De van oorsprong Amerikaanse en ook bij amateurtoneelgezelschappen populaire musical Man van La Mancha is voor het eerst sinds 1995 weer in een professionele uitvoering te zien in ons land. Peter Faber en Marjolein Teepen spelen hierin de hoofdrollen.
Voor het verhaal van deze musical zie bijvoorbeeld:
http://nl.wikipedia.org/wiki/De_Man_van_La_Mancha
Dit verslag zal ook enkele dingen uit het verhaal onthullen, waardoor een leeswaarschuwing op zijn plaats is.
Echter, als je het verhaal niet kent, is het niet onverstandig, je eerst een beetje in te lezen, want je moet er wel je aandacht bijhouden. Dit komt voornamelijk omdat Man van La Mancha eigenlijk een musical is binnen een toneelstuk.
De locatie van het toneelstuk is een kerker ten tijde van de Spaanse Inquisitie, hierbij hoort geen muziek. Hierin bevinden zich een tiental, zowel mannelijke als vrouwelijke gevangenen waaraan de schrijver Cervantes (Peter Faber) en zijn metgezel (Frans Schraven) worden toegevoegd. Door de leiders van de gevangenen, die zich de Gouverneur en de Hertog noemen, worden Cervantes en zijn metgezel gedwongen deel te nemen aan een nepproces, waarbij ze hun eigendommen zouden verliezen als ze schuldig worden bevonden. Cervantes mag zich verdedigen en wil dat doen in de vorm van het opvoeren van de musical over Don Quichot, waarin alle gevangenen ook een rol spelen. Cervantes kiest vervolgens voor elke rol met zorg een gevangene uit, die goed bij de rol zou passen.
Cervantes zelf speelt de rol van Alonso Quiana, een oudere man die denkt dat hij de dolende ridder Don Quichot is en in het hoertje Aldonza (Marjolein Teepen) zijn droomvrouw Dulcinea (= hooggeboren) ziet. Cervantes’ metgezel wordt Quichots schildknaap Sancho Panza (= dikke pens).
In de musical zijn de grootste rollen weggelegd voor Don Quichot en Aldonza. Die van Sancho is een belangrijke bijrol zorgt voor de komische noot. Vervolgens is ook de rol van de pastoor een behoorlijke bijrol, hij zingt (mee met) drie liedjes. De overige rollen zijn klein en het is daarom voor musicalacteurs vaak niet interessant om dergelijke rollen te gaan vertolken. Opus One heeft dit opgelost door vier eindejaarsstudenten muziektheater, via het spelen in deze musical, hun stage te laten vervullen. Dit zijn Debbie Beukers, Fardoe Swaanswijk en Milan van Weelden van het Alkmaarse Conservatorium en John Jacobs van de Tilburgse variant.
Opvallend aan deze musical is dat de vijf leden van het orkest ook op het toneel aanwezig zijn en naast de muzikale begeleiding ook een aantal kleine rollen spelen. De makers claimen hun versie van deze musical te baseren op die van Jacques Brel uit 1968 en één element wat dit onderschrijft is het gebruik van de accordeon naast acoustische gitaren, fluit en percussie, want de accordeon was natuurlijk vaak vertegenwoordigd in de instrumentaties van Brel. Daarnaast claimen de makers hun productie ook intiem en intens te hebben gemaakt. Het gebruik van acoustische instrumenten alsmede de eenvoudige decors en het spel zorgen inderdaad voor een intieme sfeer. Ook de liedjes worden erg leuk aangekleed: bij het titelnummer dansen Debbie en Fardoe de sterren van de hemel. Dit, terwijl de beste danseres van de club, Marjolein, op dat moment nog onopvallend aanwezig is.
Peter Faber leidt de voorstelling in als het gordijn nog dicht is en vertelt over het leven van de schrijver Cervantes. Zijn zware rol als Quichot die wordt afgewisseld met Cervantes zet hij goed neer. Zijn zangkwaliteit is niet groot maar dat is in deze geen probleem. Zijn spel maakt dat meer dan goed. Frans Schraven zet overtuigend de nuchtere en komische Sancho neer.
Marjolein Teepen zet Aldonza neer als is een, qua leeftijd volwassen vrouw, maar qua geestelijke ontwikkeling nog een kind, dat heen er weer geslingerd wordt tussen haar oude bestaan op de “mesthoop†en het nieuwe betere leven dat Quichot haar in het vooruitzicht stelt als zijn Dulcinea. Met Schraven heeft ze in haar Opus One periode jaren samengespeeld en af en toe waan je je dan ook weer bij Alice in Wonderland (haar laatste OO-productie). Het vertrouwen in Quichot komt haar duur te staan, ze wordt verkracht en ze reageert zich af op Quichot met het nummer Aldonza (dat ze op 2 juni ook ten gehore bracht bij het Musical Awards Gala), perfect gezongen en heel goed verstaanbaar. Dat gold trouwens voor al haar nummers. Nadat Quichot genezen is van zijn dwaasheid ligt hij in coma. Is het dan al te laat of komt het nog goed tussen Aldonza en hem?
De voorstelling is geen samenspel van drie bekende acteurs met verder onbelangrijke bijrollen. Nee, er wordt een productie neergezet waaraan iedereen naar beste kunnen zijn steentje bijdraagt en waar de jonge musicaltalenten laten zien dat zij de sterren van de toekomst zijn. “Ik denk alleen maar aan hem†van de drie Alkmaarse studenten is erg goed en Milan van Weelden alleen is overtuigend als de grootste dommekracht van de muildierdrijvers die zich in een halve minuut weet te transformeren in een Pastoor bij wie ik zo zou willen gaan biechten. Een groter contrast is er niet. Vlak voor het dichtgaan van het gordijn voor de pauze “zegent” hij de hele groep, die dan net heeft uitgehaald met het slotlied van het eerste deel. Schrijf Milan alvast maar op als genomineerde voor de Aanstormend Talent Award.
Er zijn ook enkele minpuntjes, grootste minpunt voor mij is de verkrachtingsscene die lang duurt en, nadat Aldonza van het toneel is verdwenen omdat ze werd weggesleept, is haar geschreeuw en gehuil vanuit de coulissen nog lang hoorbaar. Dat gaat door merg en been. Is zeer dramatisch en ik voel me daar zelf ongemakkelijk bij. Ik hoop dat die scene nog wordt aangepast.
Coot van Doesburgh heeft gezorgd voor een eigentijdse vertaling waarin de oorspronkelijke Engelse taalgrappen ook in de vertaling nu grappig zijn. Zo is het oorspronkelijke:
- How does a squire, squire?
Vroeger vertaald in:
- Maar wat doet dan een schildknaap?
Nu vertaald in:
- Maar hoe schilt dan een knaap?
Marjolein accentueert de grap en krijgt zo de lachers op haar hand.
De instrumentaties zijn vanwege de acoustische instrumenten apart, maar de oorspronkelijke ritmes zijn wel overeind gebleven. Zo blijft ‘The impossible Dream’ een bolero. Leuk is dat Marjolein tijdens het ridderslagslied de snaredrum in de hand neemt en het ritme aangeeft en dat opvallend goed doet!
En het publiek, wat vond men ervan? Allereerst leuk om te vermelden dat zondag Brigitte Heitzer en Roberto de Groot hun understudies naar Antwerpen hadden gestuurd, want dit liefdeskoppel uit Evita zat naast ons. Zij waren enthousiast en volgens mij de meerderheid van het publiek ook. Lang na de voorstelling was het nog erg gezellig in het theater, waar de makers ook graag vernamen wat we er van vonden.
Tussen het geweld van de grote jongens vallen de pareltjes vaak niet op. Dit is er zo één. De komende twee weken, tot de premiere vinden er nog meer try-outs plaats. Daarna nog zo’n 70 voorstellingen door heel het land. Mis het niet!