Sterke acteurs maken deze ‘Evita’ tot beste Nederlandse productie
Let op: kan spoilers bevatten!
Evita is een musical die me altijd gefascineerd heeft. Ik was verliefd op de muziek. De grote — althans ogenschijnlijke — afwisseling erin, waarvan je later ontdekt dat melodieën zeer bewust opnieuw gebruikt zijn in een ander arrangement en/of tempo. Daarnaast fascineerde me de vertelvorm; in hoog tempo kijk je naar het verhaal van een ambitieuze dame die zich omhoog werkt, maar steeds door een cynische bril bekeken door een ontzettend aanwezige verteller. Nergens krijg je écht 100 procent het antwoord waarom deze vrouw zo handelde, al geeft de tekst aanwijzingen. De doorgecomponeerde muziek liet in eerdere producties zelden toe dat er ruimte was voor nuance, iets meer begrip of misschien een subtiel ander oogpunt. Tot nu.
Evita is een merkwaardige musical, die in veel producties vooral hoge ogen gooide door de fantastische muziek en het hoge beltgehalte van de hoofdrolspeelster. Zelf ben ik er van overtuigd dat dit ook de grote succesfactor was 40 jaar geleden bij de première op Broadway. Een dergelijk type stuk zien de Amerikanen graag: een op cynische toon verteld verhaal over een arm, achtergesteld meisje dat zich omhoog werkt en vervolgens een diva met behoorlijk bitchy kanten wordt. Dát dan gespeeld door een zich door de rol heen beltende actrice als Patti LuPone, waarbij je zodanig onder de indruk bent van haar vocale kwaliteiten dat je door je bewondering daarvoor meeleeft als de diva— aan het einde van de avond sterft. Zà³ werd voorkomen dat het stuk op afstand bleef; het publiek leefde intens mee, misschien in mindere mate met Eva Perà²n, maar vooral de actrice in de hoofdrol. Dat is altijd mijn gedachte geweest. Menig Nederlandse productie had krachtige actrices in de titelrol, maar geen productie had er een van het formaat Patti LuPone, waardoor de ‘Amerikaanse truc’ niet kon worden uitgehaald. Wat overbleef is nog steeds een verhaal dat fascineerde, maar voor veel toeschouwers op afstand bleef. Volgens menig recensie is dat ook het geval bij de nieuwe Nederlandse productie met Brigitte Heitzer in de hoofdrol. Voor mij niet.
Op 11 januari zag ik in Maastricht een voor mij magistrale productie van Evita. Die beleving kan met veel factoren te maken hebben: het feit dat de voorstelling na 2,5 maand tournee goed ingespeeld is en ook het feit dat ik op rij 1 zat en geen belemmering had van het publiek. Maar het kwam vooral door de fantastische cast. Ze zingen de score zoals hij bedoeld is, maar brengen zoveel meer kleur en nuance in hun spel dan dat ik zag in eerdere producties. Aan het keurslijf van een cynische vertelling valt door de vertelstijl niet te ontsnappen, maar regisseur Paul van Ewijk heeft er subtiele scheurtjes in aangebracht die ook een andere kant opgaan. Door deze regie, deze acteurs en hun interpretatie krijgen teksten niet alleen meer nadruk, maar wordt er ook juist met subtekst gespeeld; dingen die zich in ogen en fysieke houdingen afspelen, die soms de gezongen tekst juist zà³ tegenspreken, waardoor de vertelling veel minder eenzijdig wordt.
Tot in de kleinste rol klopt deze productie. Het megakrachtige ensemble, dat op punten écht met vochtige ogen staat, spatzuiver zingt en lijkt te genieten van hun aandeel in deze productie. Yoran de Bont is de meest geloofwaardige en fijn zingende Magaldi die ik ooit zag, en ik krijg medelijden met hem, zonder dat het de ultieme loser wordt. Esmee Dekker raakt me in haar solo nummer als Maà®tresse, maar ook in haar korte tegenspel in haar ontmoeting met Eva. De vaak zo saaie rol van Perà²n krijgt dankzij Paul Donkers in het laatste deel van de voorstelling echt een emotionele kant, waardoor ik er van overtuigd ben dat er echt liefde was tussen Eva en Perà²n, maar dat ze door hun honger naar macht er nooit echt aan zijn toe gekomen om die voldoende te uiten.
René van Kooten doet denken aan Bill van Dijk’s interpretatie van Ché in de Nederlandse productie uit 1995. Vocaal fantastisch, maar hij gaat nog subtieler à³f juist grover met zijn tekstinterpretatie om, waardoor hij je veel meer bij de les houdt. Een prachtvondst is dat de regie (en/of René) ervoor gekozen heeft om Ché soms aan zijn eigen cynische blik te laten twijfelen, met als hoogtepunt de wals tussen Eva en Ché en zijn reactie als Evita in een tuigje haar laatste toespraak geeft. Er zijn meer fantastische regievondsten, zoals de fotoflits momenten tussen Eva en haar publiek op momenten dat ze hen steunt en de “Postcodeloterij Miljoenenjacht†opstelling van de geldkoffertjes in ‘Bakken geld’. Dan komt keihard binnen hoe relevant Evita nu nog steeds is.
Maar dé prestatie van de avond is van Brigitte Heitzer. Zelden zag ik een musical — laat staan een doorgecomponeerde musical - een actrice met zoveel kleuren en lagen een rol neerzetten. Ze doet zoveel meer als alleen de score zingen en dat is een genot om naar te kijken. Vocaal raakt ze de noten keer op keer, maar maakt ook zéér bewuste keuzes om niet elke zin eruit te knallen alsof een concertarena gevuld moet worden. Ze durft om haar stem steeds vermoeider te laten klinken tegen het eind, en ze krijgt het voor elkaar om ‘Jij blijft bij mij’ bijna als een kleinkunstnummer aan te pakken. Zoiets heet ‘niet op safe’ spelen. In het begin laat ze je keihard geloven dat ze een hoer is die over lijken gaat, langzaam betovert ze je tà³ch - ondanks dat je nog steeds weinig sympathie voelt, en uiteindelijk…verdomd, komt er iets van begrip voor die vrouw in. Dat maakt haar tot een van de beste actrices van deze generatie.
Aan het eind, tijdens de Klaagzang, begrijp ik voor het eerst in een Evita-productie een beetje meer waarom deze vrouw haar leven zo geleid heeft. De tekst geeft dat niet honderd procent prijs, maar wat er zich achter Brigitte Heitzer’s ogen afspeelt wél. Evita Perà³n blijft een mysterie, maar wel een verdomd fascinerend mysterie. Waar, als je het toelaat om je mee te laten slepen door de juiste actrice, zelf de meest cynische Ché aan gaat twijfelen.