Afgelopen zaterdagavond ‘Elisabeth’ gezien in Essen. Ik had er altijd spijt van dat ik in mijn puberjaren de voorstelling nooit in Scheveningen had gezien, dus dit was de kans om dat goed te maken. Voor de mannelijke hoofdrollen hadden wij bijna de volledige eerste cast: Luigi Lucheni- Kurosch Abbasi, Franz Joseph - Maximilian Mann, Rudolf - Thomas Hohler, Max - Dennis Kozeluh. Tod werd deze voorstelling gespeeld door Martin Markert. Vocaal allemaal perfect in orde waarbij Abbasi als Lucheni vocaal en ook qua spel het meest indruk weet te maken. Dit is natuurlijk deels ook aan zijn personage en songs te danken, maar hij lijkt als enige van de heren echt tot leven te komen. Market als Tod weet vocaal wel te imponeren maar als acteur is hij vooral poseur die de mise en scene plichtmatig af lijkt te werken en het vooral belangrijk vindt veel de zaal in te kijken, in plaats van Elisabeth te verleiden.
Ook deze avond was Roberta Valentini afwezig. Marle Martens had de eer om deze avond de keizerin te spelen. Aan het begin van de show leek ze er even in te moeten komen zowel qua spel als vocaal. Maar de solo- showstoppers wist ze met gevoel en kracht te brengen. Voor de rol zelf is ze misschien iets te jong, maar ja, in het theater kan alles.
Muzikaal vond ik de show op sommige punten wat gedateerd en blikkerig klinken. Veel digitale elementen die - waarschijnlijk een bezuiniging - de show niet ten goede komen. Waar shows als Miss Saigon een muzikale transformatie door hebben gemaakt en nog fris klinken, lijkt hier de tijd muzikaal stil te hebben gestaan. Dat is jammer.
Het decor is van een redelijke eenvoud waar ik opzich wel van kan genieten. De lijst/koets/grafzerk na de pauze valt daarbij een beetje uit de toon omdat het weinig nut dient.
Een dooddoener zijn echter de videoprojecties. We komen ze tegenwoordig overal tegen. Soms geslaagd - Angels in America van TGA, Ghost op West End - maar hier wordt de plank misgeslagen. Het is te illustratief en soms gewoon fout. Zoals de vriendin die mee was zei: ‘Sinds wanneer is er in Oostenrijk een strand te vinden?’ over de strand projectie bij ‘Ich gehör nur mir’.
In totaal was het een vermakelijke voorstelling, maar niet eentje waarvan ik denk: ik moet hem nog eens zien. ***