Interview

Classy trashy theater van Julia’s Junkyard

Het nieuwe en enigmatische muziektheaterstuk “Cinema Interno” was aanleiding om de makers eens flink aan de tand te voelen.

Zowel Yvonne van den Eerenbeemt als Ghieslaine Tijsterman zijn afgestudeerd aan de Frank Sanders’ Akademie voor Musicaltheater. “Cinema Interno” is hun eigen creatie en de debuutvoorstelling van hun net opgerichte theatergroep Julia’s Junkyard. De show gaat over twee vriendinnen, die naar de film gaan. Al gauw blijkt hun fantasie echter rijker dan die van de film en verzinnen ze hun eigen film. Een film met in de hoofdrol: Julia, een koorddanseres - met één been en een baard - in het circus!
Fantasie en realiteit lopen constant door elkaar heen en botsen tegen het eind ook. De fantasie blijkt dan zo sterk dat het de realiteit dreigt over te nemen. Of was het toch geen fantasie? Of zijn de vrouwen gewoon compleet verknipt? De makers geven het publiek de vrijheid om hun eigen conclusies te trekken.

Een uur voor aanvang van de show heb ik met beide actrices afgesproken in De Roode Bioscoop in Amsterdam; een ideale locatie voor deze show. Een van mijn eerste vragen is dan ook of de actrices bewust op zoek waren gegaan naar een dergelijke locatie.
Yvonne: Een monoloog was de springplank voor deze voorstelling. Het ging over de film in iemands hoofd, dat je die graag zou willen zien. Daar is van alles bij gekomen.
Ghieslaine: Onze productieleider wees op deze locatie en uiteindelijk is de voorstelling hier naar toe gegroeid alsof het zo moest zijn. Wij legden de link tussen de inhoud van het stuk en de locatie echter vrij laat.
Y: De link van een hele filmische voorstelling op zo’n locatie. De titel “Cinema Interno” was zelfs al bedacht — dat zat ook in de monoloog — dus dat viel mooi samen. Het is alsof de voorstelling zichzelf ook maakt. Dat hoor je schrijvers wel eens zeggen, dat het verhaal zijn eigen leven gaat leiden. Zo ervoeren wij dat ook.
G: Het verhaal gaat denk ik - ook voor het publiek — op de locatie zelf leven.

Brian: Waarom heet jullie groep Julia’s Junkyard?
Y: We waren op zoek naar een naam die zowel rauwheid als ook..
G: Stijlvolheid…
Y: Classy trashy uitstraalt.
G: Die tegenstelling spreekt ons heel erg aan.
Y: We hebben voor een fictieve naam (Julia) gekozen. We vonden het leuk om iets met een persoonsnaam te doen. Alsof Julia de overkoepelende persoon is waar wij voor werken. Een extra persoon die je nooit ziet.
G: Ja, zo van ‘Wie is Julia dan?’ Zo’n mysterie vinden wij spannend.
Y: Dat is tevens waar de voorstelling over gaat, namelijk over Julia. We wouden met deze voorstelling onze stijl laten zien en ook letterlijk het publiek kennis laten maken met Julia van Julia’s Junkyard. Dus we hebben een verhaal rond Julia verzonnen.

B: De synopsis van “Cinema Interno” doet denken aan David Lynch-achtige sferen (ik had de show nog niet gezien toen ik deze vraag stelde). Is dat ook zo?
G: We hebben het inderdaad over “Mulholland Drive” gehad. Wat ons daar wel in aanspreekt is het gegeven dat je niet helemaal weet — ook na het zien van de film — wat de boodschap van de film is. Wie was nou wie? Je zou wel kunnen zeggen dat we vanuit dat principe ook heel erg werken. Ik ben blij dat je dat er bij dacht, want de voorstelling zit volgens mij wel zo in elkaar. Het is heel fragmentarisch. Ook wel heel filmisch en je moet met alle kleine beetjes die je te zien krijgt eigenlijk zelf een soort van conclusie kunnen trekken. Het blijft een klein beetje een mysterie.

B: Jullie hebben beide ook het script geschreven. Hoe werkt jullie collaboratie?
G: We beginnen vaak met een idee of een stukje tekst, improviseren en leggen dat weer vast.
Y: Onze samenwerking is een mooie symbiose.
G: Goed gezegd!
Y: Het gaat echt heel organisch en daar ben ik blij om. Zo’n enorm creatief proces ondergaan is voor ons voor het eerst. Het is bijzonder heftig en intensief.

26 April 2008
Try-out
Amsterdam
De Roode Bioscoop
http://www.juliasjunkyard.nl/
Cinema Interno, Julia's Junkyard, Frank Sanders Akademie, Yvonne van den Eerenbeemt