneembaar. Maar wie er over een paar jaar in de dansensembles uit zullen springen, dat wordt, ondanks dat er nog wel behoorlijk gedanst wordt, niet helder. Deze Pippin is een regelrechte verkrachting: de spaarzame goede scènes verzuipen in een brij van leukdoenerij, een rommeltje aan kostuums, onduidelijkheid en irritaties aan de verschrikkelijke geluidjes. 
Voor de musicalliefhebbers is het fijn dat een andere opleiding, INHOLLAND, ook Pippin op de planken zet, en wel als een professioneel ogende voorstelling. Want wie alleen deze versie van Pippin zag, zal het stuk meteen hebben opgegeven.

Dear Fox
De derdejaars zetten ‘Dear Fox’ neer. Ooit de jubileumvoorstelling van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, niet eerder in Nederland opgevoerd, dus schijnbaar interessant. Schijnbaar, want de voorstelling wordt een hele zit. Misschien dat met professionele spelers en een groot orkest, en een publiek dat het verhaal van haver tot gort kent, deze voorstelling een succes is, indruk maakt, maar wat ons hier wordt voorgeschoteld is een show met songs die niet aanspreken, of muziek die maar wat doorkabbelt. En om het publiek zich nog dommer te laten voelen, of de gelegenheid te geven zich superintelligent voor te doen, worden op de achtergrond de meest bizarre filmpjes vertoond.
Maar er is meer aan de hand. De groep kent nauwelijks echt goede vocalisten, wat je wel zorgelijk mag noemen voor een opleiding Musicaltheater, en een vrijwel volledig doorgezongen musical heeft dat wel nodig. En sommige stemmen gaan echt door merg en been; een regelrechte aanslag op de trommelvliezen.
Er gaat echter meer mis: het verhaal is nauwelijks te volgen. De kostuums zijn absoluut niet duidelijk, niet alles is te verstaan, hoe de onderlinge verhoudingen tussen de spelers zijn is een raadsel, en op de achtergrond worden vrijwel continu beelden geprojecteerd, die ongetwijfeld iets met de gemoedstoestand te maken moeten hebben. Maar wat het tekenfilmpje, atoombom, concentratiekampen en de vliegtuigen in de Twin Towers met de fabel van Reinaert de Vos te maken hebben is op zijn positiefst gezegd, nogal gezocht.
En dan de dans: we zien wat experimenteel gedans in chaotische choreografieën, en wat groepsdansen op met moeilijkheidsgraad amateurniveau. Wederom wordt nauwelijks zichtbaar wat deze dansers echt kunnen. En dat lijkt me voor studenten van een dansacademie toch echt de prioriteit. Dans, dan spel, en dan zang. Deze voorstelling laat de studenten allereerst op zang door de mand vallen, geeft sommigen de kans te laten zien dat ze goed kunnen spelen, al krijgen ze met hun rol er ook de gelegenheid voor. Ster is Reinaert de vos; Martijn van Voskuijlen speelt de charlatan erg sterk. ook Isegrim (Vincent Pelupessy) en koning Nobel (Willemijn de Vries) profileren zichzelf goed. De rest heeft er of de rol niet voor, of weet zich er geen raad mee. Je vraagt je werkelijk af waarom ze dit hun leerlingen aandoen. 
Moest nieuwbakken artistiek leider Linda Lepomme, ex - Koninlijk Ballet van Vlaanderen haar eigen stuk meebrengen? Of kwam iemand anders op het lumineuze idee dat dit voor haar een leuk cadeautje was? In biede gevallen: had het maar niet gedaan. Vorig jaar waren de studenten zelf al niet zo de spreken over de stukkeus toen (Fien), en ik kan me niet voorstellen dat ze zich met dit gedrocht gelukkiger voelen. Fien was voor het publiek wel erg lang, maar goed te volgen.

Terug naar dansshows
De grote vraag is waarom er zo moeilijk wordt gedaan met de stukkeuze. Natuurlijk is het leuk om een voorstelling onder het stof vandaan te halen en opnieuw in de schijnwerpers te zetten. Waarschijnlijk zijn Grease, Fame en dergelijke teveel gemeengoed geworden om als eindejaarsvoorstelling te brengen. Maar er moet toch nog genoeg keus zijn qua stukkeuze die voldoende dansmogelijkheden hebben zonder meteen het stuk totaal te mishandelen, en die niet teveel afhankelijk zijn van schitterende vocalen. Ga eens naar dat soort stukken op zoek, en zet deze op de planken. In het verleden werd tenslotte ook bijvoorbeeld ´Footloose´ gevonden. Volgens mij doen ze daar zowel het publiek als de mensen die het moeten doen een enorm plezier mee.

22 June 2007
Reguliere voorstelling
Roosendaal/Goirle
De Kring/Jan van Besouwhuis
Fontys, Musicaltheater, Dear Fox, Pippin, Linda Lepomme, Barry Stevens, Martijn van Voskuilen

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen