Musicalreport

A Life in the Theatre

Dit is David Mamet zijn ode aan het theater, waarin het theater een metafoor voor het leven is. De tweekoppige cast bestaat uit Patrick Stewart (Star Trek) en Joshua Jackson (Dawson's Creek).

Mijn eerste avond in Londen bezocht ik A Life in the Theatre van David Mamet. Ik had ooit de tv-verfilming hiervan gezien met Jack Lemmon en Matthew Broderick, maar kon me er niet zo veel meer van herinneren. In deze revival, geregisseerd door Lindsay Posner, spelen Patrick Stewart en Joshua Jackson de sterren van de hemel.

Het stuk volgt twee acteurs, Robert (Stewart) en John (Jackson) een seizoen lang, waarin ze verschillende b-producties van klassiekers spelen en diverse steden aandoen. Qua plotontwikkeling stelt het stuk niet zo veel voor. Het is niet zoals in de film All About Eve dat de jonge hond de oude rot een loer draait om de top te bereiken. Het gaat vooral om de steeds wisselende balans van macht tussen de personages.
Dit is Mamet zijn ode aan zijn geliefd theater. Hij schetst niet alleen een economisch geschreven portret van acteurs van verschillende generaties, maar de relatie heeft ook veel weg van een vader en zoon relatie. Theater is hier een metafoor voor het leven.

In razendsnel tempo krijg je een blik van de acteurs op toneel en achter de schermen. Het slimme dekor van Giles Cadle accomodeert al deze perspectieven en het is indrukwekkend hoe snel de acteurs van kostuum wisselen.
De stukken in het stuk, die de acteurs meesterlijk slecht acteren, zijn vooral komisch en benadrukt hun middelmatigheid. Het zijn echter vooral de scenes achter de schermen die het boeiendst zijn en waar onderhuidse irritaties en ambities naar voren komen, zonder dat ze echt uitgesproken worden.
Mamet heeft een scherp oor voor taal en dat blijkt ook weer uit dit stuk. De dialogen zijn komisch, scherp, snel, en compact.

De combinatie van Stewart en Jackson werkt erg goed. Stewart is tegenwoordig vooral bekend als Captain Picard in Star Trek en Professor Xavier in X-Men. Hiervoor was hij echter een gerenommeerd theateracteur voor o.a. de Royal Shakespeare Company (RSC). De afgelopen jaren heeft hij zich weer helemaal op het theater gestort. Op Broadway stond hij in The Caretaker van Pinter en in de West End in The Masterbuilder van Ibsen.
Hij is geweldig als de oudere Robert, die vast houd aan traditie en rituelen. De acteur maakt goed gebruik van zijn krachtige stem, die alle kleuren van de regenboog bezit, en heeft vele mooie momenten. Komisch is hij o.a. in de sportschool, als hij verwoed met gewichten bezig is en Jackson van zijn meditatie houd door eindeloos door te lullen. Ook zijn de momenten dat hij critici, publiek en collegas uitscheld hilarisch. De dramatische momenten tegen het eind van het stuk zijn net zo briljant. Ik denk aan de pijnlijke momenten dat hij zijn teksten niet meer kan onthouden, die uiteindelijk leiden tot een zelfmoordpoging. Deze dramatische ontwikkeling wordt op subtiele wijze geacteerd door Stewart en Jackson.

Jackson, in zijn theaterdebuut, als John blijft goed overeind tegenover de veteraan Stewart. Hij heeft een zeldzaam talent voor komedie en weet ook zijn onderhuidse irritatie goed over te brengen. Robert houdt ellelange preken waar geen touw aan vast te knopen valt. Jackson’s vaste reactie hierop is constant: ‘hmmm’ en zijn intonatie is onvergetelijk. Robert is alles wat John wil voorkomen. Hij probeert een leven buiten het theater te hebben en doet ook pogingen om verder in zijn carriere te groeien.

Beide acteurs stappen regelmatig uit de kleren, wat heel normaal is in een kleedkamer. De eerste keer dat Jackson dit deed hoorde je een gil van extase door de zaal gaan van een vrouwelijke aanbidder. Erg grappig. Het contrast van lichamen heeft echter een legitieme dramatische functie. Het benadrukt de positie waarin beide personages zich op dat moment in het leven bevinden. Het verval van de korte Stewart tegenover het strakke lange lijf van Jackson.

Aan het eind van het stuk neemt het rappe tempo af en eindigt het met zowel John als Robert op een leeg podium. John oefent Shakespeare als hij denkt dat het theater verlaten is. Hij wordt echter begluurd door Robert en die blijft hem steeds, net als in de sportschool, afleiden. Het stuk eindigt met Robert alleen op het toneel. In stilte neemt hij alles in zich op en zegt dan nostalgisch ‘goodbye’. Stewart investeert deze woorden met zo veel betekenis dat het je echt raakt.

In de zaal zat de grote regisseur Sir Trevor Nunn (The Woman in White, Cats) naast mij met zijn vrouw Imogen Stubbs (actrice). Nunn heeft Stewart in diverse producties geregisseerd voor de RSC. Hij was duidelijk erg vermoeid en had moeite om tijdens de voorstelling wakker te blijven. Het publiek was echter erg aanwezig en reageerde positief en geanimeerd op de verbale en fysieke humor van de twee acteurs. Lang leve het theater!

Reguliere voorstelling
Londen
Apollo Theater

Trevor Nunn, robert stewart, x-men, Captain Picard, star trek