Interview

Kleine Mol en Arie: de spelers vertellen

Musicalworld sprak met de twee personen achter de hoofdrollen van de voorstelling "De Grote Avonturen van Kleine Mol": Koen Iking en Marieke van der Sluis.

In de Meervaart in Amsterdam werd op 26 maart een speciale voorleessessie gehouden voor kinderen met een visuele handicap. Frits Sissing, van wie net bekend was geworden dat hij de winnaar was van het televisieprogramma ‘Wie is de mol?’, las een hoofdstuk voor uit het boek, dat tegelijkertijd met de theatervoorstelling “De grote Avonturen van Kleine Mol” werd geschreven. Ook aanwezig waren Kleine Mol en Arie uit de theatervoorstelling, oftewel Koen Iking en Marieke van der Sluis. Musicalworld sprak met hen:

“Terug naar het begin van de voorstelling. Wat was jullie aandeel in de ontwikkeling van de voorstelling?”
Koen: Ons aandeel begon toen het script en het boekje af was. Als een script eenmaal gemaakt zijn dat ideeen in het hoofd, en als dat realiteit wordt op de vloer blijken dingen toch anders te werken dan dat je gedacht had. Er was ook veel opgeschreven dat beeldend was en dan moet je echt uitvogelen op de vloer hoe dat eruit komt te zien. Dan komen er dingen bij, of laat je dingen weg om een kloppende voorstelling te maken.

“Als je kijkt naar karakters en stemmen. Krijgen die snel vorm?”
Marieke: Ik heb wel lopen zoeken. Arie is een jongetje en ik ben een meisje. En ik heb snel de neiging om heel hoog te gaan praten. Dus bij de repetities begon ik een zin vaak heel hoog, en dan dacht ik, oja, laag praten, en liet ik mijn stem zakken.
Kleine Mol en Arie lagen qua karakters in het begin heel dicht bij elkaar. Ze gingen alle twee op ontdekking en kregen alle twee het idee van ‘Yeah, we gaan dit doen’ en dat moest wat interessanter worden door een wat groter verschil tussen de twee te laten zien. Dus daar zijn we ook mee aan de slag gegaan, met als gevolg dat Arie nu toch wel een beetje meer de scheiterd is. Kleine Mol is de ontdekkingsreiziger en ik (Arie) loop daar een beetje achteraan. Precies tegenovergesteld van wat je van een mol en een adelaar zou verwachten.
Dat maakte ook het repetitieproces interessant. We hadden eerst een andere opening, maar toen bleek dat Arie te veel opviel omdat hij redelijk heftig in beeld was, en Mol viel daarbij een beetje weg. En het gaat voornamelijk over Kleine Mol, dus die opening hebben we geskipt en nu draait de opening om de geboorte van Kleine Mol, en komt de geboorte van Arie pas in het tweede deel aan bod.
Koen: Voor mij was het wel interessant dat Kleine Mol vrijwel blind is, dus je moet met andere zintuigen gaan spelen. Je moet ruiken en voelen en horen. Dat was wel een hele uitdaging om dat in het karakter te verwerken.

“De opening, en dan met name wat er gebeurt voor de daadwerkelijke bevalling, is mij (misschien door het schaarse licht en de plek in de zaal) niet helemaal duidelijk. Wat gebeurt er nou precies?”
Koen: Je ziet moeder Mol die zwanger is en de ijsberende vader, en in een ander spotje (ik denk dat je daarop doelt) een klein molletje in miniatuur en dat moet de baarmoeder voorstellen waar Kleine Mol nog nietsvermoedend ligt. Dat proberen we te koppelen aan het andere toneelbeeld; dat hij loopt te schoppen en de moeder daarop reageert.
Marieke: In de muziek hoor je ook een echo, een hartje kloppen.  De componist zei: Ieder mens die een kind heeft gekregen herkent dat geluid meteen.’
‘‘Laat deze verslaggever daar nu net niet bij horen”.

“Wat jullie vandaag op het podium doen vereist een stukje improvisatie. Gaat dat je makkelijk af”
Koen: Die poppen ken je op een gegeven moment wel; je weet dus wel wat je er mee kan. Bij zo’n speciale dag als vandaag heb je geen idee wat je te wachten staat. Je reageert op wat je krijgt en als je trouw blijft aan het karakter komt dat wel op z’n pootjes terecht.

“Jullie hebben vaker in Theater Terra-voorstellingen gespeeld. Wat spreekt jullie daarin aan?“
Marieke: Dat je zo heerlijk in het maakproces betrokken bent. Dat je mee kunt creëren, en dat je op deze manier met de poppen kunt werken vind ik ook heel fijn. Dat je een wordt met de pop, maar dat je jezelf niet hoeft weg te cijferen. Dat jij en je pop één geheel blijft.
Koen:  Het is een ontzettend leuk bedrijf waarin je je creativiteit lekker kwijt kunt. Dat is een pré. Ik heb ook bij andere bedrijven met poppen gewerkt, daar wordt dan net weer anders gewerkt. Het is erg leuk om dat vak te slijpen en verschillende inzichten en ingangen te krijgen.
Het is ook leuk dat omdat ze vaak niet heel lang spelen, dus dat je drie vier maanden op tour bent, en je daarna weer een nieuwe productie gaat spelen waardoor je telkens opnieuw weer een rol kunt maken. Bijvoorbeeld bij de Sprookjesboom kon ik dewolf doen,waarin je helemaal uit kunt pakken en hier bij Kleine Mol moet je weer andere dingen van jezelf aanspreken. Juist die variatie maakt het leuk. Ik moet er ook niet aan denken 10 jaar lang (red: spreekt nu met Wolvenstem)wolf te gaan spelen.
“Voorlopig zien we je in die rol dus niet terug?”
Koen: Misschien over een aantal jaar weer, maar nu heb ik het wel even geparkeerd. Waarschijnlijk als ik die pop pak zit het meteen weer in mijn lijf en in mijn stem, maar nu dus nog even niet.

“Naast het spelen doe je ook nog een studie?”
Koen: Ja. Ik doe aan de Universiteit van Amsterdam Nederlandse Taal en Cultuur en in juni haal ik daarvoor mijn Bachelor. Dat is ook een voordeel in dit soort voorstellingen: dat ze niet zo heel veel spelen. Zeg zo’n vier keer per week, en dan heb je nog tijd om daarnaast andere dingen te doen. De combinatie vind ik heel erg leuk; ik wil volgend jaar de Master gaan doen. Ik weet nog niet waartoe het gaat leiden, maar ik vind het leuk om zowel artistiek bezig zijn als intellectueel uitgedaagd te worden.

“En zijn er al plannen voor de toekomst.”
Marieke: Nee. Ik vind het natuurlijk wel leuk om wat in musical te blijven doen. En jeugd- en kindertheater vind ik heel erg leuk. Maar het is afwachten.

26 March 2010
Evenement
Amsterdam
De Meervaart
http://www.theaterterra.nl
koen iking, marieke van der sluis

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen